'Die' in de Bijbel
- 1.Genesis 1:7-Genesis 24:7
- 2.Genesis 24:10-Genesis 41:20
- 3.Genesis 41:24-Exodus 10:2
- 4.Exodus 10:8-Exodus 30:38
- 5.Exodus 31:6-Leviticus 9:6
- 6.Leviticus 9:15-Leviticus 16:26
- 7.Leviticus 16:28-Numberi 1:4
- 8.Numberi 1:5-Numberi 15:39
- 9.Numberi 15:41-Numberi 32:11
- 10.Numberi 32:21-Deuteronomium 6:14
- 11.Deuteronomium 6:17-Deuteronomium 17:8
- 12.Deuteronomium 17:9-Deuteronomium 28:57
- 13.Deuteronomium 28:58-Jozua 9:27
- 14.Jozua 10:6-Richteren 1:33
- 15.Richteren 2:7-Richteren 17:2
- 16.Richteren 17:4-1 Samuël 4:17
- 17.1 Samuël 4:20-1 Samuël 22:7
- 18.1 Samuël 22:8-2 Samuël 7:9
- 19.2 Samuël 7:13-2 Samuël 24:13
- 20.2 Samuël 24:16-1 Koningen 10:11
- 21.1 Koningen 10:19-1 Koningen 21:26
- 22.1 Koningen 22:13-2 Koningen 14:15
- 23.2 Koningen 14:21-2 Koningen 25:13
- 24.2 Koningen 25:16-1 Kronieken 22:15
- 25.1 Kronieken 23:5-2 Kronieken 14:6
- 26.2 Kronieken 15:5-2 Kronieken 32:14
- 27.2 Kronieken 32:17-Ezra 10:17
- 28.Ezra 10:18-Esther 5:2
- 29.Esther 6:2-Job 29:12
- 30.Job 29:13-Psalmen 22:29
- 31.Psalmen 23:4-Psalmen 61:5
- 32.Psalmen 63:9-Psalmen 92:13
- 33.Psalmen 94:9-Psalmen 119:165
- 34.Psalmen 120:6-Spreuken 6:26
- 35.Spreuken 6:29-Spreuken 18:22
- 36.Spreuken 18:24-Spreuken 28:22
- 37.Spreuken 28:23-Hooglied 4:5
- 38.Hooglied 4:15-Jesaja 23:17
- 39.Jesaja 23:18-Jesaja 41:24
- 40.Jesaja 41:26-Jesaja 58:12
- 41.Jesaja 58:13-Jeremia 10:16
- 42.Jeremia 10:19-Jeremia 23:39
- 43.Jeremia 23:40-Jeremia 34:19
- 44.Jeremia 34:20-Jeremia 48:44
- 45.Jeremia 48:45-Ezechiël 5:6
- 46.Ezechiël 5:7-Ezechiël 20:12
- 47.Ezechiël 20:14-Ezechiël 35:7
- 48.Ezechiël 35:10-Daniël 2:30
- 49.Daniël 2:34-Daniël 11:39
- 50.Daniël 11:43-Micha 1:4
- 51.Micha 2:1-Zacharia 1:8
- 52.Zacharia 1:9-Mattheüs 5:10
- 53.Mattheüs 5:12-Mattheüs 15:1
- 54.Mattheüs 15:4-Mattheüs 26:46
- 55.Mattheüs 26:48-Markus 9:40
- 56.Markus 9:42-Lukas 3:16
- 57.Lukas 3:19-Lukas 11:4
- 58.Lukas 11:7-Lukas 20:28
- 59.Lukas 20:30-Johannes 5:11
- 60.Johannes 5:12-Johannes 11:42
- 61.Johannes 11:45-Handelingen 2:5
- 62.Handelingen 2:7-Handelingen 10:44
- 63.Handelingen 10:45-Handelingen 21:23
- 64.Handelingen 21:25-Romeinen 7:2
- 65.Romeinen 7:4-1 Corinthiërs 2:11
- 66.1 Corinthiërs 2:12-1 Corinthiërs 15:29
- 67.1 Corinthiërs 15:57-Galaten 2:9
- 68.Galaten 2:12-Colossenzen 1:8
- 69.Colossenzen 1:12-1 Timotheüs 6:2
- 70.1 Timotheüs 6:3-Hebreeën 7:11
- 71.Hebreeën 7:16-1 Petrus 1:13
- 72.1 Petrus 1:14-1 Johannes 4:8
- 73.1 Johannes 4:16-Openbaring 6:8
- 74.Openbaring 6:9-Openbaring 19:18
- 75.Openbaring 19:19-Openbaring 22:20
Zou Hij, Die het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?
Zou Hij, Die de heidenen tuchtigt, niet straffen, Hij, Die den mens wetenschap leert?
Zou zich de stoel der schadelijkheden met U vergezelschappen, die moeite verdicht bij inzetting?
Komt, laat ons aanbidden en nederbukken; laat ons knielen voor den HEERE, Die ons gemaakt heeft.
Beschaamd moeten wezen allen, die de beelden dienen, die zich op afgoden beroemen; buigt u neder voor Hem, alle gij goden!
De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen, die daarin wonen.
Dat zij Uw groten en vreselijken Naam loven, die heilig is;
En de sterkte des Konings, die het recht lief heeft. Gij hebt billijkheden bevestigd, Gij hebt recht en gerechtigheid gedaan in Jakob.
Hij sprak tot hen in een wolkkolom; zij hebben Zijn getuigenissen onderhouden, en de inzettingen, die Hij hun gegeven had.
Die zijn naaste in het heimelijke achterklapt; dien zal ik verdelgen; die hoog van ogen is, en trots van hart, die zal ik niet vermogen.
Mijn ogen zullen zijn op de getrouwen in het land, dat zij bij mij zitten; die in den oprechten weg wandelt, die zal mij dienen.
Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden.
Mijn vijanden smaden mij al den dag; die tegen mij razen, zweren bij mij.
Zich gewend zal hebben tot het gebed desgenen, die gans ontbloot is, en niet versmaad hebben hunlieder gebed;
Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven; en zij alle zullen als een kleed verouden; Gij zult ze veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd zijn.
Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest;
Die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden;
Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends.
De HEERE doet gerechtigheid en gerichten al dengenen, die onderdrukt worden.
Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen.
Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen.
Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen;
Aan degenen, die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen.
Looft den HEERE, Zijn engelen! gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords.
Looft den HEERE, al Zijn heirscharen! gij Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet!
Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt.
De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt.
Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten henen wandelen.
En den wijn, die het hart des mensen verheugt, doende het aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart des mensen sterkt.
De bomen des HEEREN worden verzadigd, de cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft;
Deze zee, die groot en wijd van ruimte is, daarin is het wriemelende gedierte, en dat zonder getal, kleine gedierten met grote.
Roemt u in den Naam Zijner heiligheid; het hart dergenen, die den HEERE zoeken, verblijde zich.
Gedenkt Zijner wonderen, die Hij gedaan heeft, Zijner wondertekenen, en der oordelen Zijns monds.
Die al het kruid in hun land opaten, ja, aten de vrucht hunner landbouwe op.
En Hij voerde hen uit met zilver en goud; en onder hun stammen was niemand, die struikelde.
Hij opende een steenrots, en er vloeiden wateren uit, die gingen door de dorre plaatsen als een rivier.
Welgelukzalig zijn zij, die het recht onderhouden, die te aller tijd gerechtigheid doet.
En zij veranderden hun Eer in de gedaante van een os, die gras eet.
Zij vergaten God, hun Heiland, Die grote dingen gedaan had in Egypte;
Zij hebben die volken niet verdelgd, die de HEERE hun gezegd had;
En zij hebben onschuldig bloed vergoten, het bloed hunner zonen en hunner dochteren, die zij den afgoden van Kanaan hebben opgeofferd; zodat het land door deze bloedschulden is ontheiligd geworden.
Dies gaf Hij hun barmhartigheid voor het aangezicht van allen, die hen gevangen hadden.
Dat zulks de bevrijden des HEEREN zeggen, die Hij van de hand der wederpartijders bevrijd heeft.
En die Hij uit de landen verzameld heeft, van het oosten en van het westen, van het noorden en van de zee.
Die in de woestijn dwaalden, in een weg der wildernis, die geen stad ter woning vonden;
Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, heeft Hij hen gered uit hun angsten;
Die in duisternis en de schaduw des doods zaten, gebonden met verdrukking en ijzer;
Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, verloste Hij hen uit hun angsten.
Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, verloste Hij hen uit hun angsten.
Die met schepen ter zee afvaren, handel doende op grote wateren;
Die zien de werken des HEEREN, en Zijn wonderwerken in de diepte.
Als Hij spreekt, zo doet Hij een stormwind opstaan, die haar golven omhoog verheft.
Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, zo voerde Hij hen uit hun angsten.
Het vruchtbaar land tot zouten grond, om de boosheid dergenen, die daarin wonen.
En bezaaien akkers, en planten wijngaarden, die inkomende vrucht voortbrengen.
Wie is wijs? Die neme deze dingen waar; en dat zij verstandelijk letten op de goedertierenheden des HEEREN.
Zult Gij het niet zijn, o God! Die ons verstoten hadt, en Die niet uittoogt, o God! met onze heirkrachten?
Dat hij niemand hebbe, die weldadigheid over hem uitstrekke, en dat er niemand zij, die zijn wezen genadig zij.
Dewijl hij den vloek heeft liefgehad, dat die hem overkome, en geen lust gehad heeft tot den zegen, zo zij die verre van hem.
En hij zij bekleed met den vloek, als met zijn kleed, en dat die ga tot in het binnenste van hem als het water, en als de olie in zijn beenderen.
Die zij hem als een kleed, waarmede hij zich bedekt, en tot een gordel, waarmede hij zich steeds omgordt.
Dit zij het werkloon mijner tegenstanders van den HEERE, en dergenen, die kwaad spreken tegen mijn ziel.
Want Hij zal den nooddruftige ter rechterhand staan, om hem te verlossen van degenen, die zijn ziel veroordelen.
Hij zal recht doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen maken; Hij zal verslaan dengene, die het hoofd is over een groot land.
Gimel. De werken des HEEREN zijn groot; Daleth. zij worden gezocht van allen, die er lust in hebben.
Teth. Hij heeft degenen, die Hem vrezen, spijs gegeven; Jod. Hij gedenkt in der eeuwigheid aan Zijn verbond.
Resch. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; Schin. allen, die ze doen, hebben goed verstand; Thau. Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.
Hallelujah! Aleph. Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; Beth. die groten lust heeft in Zijn geboden.
Teth. Wel dien man, die zich ontfermt en uitleent; Jod. hij beschikt zijn zaken met recht.
Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.
Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde.
Die den geringe uit het stof opricht, en den nooddruftige uit den drek verhoogt;
Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen. Hallelujah!
Die den rotssteen veranderde in een watervloed, den keisteen in een waterfontein.
Dat die hen maken hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt.
Gijlieden, die den HEERE vreest! vertrouwt op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.
Hij zal zegenen, die den HEERE vrezen, de kleinen met de groten.
Gijlieden zijt den HEERE gezegend, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft.
De doden zullen den HEERE niet prijzen, noch die in de stilte nedergedaald zijn.
Dat degenen, die den HEERE vrezen, nu zeggen, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.
De HEERE is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, die mij haten.
Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.
De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest offer met touwen tot aan de hoornen van het altaar.
Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.
Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken;
Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen.
Bevestig Uw toezeggingen aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is.
Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn goed.
En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.
En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten.
Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten.
Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden.
Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb.
Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen.
Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is leugen.
Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen.
Die kwade praktijken najagen, genaken mij, zij wijken verre van Uw wet.
Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden.
Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt.
Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.
Zoekresultaten vervolgd...
- 1.Genesis 1:7-Genesis 24:7
- 2.Genesis 24:10-Genesis 41:20
- 3.Genesis 41:24-Exodus 10:2
- 4.Exodus 10:8-Exodus 30:38
- 5.Exodus 31:6-Leviticus 9:6
- 6.Leviticus 9:15-Leviticus 16:26
- 7.Leviticus 16:28-Numberi 1:4
- 8.Numberi 1:5-Numberi 15:39
- 9.Numberi 15:41-Numberi 32:11
- 10.Numberi 32:21-Deuteronomium 6:14
- 11.Deuteronomium 6:17-Deuteronomium 17:8
- 12.Deuteronomium 17:9-Deuteronomium 28:57
- 13.Deuteronomium 28:58-Jozua 9:27
- 14.Jozua 10:6-Richteren 1:33
- 15.Richteren 2:7-Richteren 17:2
- 16.Richteren 17:4-1 Samuël 4:17
- 17.1 Samuël 4:20-1 Samuël 22:7
- 18.1 Samuël 22:8-2 Samuël 7:9
- 19.2 Samuël 7:13-2 Samuël 24:13
- 20.2 Samuël 24:16-1 Koningen 10:11
- 21.1 Koningen 10:19-1 Koningen 21:26
- 22.1 Koningen 22:13-2 Koningen 14:15
- 23.2 Koningen 14:21-2 Koningen 25:13
- 24.2 Koningen 25:16-1 Kronieken 22:15
- 25.1 Kronieken 23:5-2 Kronieken 14:6
- 26.2 Kronieken 15:5-2 Kronieken 32:14
- 27.2 Kronieken 32:17-Ezra 10:17
- 28.Ezra 10:18-Esther 5:2
- 29.Esther 6:2-Job 29:12
- 30.Job 29:13-Psalmen 22:29
- 31.Psalmen 23:4-Psalmen 61:5
- 32.Psalmen 63:9-Psalmen 92:13
- 33.Psalmen 94:9-Psalmen 119:165
- 34.Psalmen 120:6-Spreuken 6:26
- 35.Spreuken 6:29-Spreuken 18:22
- 36.Spreuken 18:24-Spreuken 28:22
- 37.Spreuken 28:23-Hooglied 4:5
- 38.Hooglied 4:15-Jesaja 23:17
- 39.Jesaja 23:18-Jesaja 41:24
- 40.Jesaja 41:26-Jesaja 58:12
- 41.Jesaja 58:13-Jeremia 10:16
- 42.Jeremia 10:19-Jeremia 23:39
- 43.Jeremia 23:40-Jeremia 34:19
- 44.Jeremia 34:20-Jeremia 48:44
- 45.Jeremia 48:45-Ezechiël 5:6
- 46.Ezechiël 5:7-Ezechiël 20:12
- 47.Ezechiël 20:14-Ezechiël 35:7
- 48.Ezechiël 35:10-Daniël 2:30
- 49.Daniël 2:34-Daniël 11:39
- 50.Daniël 11:43-Micha 1:4
- 51.Micha 2:1-Zacharia 1:8
- 52.Zacharia 1:9-Mattheüs 5:10
- 53.Mattheüs 5:12-Mattheüs 15:1
- 54.Mattheüs 15:4-Mattheüs 26:46
- 55.Mattheüs 26:48-Markus 9:40
- 56.Markus 9:42-Lukas 3:16
- 57.Lukas 3:19-Lukas 11:4
- 58.Lukas 11:7-Lukas 20:28
- 59.Lukas 20:30-Johannes 5:11
- 60.Johannes 5:12-Johannes 11:42
- 61.Johannes 11:45-Handelingen 2:5
- 62.Handelingen 2:7-Handelingen 10:44
- 63.Handelingen 10:45-Handelingen 21:23
- 64.Handelingen 21:25-Romeinen 7:2
- 65.Romeinen 7:4-1 Corinthiërs 2:11
- 66.1 Corinthiërs 2:12-1 Corinthiërs 15:29
- 67.1 Corinthiërs 15:57-Galaten 2:9
- 68.Galaten 2:12-Colossenzen 1:8
- 69.Colossenzen 1:12-1 Timotheüs 6:2
- 70.1 Timotheüs 6:3-Hebreeën 7:11
- 71.Hebreeën 7:16-1 Petrus 1:13
- 72.1 Petrus 1:14-1 Johannes 4:8
- 73.1 Johannes 4:16-Openbaring 6:8
- 74.Openbaring 6:9-Openbaring 19:18
- 75.Openbaring 19:19-Openbaring 22:20
Verwante onderwerpen
- Aanbeveling
- Aanmoedigingen In Lijden
- Aanvaarden Van Christus
- Aard En Gevolgen Van Ongeloof
- Achterklap
- Afkeer
- Afwijzing Van God
- Alcohol
- Alwetende God
- Amen
- Andere Goden
- Andere Vertrouwen
- Babylon
- Beantwoorde Beloften
- Begin
- Beleden Zonde
- Beste Vrienden
- Bestraffing Door God
- Bewakers
- Brieven
- Christus Die De Waarheid Spreekt
- Communicatie
- Competitie
- De Aard Van Discipelschap
- De Aard Van Eeuwig Leven
- De Aard Van Geloof
- De Bron Van Menselijke Wijsheid
- De Daad Van Openen
- De Doden
- De Eenheid Van God
- De Eerste Tempel
- De Gerechtigheid Van God
- De Goedheid Van God
- De Namen Voor Christus
- De Rijken
- De Vader
- De Waarheid Vertellen
- De Wederkomst
- De Wet Van Mozes
- De Zon
- Deelname In Christus
- Degene Die Christus Gestuurd Heeft
- Degenen In Nood Helpen
- Dienaren Van De Heer
- Doelen
- Doodstraf
- Doop Van De Heilige Geest
- Duisternis
- Een Plek Voor Gods Naam
- Eenzaamheid
- Eerbied En Zegening
- Eeuwig Leven
- Engelen Die Gods Werk Doen
- Ethiek En Gratie
- Familie En Vrienden
- Fouten
- Geesten
- Geld Aan De Kerk Geven
- Genoemde Profeten Van De Heer
- Gered Door Geloof
- Gevechten
- God Dodend
- God Haalt Israël Uit Egypte
- God, Levend En Zelfvoorzienend
- Gods Hand
- Gods Onthulde Dingen
- Gods Stem
- Gods Verborgen Dingen
- Gods Waarheid
- Goud
- Haat
- Haat
- Hand Van God
- Handicaps
- Hebzucht
- Heersers
- Heiligen
- Hemel, Bevrijdde Gemeenschap
- Het Belang Van Vertrouwen
- Het Laatste Oordeel
- Het Vaderschap Van God
- Het Woord Van God
- Historische Boeken
- Hoe Zal De Hemel Eruit Zien?
- Homosexueel Zijn
- Hoop In God
- Horen
- Houden Van Iedereen
- Huizen
- Iemand Missen
- Iemand Verliezen
- Ik Ben De Heer
- In De Tegenwoordigheid Van De Mens
- Karakter Van Het Kwaad
- Korte Tijd Tot Het Einde
- Kwellingen
- Laatste Dingen
- Lichaam
- Liefde Vinden
- Liefde Voor God
- Lijders
- Lof
- Menigtes
- Messiaanse Profetieën
- Ministerie
- Misbruik
- Misbruik Van Liefde
- Moeders En Zonen
- Namen En Titels Voor Christus
- Namen En Titels Voor De Christenen
- Nederlaag
- Nood Aan Gods Begeleiding
- Oneerbiedigheid
- Ongelovigen Beschreven Als
- Onrein Tot De Avond
- Ontrouw
- Ontvankelijkheid
- Onze Vader In De Hemel
- Oorlog
- Over De Discipelen Van Christus Zullen Lijden
- Overwinnen
- Overwinning Op Het Kwaad
- Overwinning Over Spirituele Krachten
- Passie
- Persoonlijke Ethiek
- Poorten
- Relatie Tussen Vader En Zoon
- Rentmeesterschap Over Geld
- Resultaten Van Angst Van God
- Rivieren
- Schaamte Over Slecht Gedrag
- Sexuele Immoraliteit
- Slaven Van God
- Staan
- Straf
- Tafels
- Tekenen En Wonderen Van Het Evangelie
- Terechtwijzing
- Toedienen
- Toekomst
- Troon
- Trouw Tot God
- Types
- Types Van Christus
- Vals Vertrouwen
- Valse Religie
- Verbintenis Tot God
- Verenigingen Van Kwaad
- Verlossing
- Vervolging
- Verzoening
- Vijandelijke Aanvallen
- Vijanden In Spirituele Oorlog
- Vloeken
- Volg De Geboden
- Voorspelling
- Voorspellingen Over Christus
- Vreemdelingen
- Vreemdelingen Inbegrepen In De Wet
- Vriendelijkheid
- Vriendelijkheid
- Vruchten Van Gerechtigheid
- Wee De Goddelozen
- Woord Van God
- Zee
- Zegen De Heer!
- Zegeningen Van God
- Zeven Dagen
- Zeven Dagen Voor Juridische Zaken
- Zonde Veroorzaakt Dood
- Homosexuelen