Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft raad en verstand.

Ziet, Hij breekt af, en het zal niet herbouwd worden; Hij besluit iemand, en er zal niet opengedaan worden.

Hij voert de raadsheren beroofd weg, en de rechters maakt Hij uitzinnig,

Bij Hem is kracht en wijsheid; Zijns is de dwalende, en die doet dwalen.

Ziet, Hij houdt de wateren op, en zij drogen uit; ook laat Hij ze uit, en zij keren de aarde om.

Hij openbaart de diepten uit de duisternis, en des doods schaduwe brengt Hij voort in het licht.

Hij voert de oversten beroofd weg, en de machtigen keert Hij om.

Den band der koningen maakt Hij los, en Hij bindt den gordel aan hun lenden.

Hij giet verachting over de prinsen uit, en Hij verslapt den riem der geweldigen.

Hij beneemt den getrouwen de spraak, en der ouden oordeel neemt Hij weg.

Zij tasten in de duisternis, waar geen licht is; en Hij doet hen dwalen, als een dronkaard.

Hij neemt het hart van de hoofden des volks der aarde weg, en doet hen dwalen in het woeste, waar geen weg is.

In de stokouden is de wijsheid, en in de langheid der dagen het verstand.

Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven!

Hij vermenigvuldigt de volken, en verderft ze; Hij breidt de volken uit, en leidt ze.

Maar Job antwoordde en zeide:

Ik ben het, die zijn vriend een spot is, maar roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige en oprechte is een spot.

Wie weet niet uit alle deze, dat de hand des HEEREN dit doet?

Zal niet het oor de woorden proeven, gelijk het gehemelte voor zich de spijze smaakt?

De tenten der verwoesters hebben rust, en die Gode tergen, hebben verzekerdheden, om hetgene God met Zijn hand toebrengt.

Ik heb ook een hart even als gijlieden, ik zwicht niet voor u; en bij wien zijn niet dergelijke dingen?

Hij is een verachte fakkel, naar de mening desgenen, die gerust is; hij is gereed met den voet te struikelen.

En waarlijk, vraag toch de beesten, en elkeen van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen geven.

In Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen.

Of spreek tot de aarde, en zij zal het u leren; ook zullen het u de vissen der zee vertellen.