'Aarde' in de Bijbel
Hij neemt het hart van de hoofden des volks der aarde weg, en doet hen dwalen in het woeste, waar geen weg is.
Indien zijn wortel in de aarde veroudert, en zijn stam in het stof versterft;
De wateren vermalen de stenen, het stof der aarde overstelpt het gewas, dat van zelf daaruit voortkomt; alzo verderft Gij de verwachting des mensen.
Hij zal niet rijk worden, en zijn vermogen zal niet bestaan; en hun volmaaktheid zal zich niet uitbreiden op de aarde.
Zijn schutters hebben mij omringd; Hij heeft mijn nieren doorspleten, en niet gespaard; Hij heeft mijn gal op de aarde uitgegoten.
O, aarde! bedek mijn bloed niet; en voor mijn geroep zij geen plaats.
O gij, die zijn ziel verscheurt door zijn toorn! Zal om uwentwil de aarde verlaten worden, en zal een rots versteld worden uit haar plaats?
Zijn gedachtenis zal vergaan van de aarde, en hij zal geen naam hebben op de straten.
De hemel zal zijn ongerechtigheid openbaren, en de aarde zal zich tegen hem opmaken.
Hij is licht op het vlakke der wateren; vervloekt is hun deel op de aarde; hij wendt zich niet tot den weg der wijngaarden.
Hij breidt het noorden uit over het woeste; Hij hangt de aarde aan een niet.
Uit de aarde komt het brood voort, en onder zich wordt zij veranderd, alsof zij vuur ware.
Want Hij schouwt tot aan de einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen.
Wie heeft Hem gesteld over de aarde, en wie heeft de ganse wereld geschikt?
Die ons geleerder maakt dan de beesten der aarde, en ons wijzer maakt dan het gevogelte des hemels?
Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden der aarde.
Want Hij zegt tot de sneeuw: Wees op de aarde; en tot den plasregens des regens; dan is er de plasregen Zijner sterke regenen.
Die keert zich dan naar Zijn wijzen raad door ommegangen, dat zij doen al wat Hij ze gebiedt, op het vlakke der wereld, op de aarde.
Hoe uw klederen warm worden, als Hij de aarde stil maakt uit het zuiden?
Waar waart gij, toen Ik de aarde grondde? Geef het te kennen, indien gij kloek van verstand zijt.
Toen Ik voor haar met Mijn besluit de aarde doorbrak, en zette grendel en deuren;
Opdat hij de einden der aarde vatten zou; en de goddelozen uit haar uitgeschud zouden worden?
Zijt gij met uw verstand gekomen tot aan de breedte der aarde? Geef het te kennen, indien gij dit alles weet.
Waar is de weg, daar het licht verdeeld wordt, en de oostenwind zich verstrooit op de aarde?
Weet gij de verordeningen des hemels, of kunt gij deszelfs heerschappij op de aarde bestellen?
Dat zij haar eieren in de aarde laat, en in het stof die verwarmt.
Met schudding en beroering slokt het de aarde op, en gelooft niet, dat het is het geluid der bazuin.
Op de aarde is niets met hem te vergelijken, die gemaakt is om zonder schrik te wezen.
De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, zeggende:
Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting.
Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde!
Zo vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof wonen! Sela.
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Gitthith. (1a) O HEERE, onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! Gij, die Uw majesteit gesteld hebt boven de hemelen.
[ (Psalms 8:10) O HEERE, onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! ]
Om den wees en verdrukte recht te doen; opdat een mens van de aarde niet meer voortvare geweld te bedrijven.
Maar tot de heiligen, die op de aarde zijn, en de heerlijken, in dewelke al mijn lust is.
In onzen gang hebben zij ons nu omsingeld, zij zetten hun ogen op ons ter aarde nederbukkende.
Toen daverde en beefde de aarde, en de gronden der bergen beroerden zich en daverden, omdat Hij ontstoken was.
Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de zon.
Gij zult hun vrucht van de aarde verdoen, en hun zaad van de kinderen der mensen.
Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden.
Alle vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in het stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken; en die zijn ziel bij het leven niet kan houden.
Een psalm van David. De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, en die daarin wonen.
Nun. Zijn ziel zal vernachten in het goede, en zijn zaad zal de aarde beerven.
Hij heeft gerechtigheid en gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid des HEEREN.
Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken.
Hij ziet uit van Zijn vaste woonplaats op alle inwoners der aarde.
Pe. Het aangezicht des HEEREN is tegen degenen, die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien.
Beth. Vertrouw op den HEERE, en doe het goede; bewoon de aarde, en voed u met getrouwigheid.
Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar die den HEERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten.
De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede.
Want zijn gezegenden zullen de aarde erfelijk bezitten; maar zijn vervloekten zullen uitgeroeid worden.
De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen.
Koph. Wacht op den HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de aarde erfelijk te bezitten; gij zult zien, dat de goddelozen worden uitgeroeid.
De HEERE zal hem bewaren, en zal hem bij het leven behouden; hij zal op aarde gelukzalig gemaakt worden. Geef hem ook niet over in zijner vijanden begeerte.
Want onze ziel is in het stof nedergebogen; onze buik kleeft aan de aarde.
In plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen tot vorsten zetten over de ganse aarde.
Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeen;
De heidenen raasden, de koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde versmolt.
Komt, aanschouwt de daden des HEEREN, Die verwoestingen op aarde aanricht.
Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, de boog verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur verbrandt.
Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde.
Want de HEERE, de Allerhoogste, is vreselijk, een groot Koning over de ganse aarde.
Want God is een Koning der ganse aarde; psalmzingt met een onderwijzing!
[ (Psalms 47:10) De edelen der volken zijn verzameld tot het volk van den God van Abraham; want de schilden der aarde zijn Godes. Hij is zeer verheven! ]
Schoon van gelegenheid, een vreugde der ganse aarde is de berg Sion, aan de zijden van het noorden; de stad des groten Konings.
Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid.
Een psalm van Asaf. De God der goden, de HEERE spreekt, en roept de aarde, van den opgang der zon tot aan haar ondergang.
Hij zal roepen tot den hemel van boven, en tot de aarde, om Zijn volk te richten.
Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde.
[ (Psalms 57:12) Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde. ]
Ja, gij werkt ongerechtigheden in het hart; gij weegt het geweld uwer handen op de aarde.
[ (Psalms 58:12) En de mens zal zeggen: Immers is er vrucht voor den rechtvaardige; immers is er een God, Die op de aarde richt. ]
Verteer hen in grimmigheid; verteer hen, dat zij er niet zijn, en laat hen weten, dat God heerser is in Jakob, ja, tot aan de einden der aarde. Sela.
Maar dezen, die mijn ziel zoeken tot verwoesting, zullen komen in de onderste plaatsen der aarde.
Vreselijke dingen zult Gij ons in gerechtigheid antwoorden, o God onzes heils! o Vertrouwen aller einden der aarde, en der verre gelegenen aan de zee!
Gij maakt zijn omgeploegde aarde dronken; Gij doet ze dalen in zijn voren; Gij maakt het week door de druppelen; Gij zegent zijn uitspruitsel.
Een lied, een psalm, voor den opperzangmeester. Juicht Gode, gij ganse aarde!
De ganse aarde aanbidde U, en psalmzinge U; zij psalmzinge Uw Naam. Sela.
Opdat men op de aarde Uw weg kenne, onder alle heidenen Uw heil.
De natien zullen zich verblijden en juichen, omdat Gij de volken zult richten in rechtmatigheid; en de natien op de aarde die zult Gij leiden. Sela.
De aarde geeft haar gewas; God, onze God, zal ons zegenen.
[ (Psalms 67:8) God zal ons zegenen; en alle einden der aarde zullen Hem vrezen. ]
Daverde de aarde, ook dropen de hemelen voor Gods aanschijn; zelfs deze Sinai, voor het aanschijn Gods, des Gods van Israel.
Gij koninkrijken der aarde, zingt Gode; psalmzingt den Heere! Sela.
Dat Hem prijzen de hemel en de aarde, de zeeen, en al wat daarin wriemelt.
Gij, Die mij veel benauwdheden en kwaden hebt doen zien, zult mij weder levend maken, en zult mij weder ophalen uit de afgronden der aarde.
Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de druppelen, die de aarde bevochtigen.
En hij zal heersen van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde.
Is er een hand vol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon; en die van de stad zullen bloeien als het kruid der aarde.
En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de ganse aarde worde met Zijn heerlijkheid vervuld. Amen, ja, amen.
Zij zetten hun mond tegen den hemel, en hun tong wandelt op de aarde.
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Zij hebben Uw heiligdommen in het vuur gezet; ter aarde toe hebben zij de woning Uws Naams ontheiligd.
Evenwel is God mijn Koning van ouds af, Die verlossingen werkt in het midden der aarde.
Gij hebt al de palen der aarde gesteld; zomer en winter, die hebt Gij geformeerd.
Want in des HEEREN hand is een beker, en de wijn is beroerd, vol van mengeling, en Hij schenkt daaruit; doch alle goddelozen der aarde zullen zijn droesemen uitzuigende drinken.
Gij deedt een oordeel horen uit den hemel; de aarde vreesde en werd stil,
Als God opstond ten oordeel, om alle zachtmoedigen der aarde te verlossen. Sela.
Zoekresultaten vervolgd...
Verwante onderwerpen
- Aanvaarden Van Anderen
- Aanvaarden Van Christus
- Aanvaarden Van Elkaar
- Aanvaarden Van Geschenken
- Aanvaarden Van Het Evangelie
- Aanvaarden Van Instructies
- Aanvaarden Van Slagen
- Aanvaarden Van Steekpenningen
- Aarde
- Aarde In Brand
- Aarde, Behorend Tot God
- Aarde, De Glorie Van God
- Aarde, Oordeel Van
- Baarden
- Beloftes Over De Aarde
- Beschrijving Van De Aarde
- Bewaarders
- Boomgaarden
- Christus Met Mensen Op Aarde
- De Aarde
- De Aarde Bedekken
- De Aarde Bewerken
- De Aarde Gevuld Met God
- De Aarde Kleden
- De Aarde Verzorgen
- De Regenboog
- De Soevereiniteit Van God
- Fundament Van De Aarde
- Gevangenisbewaarders
- Geweld Op Aarde
- God Ondersteunt De Aarde
- God Schudt De Aarde
- God Voedt De Aarde
- God Ziet Gans De Aarde
- Gods Redding Bekend Gemaakt
- Gods Stem
- Hemel En Aarde
- Hemel Is Beter Dan Aarde
- Het Eeuwig Koninkrijk, Aarde Gevuld Met Kennis Van God
- Kennis Waarderen
- Landbouw, Voorwaarden
- Metaforische Wijngaarden
- Niet Bewaarde Boeken
- Nieuwe Aarde
- Nieuwe Hemelen En Nieuwe Aarde
- Onvoorwaardelijke Liefde
- Op Paarden Rijden
- Paarden
- Regenboog
- Schatbewaarder
- Schatten Op Aarde Opslaan
- Schepping Van De Aarde
- Schepping Van De Aarde
- Schoonheid En Zelfwaarde
- Vergeving Van Zonde Aanvaarden
- Vernietigen Van Wijngaarden
- Vernietiging Van De Aarde
- Verwerven Van Paarden
- Voorwaarden Van Het Verbond In De Sinaï
- Voorwaarden Voor Vruchtbaarheid
- Waarde
- Waarde
- Waarden
- Waardering
- Waardering Van Mensen
- Waardering Voor Voorgangers
- Waardevol
- Waardevolle Stenen
- Welke Waarde Heeft De Mens?
- Wijngaarden
- Wijngaarden Planten
- Zeevaarders
- Zelfwaarde
- Zwaarden