'Onder' in de Bijbel

Als deze nog sprak, zo kwam een ander, en zeide: Het vuur Gods viel uit den hemel, en ontstak onder de schapen en onder de jongeren, en verteerde ze; en ik ben maar alleen ontkomen, om het u aan te zeggen.

Diezelve nacht, donkerheid neme hem in; dat hij zich niet verheuge onder de dagen des jaars; dat hij in het getal der maanden niet kome!

Onder de gedachten van de gezichten des nachts, als diepe slaap valt op de mensen;

God zal Zijn toorn niet afkeren; onder Hem worden gebogen de hovaardige helpers.

Onder ons is ook een grijze, ja, een stokoude, meerder van dagen dan uw vader.

Maar toch gij allen, keert weder, en komt nu; want ik vind onder u geen wijze.

Van onder zullen zijn wortelen verdorren, en van boven zal zijn tak afgesneden worden.

Hij zal geen zoon, noch neef hebben onder zijn volk; en niemand zal in zijn woningen overig zijn.

Indien het kwaad in zijn mond zoet is, hij dat verbergt, onder zijn tong,

Zij zijn onder de wederstrevers des lichts; zij kennen Zijn wegen niet, en zij blijven niet op Zijn paden.

De doden zullen geboren worden van onder de wateren, en hun inwoners.

Uit de aarde komt het brood voort, en onder zich wordt zij veranderd, alsof zij vuur ware.

Want Hij schouwt tot aan de einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen.

Verkoos ik hun weg, zo zat ik bovenaan, en woonde als een koning onder de benden, als een, die treurigen vertroost.

Zij schreeuwden tussen de struiken; onder de netelen vergaderden zij zich.

Zij komen aan, als door een wijde breuk; onder de verwoesting rollen zij zich aan.

Zie nu, ik heb mijn mond opengedaan; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte.

Laat ons kiezen voor ons, wat recht is; laat ons kennen onder ons wat goed is.

Mijn Vader, laat Job beproefd worden tot het einde toe, om zijner antwoorden wil onder de ongerechtige lieden.

Want tot zijn zonde zou hij nog overtreding bijvoegen; hij zou onder ons in de handen klappen, en hij zou zijn redenen vermenigvuldigen tegen God.

Hun ziel zal in de jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens.

Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben van den mond des angstes tot de ruimte, onder dewelke geen benauwing zou geweest zijn; en het gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn.

Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden der aarde.

Zie allen hoogmoedige, en breng hem ten onder; en verpletter de goddelozen in hun plaats!

Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks.

Zult gij met hem spelen gelijk met een vogeltje, of zult gij hem binden voor uw jonge dochters? [ (Job 40:25) Zullen de metgezellen over hem een maaltijd bereiden? Zullen zij hem delen onder de kooplieden? ] [ (Job 40:26) Zult gij zijn huid met haken vullen, of met een visserskrauwel zijn hoofd? ] [ (Job 40:27) Leg uw hand op hem, gedenk des strijds, doe het niet meer. ] [ (Job 40:28) Zie, zijn hoop zal feilen; zal hij ook voor zijn gezicht nedergeslagen worden? ]

Wie heeft Mij voorgekomen, dat Ik hem zou vergelden? Wat onder den gansen hemel is, is het Mijne.

Onder hem zijn scherpe scherven; hij spreidt zich op het puntachtige, als op slijk.

En er werden zo schone vrouwen niet gevonden in het ganse land, als de dochteren van Job; en haar vader gaf haar erfdeel onder haar broederen.