1876 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Toen' in de Bijbel

Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.

VersbegrippenFysieke SlaapVerdovingDingen VerzegelenAdam en Eva

Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen uws levens.

VersbegrippenSatanischVergeldingSlangenSlangenMagenLevenslangKruipenDe Slang Uit De OudheidVloekende GodNiets Wat Dieren EtenAdam en EvaStrafStraffenKattenLotStof

Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid.

VersbegrippenDe Tuin Van EdenKennis Over ZondeKennis Over Goed En KwaadUniekGod, De DrievuldigheidImmoraliteit In OTLeven ZoekenMetaforische BomenArrogant Als Een GodInhaligGoed En Slecht KennenMannen Als GodenNiet Voor AltijdMensen Met KennisMogelijkheidAutonomie

En denzelven Seth werd ook een zoon geboren, en hij noemde zijn naam Enos. Toen begon men den naam des HEEREN aan te roepen.

VersbegrippenAbel En KaïnGod AanroepenGod, De HeerTitels En Namen Van GodBegonnen Activiteit

En hij verbeidde nog zeven andere dagen; toen liet hij de duif wederom uit de ark.

VersbegrippenZeven DagenMensen Die WachtenMensen Die Wezens Sturen

Toen vertoefde hij nog zeven andere dagen; en hij liet de duif uit; maar zij keerde niet meer weder tot hem.

VersbegrippenZeven DagenMensen Die WachtenMensen Die Wezens Sturen

En het geschiedde in het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste maand, op den eersten derzelver maand, dat de wateren droogden van boven de aarde; toen deed Noach het deksel der ark af, en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd.

VersbegrippenVoor De VloedMaand 2De Daad Van OpenenMuren Openen

Toen ging Noach uit, en zijn zonen, en zijn huisvrouw, en de vrouwen zijner zonen met hem.

VersbegrippenAndere Echtgenotes

Toen namen Sem en Jafeth een kleed, en zij legden het op hun beider schouderen, en gingen achterwaarts, en bedekten de naaktheid huns vaders; en hun aangezichten waren achterwaarts, gekeerd zodat zij de naaktheid huns vaders niet zagen.

VersbegrippenSchoudersBedektHet Lichaam BedekkenZonenAnderen KledenBuitenkledijAchterstevorenMensen Niet ZienVaders

Toen kwam de HEERE neder, om te bezien de stad en den toren, die de kinderen der mensen bouwden.

VersbegrippenGod Gaat NeerGod Ziet De Goddelozen

En Abram toog heen, gelijk de HEERE tot hem gesproken had; en Lot toog met hem; en Abram was vijf en zeventig jaren oud, toen hij uit Haran ging.

VersbegrippenAbrahamDe Aard Van GeloofAbraham, De Vriend Van GodAbraham, Roeping En LevensloopSamengaan

En Abram is doorgetogen in dat land, tot aan de plaats Sichem, tot aan het eikenbos More; en de Kanaanieten waren toen ter tijd in dat land.

VersbegrippenAbrahamReizenEikenHeksen

Toen riep Farao Abram, en zeide: Wat is dit, dat gij mij gedaan hebt? waarom hebt gij mij niet te kennen gegeven, dat zij uw huisvrouw is?

VersbegrippenWat Doe Jij?Ontbiedende KoningenZij Die Niets Zeggen

En er was twist tussen de herders van Abrams vee, en tussen de herders van Lots vee. Ook woonden toen de Kanaanieten en Ferezieten in dat land.

VersbegrippenVeeSlechte DienarenBijhouden VoorraadConflict Oplossen

Toen toog de koning van Sodom uit, en de koning van Gomorra, en de koning van Adama, en de koning van Zeboim, en de koning van Bela, dat is Zoar; en zij stelden tegen hen slagorden in het dal Siddim,

VersbegrippenValleien

Toen kwam er een, die ontkomen was, en boodschapte het aan Abram, den Hebreer, die woonachtig was aan de eikenbossen van Mamre, den Amoriet, broeder van Eskol, en broeder van Aner, welke Abrams bondgenoten waren.

VersbegrippenBondgenootschappenAbraham, Aard VanTrouwEikenAnderen Die Gevlucht ZijnVertellen Over Gebeurtenissen

Toen zeide Abram: Heere, HEERE! wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliezer?

VersbegrippenAbrahamRentmeesterschap Over GeldWat Geeft God?

Toen zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in een land, dat het hunne niet is, en zij zullen hen dienen, en zij zullen hen verdrukken vierhonderd jaren.

VersbegrippenVreemdelingenDe Aard Van Onderdrukking100 Jaar En MeerVerblijvenVaststaande KennisZij Die Onderdrukt ZijnBeschouwd Worden Als VreemdelingenGroepen Van SlavenOnbekenden In IsraëlNakomelingen VanSlavernijOnderdrukking

Toen zeide Sarai tot Abram: Mijn ongelijk is op u; ik heb mijn dienstmaagd in uw schoot gegeven; nu zij ziet, dat zij ontvangen heeft, zo ben ik veracht in haar ogen; de HEERE rechte tussen mij en tussen u!

VersbegrippenGod Als RechterKritiek Over GelovigenAbraham, Beproeving En OverwinningMensen Die Mogelijk Kwaad Doen

Toen zeide de Engel des HEEREN tot haar: Keer weder tot uw vrouw, en verneder u onder haar handen.

VersbegrippenDe Engel Van De HeerHou JezelfMinnares

En Abram was zes en tachtig jaren oud, toen Hagar Ismael aan Abram baarde.

VersbegrippenLeeftijd Bij Vaderschap

Toen nam Abraham zijn zoon Ismael, en al de ingeborenen van zijn huis, en alle gekochten met zijn geld, al wat mannelijk was onder de lieden van het huis van Abraham, en hij besneed het vlees hunner voorhuid, even ten zelfden dage, gelijk als God met hem gesproken had.

VersbegrippenVoorhuidenTerzelfdertijdGroepen Van Slaven

Daarna verscheen hem de HEERE aan de eikenbossen van Mamre, als hij in de deur der tent zat, toen de dag heet werd.

VersbegrippenHitteMiddagOpenbaring In OTZittenTentenAbraham, Beproeving En OverwinningEikenHeet WaterGod Verschijnt

Toen zeiden zij tot hem: Waar is Sara, uw huisvrouw? En hij zeide: Ziet, in de tent.

VersbegrippenWaar Zijn Mensen?Sarah

Toen stonden die mannen op van daar, en zagen naar Sodom toe; en Abraham ging met hen, om hen te geleiden.

VersbegrippenAbraham, Beproeving En OverwinningSamengaanUitzetten

Toen keerden die mannen het aangezicht van daar, en gingen naar Sodom; maar Abraham bleef nog staande voor het aangezicht des HEEREN.

Toen zeide de HEERE: Zo Ik te Sodom binnen de stad vijftig rechtvaardigen zal vinden, zo zal Ik de ganse plaats sparen om hunnentwil.

VersbegrippenDe Jaren VijftigAantal Rechtvaardige MensenEen Goede Man

Toen ging de HEERE weg, als Hij geeindigd had tot Abraham te spreken; en Abraham keerde weder naar zijn plaats.

VersbegrippenVoorbeelden Van Communie Met GodLaatste WoordenIndividuen Die Naar Huis Gaan

Toen ging Lot uit tot hen aan de deur, en hij sloot de deur achter zich toe;

VersbegrippenVeilig SluitenDeuren Sluiten

Toen zeiden zij: Kom verder aan! Voorts zeiden zij: Deze ene is gekomen, om als vreemdeling hier te wonen, en zoude hij alleszins rechter zijn? Nu zullen wij u meer kwaads doen, dan hun. En zij drongen zeer op den man, op Lot, en zij traden toe om de deur open te breken.

VersbegrippenVerleidingBedreigingenVerblijvenDruk UitoefenenGebroken DingenHet Lijden Van VreemdelingenErger

Toen zeiden die mannen tot Lot: Wien hebt gij hier nog meer? een schoonzoon, of uw zonen, of uw dochteren, en allen, die gij hebt in deze stad, breng uit deze plaats;

VersbegrippenSchoonzonenFamilieleden Zijn Ook BetrokkenMensen Uit Andere Plaatsen Halen

Toen ging Lot uit, en sprak tot zijn schoonzonen, die zijn dochteren nemen zouden, en zeide: Maakt u op, gaat uit deze plaats; want de HEERE gaat deze stad verderven. Maar hij was in de ogen zijner schoonzonen als jokkende.

VersbegrippenVerlovingGewoonten In Verband Met Het HuwelijkGrappenmakerijMachteloosheidScepticismeSchoonzonenGrappen Maken

En het geschiedde, toen God de steden dezer vlakte verdierf, dat God aan Abraham gedacht, en Hij leidde Lot uit het midden dezer omkering, in het omkeren dier steden, in welke Lot gewoond had.

VersbegrippenHerinneringenGedenkenAbraham, Beproeving En OverwinningAbraham, Roeping En LevensloopGoddelijke HerinneringVernietiging Van StedenGod Onthoudt Zijn MensenMensen Uit Andere Plaatsen Halen

Toen zeide de eerstgeborene tot de jongste: Onze vader is oud, en er is geen man in dit land, om tot ons in te gaan, naar de wijze der ganse aarde.

VersbegrippenAfwezigheid Van SexEerstgeboren DochtersNiemand BeschikbaarNiet VoorbedachtVader En Dochter Relaties

Toen stond Abimelech des morgens vroeg op, en riep al zijn knechten, en sprak al deze woorden voor hun oren. En die mannen vreesden zeer.

VersbegrippenOchtendEmotionele Aspecten Van LijdenInformatie GevenZij Die Vroeg OpstondenAngst Voor Andere Mensen

Toen nam Abimelech schapen en runderen, ook dienstknechten en dienstmaagden, en gaf dezelve aan Abraham; en hij gaf hem Sara zijn huisvrouw weder.

VersbegrippenSchapenVee HoudenHerstel Van MensenGroepen Van SlavenMensen Die Andere Dingen GevenSchapen BezittenSarah

En het kind werd groot, en werd gespeend; toen maakte Abraham een groten maaltijd op den dag, als Izak gespeend werd.

VersbegrippenFeestenVieren Met Een BanketSpenenOpgroeienSarah

Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en nam brood, en een fles water, en gaf ze aan Hagar, die leggende op haar schouder; ook gaf hij haar het kind, en zond haar weg. En zij ging voort, en dwaalde in de woestijn Ber-seba.

VersbegrippenSchoudersFlessen, GebruikWoestijen, SpecifiekDe DaklozenContainer Voor WaterZwerversZij Die Vroeg OpstondenAndere Ladingen Dragen

Toen zeide Abimelech: Ik heb niet geweten, wie dit stuk gedaan heeft; en ook hebt gij het mij niet aangezegd, en ik heb er ook niet van gehoord, dan heden.

VersbegrippenZij Die Niets Zeggen

Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en zadelde zijn ezel, en nam twee van zijn jongeren met zich, en Izak zijn zoon; en hij kloofde hout tot het brandoffer, en maakte zich op, en ging naar de plaats, die God hem gezegd had.

VersbegrippenAbrahamEzelsOchtendSoorten DierenVroeg OpstaanHout SplijtenBrandhoutZij Die Vroeg OpstondenReis VoorbereidenEzels ZadelenTwee Andere Mannen

Aan den derden dag, toen hief Abraham zijn ogen op, en zag die plaats van verre.

VersbegrippenDe Derde Dag Van De WeekVanop Een Afstand BekijkenAfstand

Toen sprak Izak tot Abraham, zijn vader, en zeide: Mijn vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik, mijn zoon! En hij zeide: Zie het vuur en het hout; maar waar is het lam tot het brandoffer?

VersbegrippenVuurLammerenOffers VerbrandenBrandhoutZie Mij!Schapen En GeitenWaar Zijn Dingen?

Toen zeide Hij: Strek uw hand niet uit aan den jongen, en doe hem niets! want nu weet Ik, dat gij God vrezende zijt, en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden.

VersbegrippenAbrahamVoorbeelden Van Goddelijke AngstHet Enig KindEnig Kind Van MensenIndividuen Die God VrezenNiet Spaarzaam ZijnVerbiedende GodMensen Achterlaten

Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, achter was een ram in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham ging, en nam dien ram, en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats.

VersbegrippenAbrahamGebroken HorensRammenVervangingNamen Van GodHorens Van DierenPlaatsvervanging

Toen keerde Abraham weder tot zijn jongeren, en zij maakten zich op, en zij gingen samen naar Ber-seba; en Abraham woonde te Ber-seba.

Toen stond Abraham op, en boog zich neder voor het volk des lands, voor de zonen Heths;

VersbegrippenGroeten

Toen boog zich Abraham neder voor het aangezicht van het volk des lands;

Toen legde de knecht zijn hand onder de heup van Abraham, zijn heer, en hij zwoer hem over deze zaak.

VersbegrippenGoede DienarenDijenVloeken

Toen liep die knecht haar tegemoet, en hij zeide: Laat mij toch een weinig waters uit uw kruik drinken.

VersbegrippenContainer Voor WaterIndividuen Die LopenVoedsel VragenMan Die Water Schenkt

Toen kwam die man naar het huis toe, en men ontgordde de kemelen, en men gaf den kemelen stro en voeder; en water om zijn voeten te wassen, en de voeten der mannen, die bij hem waren.

VersbegrippenBaden Voor ReinigingGastenKribbesStroWaterVoetenwassingDingen Die Gestript WordenHuizen BinnengaanDieren VoedenMan Die Water SchenktReine VoetenZorg Voor Voeten

Toen zeide hij: Ik ben een knecht van Abraham;

VersbegrippenDat Ben Ik

Toen zeide ik tot mijn heer: Misschien zal mij de vrouw niet volgen.

VersbegrippenOnwillige Mensen

Toen vraagde ik haar, en zeide: Wiens dochter zijt gij? En zij zeide: De dochter van Bethuel, den zoon van Nahor, welken Milka hem gebaard heeft. Zo legde ik het voorhoofdsiersel op haar aangezicht, en de armringen aan haar handen;

VersbegrippenJuwelenWie Is Dit?Dat Ben Ik

Toen antwoordde Laban en Bethuel, en zeiden: Van den HEERE is deze zaak voortgekomen; wij kunnen kwaad noch goed tot u spreken.

VersbegrippenGod In Relatie Tot De MensOnmogelijk Te Beschadigen

Toen aten en dronken zij, hij en de mannen, die bij hem waren; en zij vernachtten, en zij stonden des morgens op, en hij zeide: Laat mij trekken tot mijn heer!

VersbegrippenVrijetijd En VrijetijdsbestedingEten En DrinkenMensen Die Mensen Sturen

Toen zeide haar broeder, en haar moeder: Laat de jonge dochter enige dagen, of tien, bij ons blijven; daarna zult gij gaan.

VersbegrippenTien Of Meer DagenMensen Die Vertraagden

Toen zeiden zij: Laat ons de jonge dochter roepen, en haar mond vragen.

VersbegrippenVragen

Toen lieten zij Rebekka, hun zuster, en haar voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn mannen.

VersbegrippenVerlovingGewoonten In Verband Met Het HuwelijkHuwelijk, De BruidGenoemde ZustersMensen Die Mensen Sturen

En zij zeide tot den knecht: Wie is die man, die ons in het veld tegemoet wandelt? En de knecht zeide: Dat is mijn heer! Toen nam zij den sluier, en bedekte zich.

VersbegrippenBedektSluiersMensen OntmoetenWie Is Dit?De Jurk Van De Bruid

En de kinderen stieten zich samen in haar lichaam. Toen zeide zij: Is het zo? waarom ben ik dus? en zij ging om den HEERE te vragen.

VersbegrippenBaby's In De BaarmoederMensen UitputtenWaarom Gebeurt Dit?Elkaar BevechtenWorstelingDe Strijd Des LevensFamilie GeschilWorstelingenEen Baby Verwachten

Toen zeide Jakob: Verkoop mij op dezen dag uw eerstgeboorte.

VersbegrippenGeboorterecht

Toen zeide Jakob: Zweer mij op dezen dag! en hij zwoer hem; en hij verkocht aan Jakob zijn eerstgeboorte.

VersbegrippenMenselijke EedOvergeven Aan Verleiding

Toen riep Abimelech Izak, en zeide: Voorwaar, zie, zij is uw huisvrouw! hoe hebt gij dan gezegd: Zij is mijn zuster? En Izak zeide tot hem: Want ik zeide: Dat ik niet misschien om harentwil sterve.

VersbegrippenMogelijke DoodWaarom Doe Je Dit?Vrouwen Overdragen

Toen toog Izak van daar, en hij legerde zich in het dal van Gerar, en woonde aldaar.

VersbegrippenKamp Van IsraëlValleienVertrekkenNaar Een Nieuwe Plek Gaan

Toen groeven zij een andere put, en daar twistten zij ook over; daarom noemde hij deszelfs naam Sitna.

VersbegrippenUitgravingMensen TegenMensen Die Dingen Benoemen

Toen bouwde hij daar een altaar, en riep den Naam des HEEREN aan. En hij sloeg aldaar zijn tent op; en Izaks knechten groeven daar een put.

VersbegrippenAltarenGod AanroepenNomadenTentenAltaren Gebouwd DoorAltaren BouwenUitgraving

En het geschiedde, als Izak oud geworden was, en zijn ogen donker geworden waren, en hij niet zien kon; toen riep hij Ezau, zijn grootsten zoon, en zeide tot hem: Mijn zoon! En hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik!

VersbegrippenOorzaken Van BlindheidHandicaps Van OuderdomOgen Aangetast DoorHandicapsBereiken Van Hoge LeeftijdVisieLichamelijke ZwakteVerduisterd ZichtZie Mij!Anderen Die Oproepen

Toen sprak Rebekka tot Jakob, haar zoon, zeggende: Zie, ik heb uw vader tot Ezau, uw broeder, horen spreken, zeggende:

Toen zeide Jakob tot Rebekka, zijn moeder: Zie, mijn broeder Ezau is een harig man, en ik ben een glad man.

VersbegrippenHuidGladheidHarige MensenGlad

Toen ging hij, en hij haalde ze, en bracht ze zijn moeder; en zijn moeder maakte smakelijke spijzen, gelijk als zijn vader gaarne had.

VersbegrippenSmakelijkVan Andere Dingen Houden

Toen zeide Izak tot zijn zoon: Hoe is dit, dat gij het zo haast gevonden hebt, mijn zoon? En hij zeide: Omdat de HEERE uw God dat heeft doen ontmoeten voor mijn aangezicht.

VersbegrippenMensen OverwinnenWerk Is Binnenkort Gedaan

Toen kwam Jakob bij, tot zijn vader Izak, die hem betastte; en hij zeide: De stem is Jakobs stem, maar de handen zijn Ezau's handen.

VersbegrippenStemmenContact Met MensenDingen HerkennenValsspelers

Toen zeide hij: Stel het nabij mij, dat ik van het wildbraad mijns zoons ete, opdat mijn ziel u zegene. En hij stelde het nabij hem, en hij at; hij bracht hem ook wijn, en hij dronk.

VersbegrippenWijnWijn VerschaffenMensen Die Zegenen

En hij kwam bij, en hij kuste hem; toen rook hij de reuk zijner klederen, en zegende hem; en hij zeide: Zie, de reuk mijns zoons is als de reuk des velds, hetwelk de HEERE gezegend heeft.

VersbegrippenMensen Die KussenNeuzenContact Met MensenGezegend Door GodMensen Die Anderen Zegenen

En het geschiedde, als Izak voleindigd had Jakob te zegenen, zo geschiedde het, toen Jakob maar even van het aangezicht van zijn vader Izak uitgegaan was, dat Ezau, zijn broeder, van zijn jacht kwam.

VersbegrippenBuitengaan

Toen verschrikte Izak met zeer grote verschrikking, gans zeer, en zeide: Wie is hij dan, die het wildbraad gejaagd en tot mij gebracht heeft? en ik heb van alles gegeten, eer gij kwaamt, en heb hem gezegend; ook zal hij gezegend wezen.

VersbegrippenBevenIndividuen Die BevenWie Is Dit?Mensen Die Zegenen

Toen zeide hij: Is het niet omdat men zijn naam noemt Jakob, dat hij mij nu twee reizen heeft bedrogen? mijn eerstgeboorte heeft hij genomen, en zie, nu heeft hij mijn zegen genomen! Voorts zeide hij: Hebt gij dan geen zegen voor mij uitbehouden?

VersbegrippenLeven En Karakter Van JacobZaken Twee Keer DoenMensen Die Mensen BenoemenInhaligMensen Die ZegenenAndere Zaken Opslaan

Public domain