'Het' in de Bijbel
- 1.Genesis 1:4-Genesis 11:2
- 2.Genesis 11:3-Genesis 21:34
- 3.Genesis 22:1-Genesis 31:14
- 4.Genesis 31:18-Genesis 40:20
- 5.Genesis 41:1-Genesis 47:14
- 6.Genesis 47:15-Exodus 6:7
- 7.Exodus 6:26-Exodus 13:9
- 8.Exodus 13:11-Exodus 20:20
- 9.Exodus 20:21-Exodus 28:42
- 10.Exodus 28:43-Exodus 34:18
- 11.Exodus 34:19-Exodus 40:38
- 12.Leviticus 1:2-Leviticus 6:22
- 13.Leviticus 6:23-Leviticus 11:32
- 14.Leviticus 11:34-Leviticus 16:9
- 15.Leviticus 16:10-Leviticus 23:31
- 16.Leviticus 23:32-Numberi 1:24
- 17.Numberi 1:26-Numberi 7:10
- 18.Numberi 7:85-Numberi 14:5
- 19.Numberi 14:7-Numberi 20:1
- 20.Numberi 20:3-Numberi 27:7
- 21.Numberi 27:11-Numberi 35:14
- 22.Numberi 35:15-Deuteronomium 5:29
- 23.Deuteronomium 5:31-Deuteronomium 15:11
- 24.Deuteronomium 15:12-Deuteronomium 23:22
- 25.Deuteronomium 24:1-Deuteronomium 31:6
- 26.Deuteronomium 31:7-Jozua 5:10
- 27.Jozua 5:11-Jozua 11:3
- 28.Jozua 11:4-Jozua 18:18
- 29.Jozua 18:19-Richteren 1:29
- 30.Richteren 1:30-Richteren 8:35
- 31.Richteren 9:1-Richteren 18:3
- 32.Richteren 18:7-1 Samuël 1:12
- 33.1 Samuël 1:15-1 Samuël 10:5
- 34.1 Samuël 10:7-1 Samuël 16:2
- 35.1 Samuël 16:6-1 Samuël 24:4
- 36.1 Samuël 24:5-2 Samuël 2:32
- 37.2 Samuël 3:1-2 Samuël 13:4
- 38.2 Samuël 13:5-2 Samuël 19:14
- 39.2 Samuël 19:18-1 Koningen 2:39
- 40.1 Koningen 2:41-1 Koningen 8:17
- 41.1 Koningen 8:18-1 Koningen 13:5
- 42.1 Koningen 13:6-1 Koningen 18:17
- 43.1 Koningen 18:19-2 Koningen 2:5
- 44.2 Koningen 2:8-2 Koningen 8:18
- 45.2 Koningen 8:20-2 Koningen 14:12
- 46.2 Koningen 14:14-2 Koningen 21:6
- 47.2 Koningen 21:7-1 Kronieken 6:63
- 48.1 Kronieken 6:65-1 Kronieken 18:11
- 49.1 Kronieken 18:12-1 Kronieken 26:6
- 50.1 Kronieken 26:10-2 Kronieken 6:11
- 51.2 Kronieken 6:12-2 Kronieken 15:9
- 52.2 Kronieken 15:10-2 Kronieken 24:5
- 53.2 Kronieken 24:6-2 Kronieken 31:13
- 54.2 Kronieken 31:14-Ezra 3:5
- 55.Ezra 3:8-Nehemia 2:20
- 56.Nehemia 3:12-Nehemia 11:17
- 57.Nehemia 11:20-Esther 8:5
- 58.Esther 8:6-Job 12:14
- 59.Job 12:22-Job 28:2
- 60.Job 28:3-Job 38:25
- 61.Job 38:26-Psalmen 22:29
- 62.Psalmen 22:30-Psalmen 50:21
- 63.Psalmen 51:6-Psalmen 78:64
- 64.Psalmen 78:66-Psalmen 105:16
- 65.Psalmen 105:23-Psalmen 136:11
- 66.Psalmen 136:14-Spreuken 12:20
- 67.Spreuken 12:23-Spreuken 21:8
- 68.Spreuken 21:9-Prediker 2:13
- 69.Prediker 2:15-Hooglied 8:4
- 70.Hooglied 8:6-Jesaja 10:22
- 71.Jesaja 10:23-Jesaja 24:5
- 72.Jesaja 24:6-Jesaja 34:16
- 73.Jesaja 34:17-Jesaja 45:23
- 74.Jesaja 45:25-Jesaja 63:4
- 75.Jesaja 63:7-Jeremia 7:23
- 76.Jeremia 7:24-Jeremia 17:12
- 77.Jeremia 17:15-Jeremia 26:23
- 78.Jeremia 27:1-Jeremia 34:20
- 79.Jeremia 34:21-Jeremia 44:1
- 80.Jeremia 44:2-Jeremia 51:27
- 81.Jeremia 51:28-Ezechiël 3:11
- 82.Ezechiël 3:13-Ezechiël 12:10
- 83.Ezechiël 12:12-Ezechiël 20:31
- 84.Ezechiël 20:38-Ezechiël 27:32
- 85.Ezechiël 27:34-Ezechiël 34:27
- 86.Ezechiël 34:28-Ezechiël 40:38
- 87.Ezechiël 40:39-Ezechiël 45:16
- 88.Ezechiël 45:17-Daniël 3:26
- 89.Daniël 3:27-Daniël 11:5
- 90.Daniël 11:6-Hosea 14:4
- 91.Joël 1:1-Obadja 1:10
- 92.Obadja 1:11-Habakuk 2:6
- 93.Habakuk 2:8-Zacharia 4:3
- 94.Zacharia 4:6-Zacharia 14:21
- 95.Maleachi 1:1-Mattheüs 9:24
- 96.Mattheüs 9:25-Mattheüs 15:3
- 97.Mattheüs 15:5-Mattheüs 25:1
- 98.Mattheüs 25:14-Markus 4:26
- 99.Markus 4:27-Markus 10:27
- 100.Markus 10:30-Lukas 1:21
- 101.Lukas 1:23-Lukas 8:8
- 102.Lukas 8:10-Lukas 13:20
- 103.Lukas 13:21-Lukas 22:2
- 104.Lukas 22:3-Johannes 3:5
- 105.Johannes 3:6-Johannes 10:25
- 106.Johannes 10:28-Johannes 19:19
- 107.Johannes 19:20-Handelingen 5:33
- 108.Handelingen 5:34-Handelingen 13:29
- 109.Handelingen 13:31-Handelingen 23:6
- 110.Handelingen 23:8-Romeinen 4:11
- 111.Romeinen 4:14-Romeinen 13:5
- 112.Romeinen 13:11-1 Corinthiërs 12:6
- 113.1 Corinthiërs 12:8-2 Corinthiër 8:11
- 114.2 Corinthiër 8:16-Efeziërs 3:12
- 115.Efeziërs 3:15-1 Thessalonicenzen 2:13
- 116.1 Thessalonicenzen 2:16-Hebreeën 6:4
- 117.Hebreeën 6:5-Hebreeën 13:7
- 118.Hebreeën 13:9-1 Johannes 2:8
- 119.1 Johannes 2:9-Openbaring 9:4
- 120.Openbaring 9:7-Openbaring 22:13
- 121.Openbaring 22:16-Openbaring 22:19
Maar de bok, op denwelken het lot zal gekomen zijn, om een weggaande bok te zijn, zal levend voor het aangezicht des HEEREN gesteld worden, om door hem verzoening te doen; opdat men hem als een weggaanden bok naar de woestijn uitlate.
Hij zal ook een wierookvat vol vurige kolen nemen van het altaar, van voor het aangezicht des HEEREN, en zijn handen vol reukwerk van welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal het binnen den voorhang dragen.
En hij zal dat reukwerk op het vuur leggen, voor het aangezicht des HEEREN, opdat de nevel des reukwerks het verzoendeksel, hetwelk is op de getuigenis, bedekke, en dat hij niet sterve.
En hij zal van het bloed van den var nemen, en zal met zijn vinger op het verzoendeksel oostwaarts sprengen; en voor het verzoendeksel zal hij zevenmaal met zijn vinger van dat bloed sprengen.
Daarna zal hij den bok des zondoffers, die voor het volk zal zijn, slachten, en zal zijn bloed tot binnen in den voorhang dragen, en zal met zijn bloed doen, gelijk als hij met het bloed van den var gedaan heeft, en zal dat sprengen op het verzoendeksel, en voor het verzoendeksel.
Zo zal hij voor het heilige, vanwege de onreinigheden der kinderen Israels, en vanwege hun overtredingen, naar al hun zonden, verzoening doen; en alzo zal hij doen aan de tent der samenkomst, welke met hen woont in het midden hunner onreinigheden.
En geen mens zal in de tent der samenkomst zijn, als hij zal ingaan, om in het heilige verzoening te doen, totdat hij zal uitkomen; alzo zal hij verzoening doen, voor zichzelven, en voor zijn huis, en voor de gehele gemeente van Israel.
Daarna zal hij tot het altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN is, uitkomen, en verzoening voor hetzelve doen; en hij zal van het bloed van den var, en van het bloed van den bok nemen, en doen het rondom op de hoornen des altaars.
Als hij nu zal geeindigd hebben van het heilige, en de tent der samenkomst, en het altaar te verzoenen, zo zal hij dien levenden bok toebrengen.
En Aaron zal beide zijn handen op het hoofd van den levenden bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der kinderen Israels, en al hun overtredingen, naar al hun zonden, belijden; en hij zal die op het hoofd des boks leggen, en zal hem door de hand eens mans, die voorhanden is, naar de woestijn uitlaten.
Daarna zal Aaron komen in de tent der samenkomst, en zal de linnen klederen uitdoen, die hij aangedaan had, als hij in het heilige ging, en hij zal ze daar laten.
En hij zal zijn vlees in de heilige plaats met water baden, en zijn klederen aandoen; dan zal hij uitgaan, en zijn brandoffer, en het brandoffer des volks bereiden, en voor zich en voor het volk verzoening doen.
Ook zal hij het vet des zondoffers op het altaar aansteken.
En die den bok, welke een weggaande bok was, zal uitgelaten hebben, zal zijn klederen wassen, en zijn vlees met water baden; en daarna zal hij in het leger komen.
Maar den var des zondoffers, en den bok des zondoffers, welker bloed ingebracht is, om verzoening te doen in het heilige, zal men tot buiten het leger uitvoeren; doch hun vellen, hun vlees en hun mest zullen zij met vuur verbranden.
Die nu dezelve verbrandt, zal zijn klederen wassen, en zijn vlees met water baden; en daarna zal hij in het leger komen.
En dit zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de zevende maand, op den tienden der maand, uw zielen verootmoedigen, en geen werk doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert.
Want op dien dag zal hij voor u verzoening doen, om u te reinigen; van al uw zonden zult gij voor het aangezicht des HEEREN gereinigd worden.
Dat zal u een sabbat der rust zijn, opdat gij uw zielen verootmoedigt; het is een eeuwige inzetting.
En de priester, dien men gezalfd, en wiens hand men gevuld zal hebben, om voor zijn vader het priesterambt te bedienen, zal de verzoening doen, als hij de linnen klederen, de heilige klederen, zal aangetrokken hebben.
Zo zal hij het heilige heiligdom verzoenen, en de tent der samenkomst, en het altaar zal hij verzoenen; desgelijks voor de priesteren, en voor al het volk der gemeente zal hij verzoening doen.
Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels, en zeg tot hen: Dit is het woord, hetwelk de HEERE geboden heeft, zeggende:
Een ieder van het huis Israels, die een os, of lam, of geit in het leger slachten zal, of die ze slachten zal buiten het leger;
En dezelve aan de deur van de tent der samenkomst niet brengen zal, om een offerande den HEERE voor den tabernakel des HEEREN te offeren; het bloed zal dienzelven man toegerekend worden, hij heeft bloed vergoten; daarom zal dezelve man uit het midden zijns volks uitgeroeid worden;
Opdat, wanneer de kinderen Israels hun slachtofferen brengen, welke zij op het veld slachten, dat zij die den HEERE toebrengen, aan de deur van de tent der samenkomst tot den priester, en dezelve tot dankofferen den HEERE slachten.
En de priester zal het bloed op het altaar des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst, sprengen; en hij zal het vet aansteken, tot een liefelijken reuk den HEERE.
Zeg dan tot hen: Een ieder van het huis Israels, en van de vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen verkeren, die een brandoffer of slachtoffer zal offeren,
En een ieder uit het huis Israels, en uit de vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen verkeren, die enig bloed zal gegeten hebben, tegen diens ziel, die dat bloed zal gegeten hebben, zal Ik Mijn aangezicht zetten, en zal die uit het midden haars volks uitroeien.
Want de ziel van het vlees is in het bloed; daarom heb Ik het u op het altaar gegeven, om over uw zielen verzoening te doen; want het is het bloed, dat voor de ziel verzoening zal doen.
Daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd: Geen ziel van u zal bloed eten; noch de vreemdeling, die als vreemdeling in het midden van u verkeert, zal bloed eten.
Een ieder ook van de kinderen Israels en van de vreemdelingen, die als vreemdelingen in het midden van hen verkeren, die enig wild gedierte, of gevogelte, dat gegeten wordt, in de jacht gevangen zal hebben; die zal deszelfs bloed vergieten, en zal dat met stof bedekken.
Want het is de ziel van alle vlees; zijn bloed is voor zijn ziel; daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd: Gij zult geens vleses bloed eten; want de ziel van alle vlees, dat is zijn bloed; zo wie dat eet, zal uitgeroeid worden.
En alle ziel onder de inboorlingen of onder de vreemdelingen, die een dood aas of het verscheurde zal gegeten hebben, die zal zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan den avond; daarna zal hij rein zijn.
Gij zult de schaamte der huisvrouw uws vaders niet ontdekken; het is de schaamte uws vaders.
Gij zult de schaamte der huisvrouw uws broeders niet ontdekken; het is de schaamte uws broeders.
Gij zult de schaamte ener vrouw en harer dochter niet ontdekken; de dochter haars zoons, noch de dochter van haar dochter zult gij nemen, om haar schaamte te ontdekken; zij zijn nabestaanden; het is een schandelijke daad.
En van uw zaad zult gij niet geven, om voor den Molech door het vuur te doen gaan; en den Naam uws Gods zult gij niet ontheiligen; Ik ben de HEERE!
Insgelijks zult gij bij geen beest liggen, om daarmede onrein te worden; een vrouw zal ook niet staan voor een beest, om daarmede te doen te hebben; het is een gruwelijke vermenging.
Zodat het land onrein is, en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid bezoeke, en het land zijn inwoners uitspuwt.
Maar gij zult Mijn inzettingen en Mijn rechten onderhouden, en van al die gruwelen niets doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert.
Want de lieden dezes lands, die voor u geweest zijn, hebben al deze gruwelen gedaan; en het land is onrein geworden.
Dat u dat land niet uitspuwe, als gij hetzelve zult verontreinigd hebben; gelijk als het het volk, dat voor u was, uitgespuwd heeft.
Want al wie enige van deze gruwelen doen zal, die zielen, die ze doen, zullen uit het midden van haar volk uitgeroeid worden.
Op den dag van uw offeren, en des anderen daags, zal het gegeten worden; maar wat tot op den derden dag overblijft zal met vuur verbrand worden.
En zo het op den derden dag enigzins gegeten wordt, het is een afgrijselijk ding, het zal niet aangenaam zijn.
En zo wie dat eet, zal zijn ongerechtigheid dragen, omdat hij het heilige des HEEREN ontheiligd heeft; daarom zal dezelve ziel, uit haar volken uitgeroeid worden.
Gij zult den dove niet vloeken, en voor het aangezicht des blinden geen aanstoot zetten; maar gij zult voor uw God vrezen; Ik ben de HEERE!
Gij zult geen onrecht doen in het gericht; gij zult het aangezicht des geringen niet aannemen, noch het aangezicht des groten voortrekken; in gerechtigheid zult gij uw naaste richten.
Gij zult niet wandelen als een achterklapper onder uw volken; gij zult niet staan tegen het bloed van uw naaste; Ik ben de HEERE!
En de priester zal met den ram des schuldoffers, voor hem over zijn zonde, die hij gezondigd heeft, voor het aangezicht des HEEREN verzoening doen; en hem zal vergeving geschieden van zijn zonde, die hij gezondigd heeft.
Als gij ook in dat land gekomen zult zijn, en alle geboomte ter spijze geplant zult hebben, zo zult gij de voorhuid daarvan, deszelfs vrucht, besnijden; drie jaren zal het u onbesneden zijn, daarvan zal niet gegeten worden.
Maar in het vierde jaar zal al zijn vrucht een heilig ding zijn, ter lofzegging voor den HEERE.
En in het vijfde jaar zult gij deszelfs vrucht eten, om het inkomen daarvan voor u te vermeerderen; Ik ben de HEERE, uw God!
Gij zult niets met het bloed eten. Gij zult op geen vogelgeschrei acht geven, noch guichelarij plegen.
Gij zult uw dochter niet ontheiligen, haar ter hoererij houdende; opdat het land niet hoerere, en het land met schandelijke daden vervuld worde.
Voor het grauwe haar zult gij opstaan, en zult het aangezicht des ouden vereren; en gij zult vrezen voor uw God; Ik ben de HEERE!
Gij zult geen onrecht doen in het gericht, met de el, met het gewicht, of met de maat.
Gij zult ook tot de kinderen Israels zeggen: Een ieder uit de kinderen Israels, of uit de vreemdelingen, die in Israel als vreemdelingen verkeren, die van zijn zaad den Molech gegeven zal hebben, zal zekerlijk gedood worden; het volk des lands zal hem met stenen stenigen.
En Ik zal Mijn aangezicht tegen dien man zetten, en zal hem uit het midden zijns volks uitroeien; want hij heeft van zijn zaad den Molech gegeven, opdat hij Mijn heiligdom ontreinigen, en Mijn heiligen Naam ontheiligen zou.
En indien het volk des lands hun ogen enigzins verbergen zal van dien man, als hij van zijn zaad den Molech zal gegeven hebben, dat het hem niet dode;
Zo zal Ik Mijn aangezicht tegen dien man en tegen zijn huisgezin zetten, en Ik zal hem, en al degenen, die hem nahoereren, om den Molech na te hoereren, uit het midden huns volks uitroeien.
Wanneer er een ziel is, die zich tot de waarzeggers en tot de duivelskunstenaars zal gekeerd hebben, om die na te hoereren, zo zal Ik Mijn aangezicht tegen die ziel zetten, en zal ze uit het midden haars volks uitroeien.
En wanneer een man een vrouw en haar moeder zal genomen hebben, het is een schandelijke daad; men zal hem, en diezelve met vuur verbranden, opdat geen schandelijke daad in het midden van u zij.
Daartoe als een man bij enig vee zal gelegen hebben, hij zal zekerlijk gedood worden; ook zult gijlieden het beest doden.
En als een man zijn zuster, de dochter zijns vaders, of de dochter zijner moeder, zal genomen hebben, en hij haar schaamte gezien, en zij zijn schaamte zal gezien hebben, het is een schandvlek; daarom zullen zij voor de ogen van de kinderen huns volks uitgeroeid worden; hij heeft de schaamte zijner zuster ontdekt, hij zal zijn ongerechtigheid dragen.
En als een man bij een vrouw, die haar krankheid heeft, zal gelegen en haar schaamte ontdekt, haar fontein ontbloot, en zij zelve de fontein haars bloeds ontdekt zal hebben, zo zullen zij beiden uit het midden huns volks uitgeroeid worden.
En wanneer een man zijns broeders huisvrouw zal genomen hebben, het is onreinigheid; hij heeft de schaamte zijns broeders ontdekt; zij zullen zonder kinderen zijn.
Daarom zult gij onderscheid maken tussen reine en onreine beesten, en tussen het onreine en reine gevogelte; en gij zult uw zielen niet verfoeilijk maken aan de beesten en aan het gevogelte, en aan al wat op den aardbodem kruipt, hetwelk Ik voor u afgezonderd heb, opdat gij het onrein houdt.
En uit het heiligdom zal hij niet uitgaan, dat hij het heiligdom zijns Gods niet ontheilige, want de kroon der zalfolie zijns Gods is op hem; Ik ben de HEERE!
Geen man, uit het zaad van Aaron, den priester, in wien een gebrek is, zal toetreden om de vuurofferen des HEEREN te offeren; een gebrek is in hem, hij zal niet toetreden, om de spijs zijns Gods te offeren.
Doch tot den voorhang zal hij niet komen, en tot het altaar niet toetreden, omdat een gebrek in hem is; opdat hij Mijn heiligdommen niet ontheilige; want Ik ben de HEERE, Die hen heilige!
Niemand van het zaad van Aaron, die melaats is, of een vloed heeft, zal van die heilige dingen eten, totdat hij rein is; mitsgaders die iets aanroert, dat onrein is van een dood lichaam, of iemand, wien het zaad der bijligging ontgaat.
Het dode aas, en het verscheurde zal hij niet eten, om daarmede onrein te worden; Ik ben de HEERE!
Ook zal geen vreemde het heilige eten; een bijwoner des priesters, en een dagloner, zullen het heilige niet eten.
Maar als des priesters dochter een vreemden man zal toebehoren, zij zal van het hefoffer der heilige dingen niet eten.
En wanneer iemand het heilige door dwaling zal gegeten hebben, zo zal hij deszelfs vijfde deel daarboven toedoen, en zal het den priester met het heilige wedergeven.
Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels, en zeg tot hen: Zo wie uit het huis van Israel, en uit de vreemdelingen in Israel is, die zijn offerande zal offeren naar al hun geloften, en naar al hun vrijwillige offeren, die zij den HEERE ten brandoffer zullen offeren;
Het zal naar uw welgevallen zijn, een volkomen mannetje, van de runderen, van de lammeren, of van de geiten.
Gij zult niet offeren iets, waarin een gebrek is; want het zou niet aangenaam zijn voor u.
En als iemand een dankoffer den HEERE zal offeren, uitzonderende van de runderen of van de schapen een gelofte, of vrijwillig offer, het zal volkomen zijn, opdat het aangenaam zij; geen gebrek zal daarin zijn.
Het blinde, of gebrokene, of verlamde, of wratte, of droge schurftheid, of etterige schurftheid hebbende, deze zult gij den HEERE niet offeren, en daarvan zult gij den HEERE geen vuuroffer op het altaar geven.
Doch een os, of klein vee, te lang of te verkrompen in leden, die zult gij tot een vrijwillig offer bereiden; doch tot een gelofte zou het niet aangenaam zijn.
Het gedrukte, of gestotene, of gescheurde, of gesnedene, zult gij den HEERE niet offeren; dat zult gij in uw land niet doen.
En als gij een lofoffer den HEERE zult slachten, naar uw wil zult gij het slachten.
Het zal op denzelfden dag gegeten worden; gij zult daarvan niet overlaten tot op den morgen; Ik ben de HEERE!
En gij zult Mijn heiligen Naam niet ontheiligen, opdat Ik in het midden der kinderen Israels geheiligd worde; Ik ben de HEERE, Die u heilige!
Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
En op den vijftienden dag der derzelver maand is het feest van de ongezuurde broden des HEEREN; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten.
Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Als gij in het land zult gekomen zijn, hetwelk Ik u geven zal, en gij zijn oogst zult inoogsten, dan zult gij een garf der eerstelingen van uw oogst tot den priester brengen.
En hij zal die garf voor het aangezicht des HEEREN bewegen, opdat het voor u aangenaam zij; des anderen daags na den sabbat zal de priester die bewegen.
En zijn spijsoffer twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, den HEERE tot een liefelijken reuk; en zijn drankoffer van wijn, het vierde deel van een hin.
En gij zult geen brood, noch geroost koren, noch groen aren eten, tot op dienzelven dag, dat gij de offerande uws Gods zult gebracht hebben; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.
Daarna zult gij u tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag, dat gij de garf des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen sabbatten zijn;
Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de eerstelingen den HEERE.
Gij zult ook met het brood zeven volkomen eenjarige lammeren, en een var, het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den HEERE een brandoffer zijn, met hun spijsoffer en hun drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.
Dan zal de priester dezelve met het brood der eerstelingen ten beweegoffer, voor het aangezicht des HEEREN, met de twee lammeren bewegen; zij zullen den HEERE een heilig ding zijn, voor den priester.
En gij zult op dienzelfden dag uitroepen, dat gij een heilige samenroeping zult hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het is een eeuwige inzetting in al uw woningen voor uw geslachten.
En op dienzelven dag zult gij geen werk doen; want het is de verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN uws Gods.
Ook alle ziel, die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, die ziel zal Ik uit het midden haars volks verderven.
Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.
Zoekresultaten vervolgd...
- 1.Genesis 1:4-Genesis 11:2
- 2.Genesis 11:3-Genesis 21:34
- 3.Genesis 22:1-Genesis 31:14
- 4.Genesis 31:18-Genesis 40:20
- 5.Genesis 41:1-Genesis 47:14
- 6.Genesis 47:15-Exodus 6:7
- 7.Exodus 6:26-Exodus 13:9
- 8.Exodus 13:11-Exodus 20:20
- 9.Exodus 20:21-Exodus 28:42
- 10.Exodus 28:43-Exodus 34:18
- 11.Exodus 34:19-Exodus 40:38
- 12.Leviticus 1:2-Leviticus 6:22
- 13.Leviticus 6:23-Leviticus 11:32
- 14.Leviticus 11:34-Leviticus 16:9
- 15.Leviticus 16:10-Leviticus 23:31
- 16.Leviticus 23:32-Numberi 1:24
- 17.Numberi 1:26-Numberi 7:10
- 18.Numberi 7:85-Numberi 14:5
- 19.Numberi 14:7-Numberi 20:1
- 20.Numberi 20:3-Numberi 27:7
- 21.Numberi 27:11-Numberi 35:14
- 22.Numberi 35:15-Deuteronomium 5:29
- 23.Deuteronomium 5:31-Deuteronomium 15:11
- 24.Deuteronomium 15:12-Deuteronomium 23:22
- 25.Deuteronomium 24:1-Deuteronomium 31:6
- 26.Deuteronomium 31:7-Jozua 5:10
- 27.Jozua 5:11-Jozua 11:3
- 28.Jozua 11:4-Jozua 18:18
- 29.Jozua 18:19-Richteren 1:29
- 30.Richteren 1:30-Richteren 8:35
- 31.Richteren 9:1-Richteren 18:3
- 32.Richteren 18:7-1 Samuël 1:12
- 33.1 Samuël 1:15-1 Samuël 10:5
- 34.1 Samuël 10:7-1 Samuël 16:2
- 35.1 Samuël 16:6-1 Samuël 24:4
- 36.1 Samuël 24:5-2 Samuël 2:32
- 37.2 Samuël 3:1-2 Samuël 13:4
- 38.2 Samuël 13:5-2 Samuël 19:14
- 39.2 Samuël 19:18-1 Koningen 2:39
- 40.1 Koningen 2:41-1 Koningen 8:17
- 41.1 Koningen 8:18-1 Koningen 13:5
- 42.1 Koningen 13:6-1 Koningen 18:17
- 43.1 Koningen 18:19-2 Koningen 2:5
- 44.2 Koningen 2:8-2 Koningen 8:18
- 45.2 Koningen 8:20-2 Koningen 14:12
- 46.2 Koningen 14:14-2 Koningen 21:6
- 47.2 Koningen 21:7-1 Kronieken 6:63
- 48.1 Kronieken 6:65-1 Kronieken 18:11
- 49.1 Kronieken 18:12-1 Kronieken 26:6
- 50.1 Kronieken 26:10-2 Kronieken 6:11
- 51.2 Kronieken 6:12-2 Kronieken 15:9
- 52.2 Kronieken 15:10-2 Kronieken 24:5
- 53.2 Kronieken 24:6-2 Kronieken 31:13
- 54.2 Kronieken 31:14-Ezra 3:5
- 55.Ezra 3:8-Nehemia 2:20
- 56.Nehemia 3:12-Nehemia 11:17
- 57.Nehemia 11:20-Esther 8:5
- 58.Esther 8:6-Job 12:14
- 59.Job 12:22-Job 28:2
- 60.Job 28:3-Job 38:25
- 61.Job 38:26-Psalmen 22:29
- 62.Psalmen 22:30-Psalmen 50:21
- 63.Psalmen 51:6-Psalmen 78:64
- 64.Psalmen 78:66-Psalmen 105:16
- 65.Psalmen 105:23-Psalmen 136:11
- 66.Psalmen 136:14-Spreuken 12:20
- 67.Spreuken 12:23-Spreuken 21:8
- 68.Spreuken 21:9-Prediker 2:13
- 69.Prediker 2:15-Hooglied 8:4
- 70.Hooglied 8:6-Jesaja 10:22
- 71.Jesaja 10:23-Jesaja 24:5
- 72.Jesaja 24:6-Jesaja 34:16
- 73.Jesaja 34:17-Jesaja 45:23
- 74.Jesaja 45:25-Jesaja 63:4
- 75.Jesaja 63:7-Jeremia 7:23
- 76.Jeremia 7:24-Jeremia 17:12
- 77.Jeremia 17:15-Jeremia 26:23
- 78.Jeremia 27:1-Jeremia 34:20
- 79.Jeremia 34:21-Jeremia 44:1
- 80.Jeremia 44:2-Jeremia 51:27
- 81.Jeremia 51:28-Ezechiël 3:11
- 82.Ezechiël 3:13-Ezechiël 12:10
- 83.Ezechiël 12:12-Ezechiël 20:31
- 84.Ezechiël 20:38-Ezechiël 27:32
- 85.Ezechiël 27:34-Ezechiël 34:27
- 86.Ezechiël 34:28-Ezechiël 40:38
- 87.Ezechiël 40:39-Ezechiël 45:16
- 88.Ezechiël 45:17-Daniël 3:26
- 89.Daniël 3:27-Daniël 11:5
- 90.Daniël 11:6-Hosea 14:4
- 91.Joël 1:1-Obadja 1:10
- 92.Obadja 1:11-Habakuk 2:6
- 93.Habakuk 2:8-Zacharia 4:3
- 94.Zacharia 4:6-Zacharia 14:21
- 95.Maleachi 1:1-Mattheüs 9:24
- 96.Mattheüs 9:25-Mattheüs 15:3
- 97.Mattheüs 15:5-Mattheüs 25:1
- 98.Mattheüs 25:14-Markus 4:26
- 99.Markus 4:27-Markus 10:27
- 100.Markus 10:30-Lukas 1:21
- 101.Lukas 1:23-Lukas 8:8
- 102.Lukas 8:10-Lukas 13:20
- 103.Lukas 13:21-Lukas 22:2
- 104.Lukas 22:3-Johannes 3:5
- 105.Johannes 3:6-Johannes 10:25
- 106.Johannes 10:28-Johannes 19:19
- 107.Johannes 19:20-Handelingen 5:33
- 108.Handelingen 5:34-Handelingen 13:29
- 109.Handelingen 13:31-Handelingen 23:6
- 110.Handelingen 23:8-Romeinen 4:11
- 111.Romeinen 4:14-Romeinen 13:5
- 112.Romeinen 13:11-1 Corinthiërs 12:6
- 113.1 Corinthiërs 12:8-2 Corinthiër 8:11
- 114.2 Corinthiër 8:16-Efeziërs 3:12
- 115.Efeziërs 3:15-1 Thessalonicenzen 2:13
- 116.1 Thessalonicenzen 2:16-Hebreeën 6:4
- 117.Hebreeën 6:5-Hebreeën 13:7
- 118.Hebreeën 13:9-1 Johannes 2:8
- 119.1 Johannes 2:9-Openbaring 9:4
- 120.Openbaring 9:7-Openbaring 22:13
- 121.Openbaring 22:16-Openbaring 22:19
Verwante onderwerpen
- 40 Tot 50 jaar
- Aanbieden Van Granen En Plengoffers
- Aanvaarden Van Christus
- Aard Van Evangelisatie
- Abraham
- Afkeer
- Afleiding
- Afwerpen
- Alcohol
- Alles Gebeurt Voor Een Reden
- Altaar Van De Heer
- Altaren Bouwen
- Alwetende God
- Amen
- Andere Goden
- Angst Voor Andere Mensen
- Antwoord
- Babylon
- Beantwoorde Beloften
- Bedden
- Beeld
- Begin
- Begrip
- Belang
- Beleden Zonde
- Bergen
- Beroepen
- Beslissingen Nemen
- Beslissingen Nemen
- Besprenkelen
- Bestraffing Door God
- Bewaarders
- Beweringen
- Bezittingen
- Beëindiging
- Bijzondere Dingen
- Blij Zijn En Van Het Leven Genieten
- Blijven Geloven
- Bloed
- Bloed Sprenkelen
- Bossen
- Boten
- Bouw
- Bovenop Het Dak
- Brandhout
- Brood
- Buigen
- Buiging
- Buitenaardse Wezens
- Buitengaan
- Cederhout
- Christus
- Conflict Oplossen
- Dag Van De HEER
- Dageraad
- De Aanwezigheid Van God
- De Aard Van Discipelschap
- De Aard Van Eeuwig Leven
- De Aard Van Geloof
- De Aard Van God Kennen
- De Aard Van Menselijke Wijsheid
- De Aard Van Onderdrukking
- De Aard Van Zonde
- De Aarde Verzorgen
- De Betekenis Van Mozes
- De Bijbel Lezen
- De Bron Van Menselijke Wijsheid
- De Daad Van Openen
- De Doden
- De Dood Van Christus
- De Eerste Tempel
- De Functie Van Priesters In De Tijd Van OT
- De Gerechtigheid Van God
- De Komst Van Het Koninkrijk Van God
- De Kracht Van God
- De Kracht Van Woorden
- De Legale Aspecten Van Bestraffing
- De Maan
- De Menselijke Beschrijvingen Van God
- De Namen Voor Christus
- De Oorsprong Van Het Kwaad
- De Openbaring Van God
- De Reachtie Van Gelovigen Tegen Het Kwaad
- De Rol Van Vrouwen
- De Soevereiniteit Van God
- De Toekomst
- De Wereld
- De Zee
- De Zon
- Deelname In Christus
- Delen
- Delen In Christus
- Dertig
- Dienaren Van De Heer
- Doden Zal Gebeuren
- Doelen
- Dood
- Dood Van Een Kind
- Dood Van Geliefde
- Doodstraf
- Door De Mens In Leven Gehouden Worden
- Duisternis
- Een Goede Dag Hebben
- Een Nieuwe Dag
- Een Nieuwe Start
- Eenzaamheid
- Eeuwig Leven
- Eeuwigheid
- Eigendom, Huizen
- Einde Van Dagen
- Eindigen
- Eindtijd
- Engelen Die Gods Werk Doen
- Ethiek En Gratie
- Evangelisatie
- Evangeliseren
- Evangeliseren
- Feesten
- Focus
- Funderingen
- Gasten
- Gebaren
- Geboden in OT
- Gedood Worden Door Het Zwaard
- Geesten
- Geheimhouding
- Gehoorzaamheid
- Geld Aan De Kerk Geven
- Geld Sparen
- Geld Zegeningen
- Geldmiddelen
- Geloof Als De Basis Van Redding
- Geloof Hebben
- Geloof In God
- Geloof kjv
- Geluid
- Generaties
- Genieten Van Het Leven
- Genoemde Profeten Van De Heer
- Gered Worden
- Gereedschap
- Geruchten
- Geschiedenis
- Geurtjes
- Gevallen En Verlost Hart
- Gevangenen
- Gevolgen
- Gevolgen Van Twijfel
- Gezicht Van God
- Gezondheid En Genezen
- Gideon
- God Als Rechter
- God Behagen
- God Dodend
- God Gaf Het Land
- God Haalt Israël Uit Egypte
- God Tegen
- God Verandert Slechte Dingen In Goed
- God Verheft De Mens
- God Verschijnt In Vuur
- God, De Eeuwige
- God, De Heer
- God, Levend En Zelfvoorzienend
- Goddelijk Hart
- Gods Hand
- Gods Onthulde Dingen
- Gods Plan
- Gods Plan
- Gods Plan Voor Ons
- Gods Redding Bekend Gemaakt
- Gods Schepping
- Gods Stem
- Gods Verborgen Dingen
- Gods Werk Verhinderen
- Gods Woord Is Rechtvaardig
- Gods Zwaard
- Goud
- Gouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel
- Graan
- Gras
- Grenzen
- Gretigheid
- Gunst
- Haar
- Hand Van God
- Handicaps
- Hardheid Van Hart
- Haren
- Harpen
- Hart En De Heilige Geest
- Hebzucht
- Hebzucht
- Heersers
- Heiligdom
- Heiligdommen
- Heiligheid, Afzonderlijk Voor God
- Herfst
- Herstel
- Het Bloed Van Jezus
- Het Brein
- Het Bronzen Altaar Opzetten
- Het Doel Van God
- Het Einde Van De Wereld
- Het Evangelie Verspreiden
- Het Graf
- Het Instituut Priesters In De Tijd Van OT
- Het Juiste Doen
- Het Koninkrijk Binnengaan
- Het Kruis
- Het Lichaam
- Het Nieuw Verbond
- Het Schrift Lezen
- Het Verbond Breken
- Het Woord Van God
- Historische Boeken
- Homohuwelijk
- Honderd
- Hoofden
- Hoop En Geloof
- Horen
- Huilen
- Huisdieren
- Huizen
- Identiteit Van Evangelisatie
- Ijver
- Ijzer
- Immigranten
- In De Tegenwoordigheid Van De Mens
- Ingang Tot Het Koninkrijk Van God
- Israël Op De Vlucht
- Jacob De Patriarch
- Jaren
- Je Lichaam Verzorgen
- Jona
- Juk
- Kanker Genezen
- Karakter Van Het Kwaad
- Kleur
- Koken
- Koningen Van Juda
- Kookpot
- Korte Tijd Voor Actie
- Kwellingen
- Laatste Dagen
- Laatste Dingen
- Laatste Oordeel
- Lammeren
- Land
- Leven Voor Het Materiële
- Leven Zoeken
- Levensdoel
- Lichaam
- Lichamelijke Zwakte
- Liefde En De Wereld
- Lijst van koningen van Israël
- Linnen
- Lippen
- Lof
- Maand
- Menselijk Belang Van Wijsheid
- Menselijk Hart
- Menselijke En Goddelijke Heerschappij
- Menselijke Macht
- Mensen Uit Je Leven Verwijderen
- Mensen Verbranden
- Mensenetende Dieren
- Meren
- Messiaanse Profetieën
- Ministerie
- Missie Van Israël
- Monden
- Morgen
- Motieven
- Munstelsel
- Muren
- Naar De Hemel Gaan
- Naar De Kerk Gaan
- Naar Een Nieuwe Plek Gaan
- Nacht
- Namen En Titels Voor Christus
- Namen En Titels Voor De Christenen
- Namen En Titels Voor De Kerk
- Natuurlijk Leven
- Natuurlijke Rampen
- Nederigheid
- Nederlaag
- Neuzen
- Niet Sterven
- Ochtend
- Offer Op Het Bronzen Altaar
- Offeringen Doden
- Offers Verbranden
- Olie
- Onbepaalde Sommen Geld
- Ondersteuning
- Ongelovigen Beschreven Als
- Ontmoediging
- Ontrouw Aan God
- Ontrouw Tegenover God
- Oordeel
- Oorzaken Van Lijden
- Oost
- Opgefriste God
- Opslaan
- Ovens
- Overwinnen
- Paaslam
- Perfecte Offers
- Pijn En Verraad
- Plechtigheden
- Poorten
- Positief Blijven
- Praktische Zaken Omtrent Het Gebed
- Prediking
- Priesters Die Verzoenen
- Proces
- Rechtbanken Van De Tempel
- Rechtvaardig Door Geloof
- Redding
- Regen
- Reine Kledij
- Relatie Tussen Vader En Zoon
- Relaties Opbouwen
- Rest
- Richting
- Rivieren
- Rivieren En Stromen
- Roken
- Ruimte
- Saul
- Schaamte Over Slecht Gedrag
- Schapen
- Schat
- Schilden
- School
- Schreeuwen
- Schrijven
- Sex
- Sexuele Immoraliteit
- Sociale Ethiek
- Soorten Muziekinstrumenten
- Spiritueel Licht
- Spirituele Armoede
- Staan
- Stad
- Stemmen
- Sterk Blijven En Niet Opgeven
- Sterk Eindigen
- Stilte
- Stof
- Straf
- Strijdwagens
- Succes En Hard Werk
- Symbolen
- Taal
- Tafels
- Tekenen En Wonderen Van Het Evangelie
- Tekenen Van De Tijd
- Tekenen Van Het Einde Der Tijden
- Tekort Aan Andere Dingen Dan Voedsel
- Tenten
- Testen
- Theofanie
- Tien Dingen
- Tien Mensen
- Tienden En Offers
- Tijd Van Vrede
- Toekomst
- Trompet
- Troon
- Trouw Tot God
- Types
- Types Van Christus
- Types Van Heilige Geest
- Uitpikken
- Vals Vertrouwen
- Valse Goden
- Vanuit Het Noorden
- Vennootschap
- Verandering En Groei
- Verbintenis Tot God
- Verboden Voedsel
- Verbond
- Verdergaan
- Verdriet
- Verjonging
- Verkennen
- Verlies
- Verlies Van Een Geliefde
- Verloren Zijn
- Verspreiden
- Versterkingen
- Vertrouw In Relaties
- Vervulling
- Verwezenlijkingen
- Verzoening
- Verzoening
- Verzoening
- Vet Van Offers
- Viering
- Vijanden Van Israël En Juda
- Vis
- Visie
- Vlees Eten
- Vleesoffers
- Vleugels
- Voedsel
- Voedsel Voor Priesters Beschreven
- Voeten
- Vogels
- Volg De Geboden
- Voorbeelden Van Aanmoediging
- Voorbeelden Van Geloof
- Voorbij Jordanië
- Voorbode
- Voorspelling Eindtijd
- Voorspellingen Over Christus
- Voortdurend
- Vreemdelingen
- Vrije Wil
- Vroeg Opstaan
- Vruchtbaar Zijn
- Vuur
- Waarde
- Waardigheid
- Wedstrijd
- Weed
- Wegen
- Weken
- Werken Voor De Heer
- Weten Over Gods Koninkrijk
- Winst
- Woord Van God
- Wormen
- Zaad Zaaien
- Zaaien
- Zaden
- Zaden Planten
- Zand En Grind
- Zee
- Zegeningen En Voorspoed
- Zeilen
- Zelfbeeld
- Zeuren
- Zeven Dagen
- Zeven Dagen Voor Juridische Zaken
- Zich Verloren Voelen
- Ziektes
- Zij Die Van Israël Moeten Worden Afgesneden
- Zij Die Vroeg Opstonden
- Zilver
- Zitten
- Zon
- Zonde Veroorzaakt Dood
- Zorgen
- Zwaarden