'Kwaad' in de Bijbel
Nun. Bewaar uw tong van het kwaad, en uw lippen van bedrog te spreken.
Samech. Wijk af van het kwaad, en doe het goede; zoek den vrede, en jaag dien na.
Pe. Het aangezicht des HEEREN is tegen degenen, die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien.
Laat hen beschaamd en te schande worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en schaamrood worden, die kwaad tegen mij bedenken.
Zij vergelden mij kwaad voor goed, de beroving mijner ziel.
Laat hen beschaamd en te zamen schaamrood worden, die zich in mijn kwaad verblijden; laat hen met schaamte en schande bekleed worden, die zich tegen mij groot maken.
Hij bedenkt onrecht op zijn leger; hij stelt zich op een weg, die niet goed is; het kwaad verwerpt hij niet.
He. Laat af van toorn, en verlaat de grimmigheid; ontsteek u niet, immers niet, om kwaad te doen.
En die mijn ziel zoeken, leggen mij strikken; en die mijn kwaad zoeken, spreken verdervingen, en zij overdenken den gansen dag listen.
En die kwaad voor goed vergelden, staan mij tegen, omdat ik het goede najaag.
Laat hen te zamen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken, om die te vernielen; laat hen achterwaarts gedreven worden, en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.
Mijn vijanden spreken kwaad van mij, zeggende: Wanneer zal hij sterven, en zijn naam vergaan?
Al mijn haters mompelen te zamen tegen mij; ze bedenken tegen mij, hetgeen mij kwaad is, zeggende:
Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein zijt in Uw richten.
Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester. (1a) Als Doeg, de Edomiet, gekomen was, en Saul te kennen gegeven, en tot hem gezegd had: David is gekomen ten huize van Achimelech. (1b) Wat beroemt gij u in het kwaad, o gij geweldige? Gods goedertierenheid duurt toch den gansen dag.
Hij zal dit kwaad mijn verspieders vergelden; roei hen uit door Uw waarheid.
Hoe lang zult gijlieden kwaad aanstichten tegen een man? Gij allen zult gedood worden; gij zult zijn als een ingebogen wand, een aangestoten muur.
Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.
Laat hen beschaamd worden, laat hen verteerd worden, die mijn ziel tegen zijn; laat hen met smaad en schande overdekt worden, die mijn kwaad zoeken.
Ook zal mijn tong Uw gerechtigheid den gansen dag uitspreken, want zij zijn beschaamd, want zij zijn schaamrood geworden, die mijn kwaad zoeken.
Verblijd ons naar de dagen, in dewelke Gij ons gedrukt hebt, naar de jaren, in dewelke wij het kwaad gezien hebben.
U zal geen kwaad wedervaren, en geen plage zal uw tent naderen.
Tast Mijn gezalfden niet aan, en doet Mijn profeten geen kwaad.
Daarna verminderen zij, en komen ten onder, door verdrukking, kwaad en droefenis.
En zij hebben mij kwaad voor goed opgelegd, en haat voor mijn liefde.
Dit zij het werkloon mijner tegenstanders van den HEERE, en dergenen, die kwaad spreken tegen mijn ziel.
Mem. Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen; Nun. zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE.
De HEERE zal u bewaren van alle kwaad; uw ziel zal Hij bewaren.
Geef, HEERE! de begeerten des goddelozen niet; bevorder zijn kwaad voornemen niet; zij zouden zich verheffen. Sela.
Die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden;
Smeed geen kwaad tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont.
Twist met een mens niet zonder oorzaak, zo hij u geen kwaad gedaan heeft.
Want zij slapen niet, zo zij geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen.
Ik ben bijna in alle kwaad geweest, in het midden der gemeente en der vergadering!
In zijn hart zijn verkeerdheden, hij smeedt te aller tijd kwaad; hij werpt twisten in.
Een hart, dat ondeugdzame gedachten smeedt; voeten, die zich haasten, om tot kwaad te lopen;
Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.
Bedrog is in het hart dergenen, die kwaad smeden; maar degenen die vrede raden, hebben blijdschap.
Den rechtvaardigen zal geen leed wedervaren; maar de goddelozen zullen met kwaad vervuld worden.
Een goddeloze bode zal in het kwaad vallen; maar een trouw gezant is medicijn.
Het kwaad zal de zondaars vervolgen; maar den rechtvaardige zal men goed vergelden.
Dwalen zij niet, die kwaad stichten? Maar weldadigheid en trouw is voor degenen, die goed stichten.
De goddeloze zal heengedreven worden in zijn kwaad; maar de rechtvaardige betrouwt zelfs in zijn dood.
Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.
De baan der oprechten is van het kwaad af te wijken; hij behoedt zijn ziel, die zijn weg bewaart.
Een Belialsman graaft kwaad; en op zijn lippen is als brandend vuur.
Hij sluit zijn ogen, om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende, volbrengt hij het kwaad.
Zekerlijk, de wederspannige zoekt het kwaad; maar een wrede bode zal tegen hem gezonden worden.
Die kwaad voor goed vergeldt, het kwaad zal van zijn huis niet wijken.
Wie verdraaid is van hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met zijn tong, zal in het kwaad vallen.
De vreze des HEEREN is ten leven; want men zal verzadigd zijnde vernachten; met het kwaad zal men niet bezocht worden.
Een koning, zittende op den troon des gerichts, verstrooit alle kwaad met zijn ogen.
Het is kwaad, het is kwaad! zal de koper zeggen; maar als hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen.
Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; wacht op den HEERE, en Hij zal u verlossen.
De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen.
De rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als God de goddelozen in het kwaad stort.
Een kloekzinnig mens ziet het kwaad, en verbergt zich; maar de slechten gaan henen door, en worden gestraft.
Die denkt om kwaad te doen, dien zal men een meester van schandelijke verdichtselen noemen.
Want de rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan; maar de goddelozen zullen in het kwaad nederstruikelen.
Opdat het de HEERE niet zie, en het kwaad zij in Zijn ogen en Hij Zijn toorn van hem afkere.
Opdat degene, die het hoort, u niet smade; want uw kwaad gerucht zou niet afgekeerd worden.
De kloekzinnige ziet het kwaad, en verbergt zich; de slechten gaan henen door, en worden gestraft.
Welgelukzalig is de mens, die geduriglijk vreest; maar die zijn hart verhardt, zal in het kwaad vallen.
Zo gij dwaselijk gehandeld hebt, met u te verheffen, en zo gij kwaad bedacht hebt, de hand op den mond!
Gimel. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.
Daarom haatte ik dit leven, want dit werk dacht mij kwaad, dat onder de zon geschiedt; want het is al ijdelheid en kwelling des geestes.
Want er is een mens, wiens arbeid in wijsheid, en in wetenschap, en in geschikkelijkheid is; nochtans zal hij die overgeven tot zijn deel, aan een mens, die daaraan niet gearbeid heeft. Dit is ook ijdelheid en een groot kwaad.
Er is geen einde van al het volk, van allen, die voor hen geweest zijn; de nakomelingen zullen zich ook over hem niet verblijden; gewisselijk, dat is ook ijdelheid en kwelling des geestes. [ (Ecclesiastes 4:17) Bewaar uw voet, als gij tot het huis Gods ingaat, en zijt liever nabij om te horen, dan om der zotten slachtoffer te geven; want zij weten niet, dat zij kwaad doen. ]
Er is een kwaad, dat krankheid aanbrengt, hetwelk ik zag onder de zon: rijkdom van zijn bezitters bewaard tot hun eigen kwaad.
Daarom is dit ook een kwaad, dat krankheid aanbrengt; dat hij in alle manier, gelijk hij gekomen is, alzo heengaat; en wat voordeel is het hem, dat hij in den wind gearbeid heeft?
Er is een kwaad, dat ik gezien heb onder de zon, en het is veel onder de mensen:
Want een ieder voornemen heeft tijd en wijze, dewijl het kwaad des mensen veel is over hem.
Omdat niet haastelijk het oordeel over de boze daad geschiedt, daarom is het hart van de kinderen der mensen in hen vol om kwaad te doen.
Hoewel een zondaar honderd maal kwaad doet, en God hem de dagen verlengt; zo weet ik toch, dat het dien zal welgaan, die God vrezen, die voor Zijn aangezicht vrezen.
Dit is een kwaad onder alles, wat onder de zon geschiedt, dat enerlei ding allen wedervaart, en dat ook het hart der mensenkinderen vol boosheid is, en dat er in hun leven onzinnigheden zijn in hun hart; en daarna moeten zij naar de doden toe.
Er is nog een kwaad, dat ik gezien heb onder de zon, als een dwaling, die van het aangezicht des oversten voortkomt.
Geef een deel aan zeven, ja, ook aan acht; want gij weet niet, wat kwaad op de aarde wezen zal.
Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.
Wast u, reinigt u, doet de boosheid uwer handelingen van voor Mijn ogen weg, laat af van kwaad te doen.
Het gelaat huns aangezichts getuigt tegen hen, en hun zonden spreken zij vrij uit, gelijk Sodom; zij verbergen ze niet. Wee hunlieder ziel; want zij doen zichzelven kwaad.
Wee dengenen, die het kwade goed heten, en het goede kwaad; die duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis; die het bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid!
Omdat de Syrier kwaad tegen u beraadslaagd heeft, met Efraim en den zoon van Remalia, zeggende:
Nochtans is Hij ook wijs, en Hij doet het kwaad komen, en trekt Zijn woorden niet terug; maar Hij zal Zich opmaken tegen het huis der boosdoeners, en tegen de hulp dergenen, die ongerechtigheid werken.
En eens gierigaards ganse gereedschap is kwaad; hij beraadslaagt schandelijke verdichtselen, om de ellendigen te bederven met valse redenen, en het recht, als de arme spreekt.
Verkondigt dingen, die hierna komen zullen, opdat wij weten, dat gij goden zijt; ja, doet goed, en doet kwaad, dat wij verbaasd staan, en te zamen toezien.
Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak den vrede en schep het kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen.
Daarom zal er over u een kwaad komen, gij zult den dageraad daarvan niet weten; en een verderf zal er op u vallen, hetwelk gij niet zult kunnen verzoenen; want er zal snellijk een onstuimige verwoesting over u komen, dat gij het niet weten zult.
Welgelukzalig is de mens, die zulks doet, en des mensen kind, dat daaraan vasthoudt; die den sabbat houdt, zodat gij dien niet ontheiligt, en die zijn hand bewaart van enig kwaad te doen.
De rechtvaardige komt om, en er is niemand, die het ter harte neemt; en de weldadige lieden worden weggeraapt, zonder dat er iemand op let, dat de rechtvaardige weggeraapt wordt voor het kwaad.
Ja, de waarheid ontbreekt er, en wie van het boze wijkt, stelt zich tot een roof; en de HEERE zag het, en het was kwaad in Zijn ogen, dat er geen recht was.
Ik zal ulieden ook ten zwaarde tellen, dat gij allen u ter slachting zult krommen, omdat Ik geroepen heb, maar gij hebt niet geantwoord, Ik gesproken heb, maar gij hebt niet gehoord, maar hebt gedaan, dat kwaad was in Mijn ogen, en hebt verkoren hetgeen, waaraan Ik geen lust heb.
De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen berg zegt de HEERE.
Ik zal ook verkiezen het loon hunner handelingen, en hun vreze zal Ik over hen doen komen, omdat Ik geroepen heb, en niemand antwoordde, Ik gesproken heb, en zij niet hoorden, maar deden dat kwaad is in Mijn ogen, en verkoren hetgeen waartoe Ik geen lust had.
En de HEERE zeide tot mij: Van het noorden zal zich dit kwaad opdoen over alle inwoners des lands.
Israel was den HEERE een heiligheid, de eerstelingen Zijner inkomste; allen, die hem opaten, werden voor schuldig gehouden; kwaad kwam hun over, spreekt de HEERE.
Uw boosheid zal u kastijden, en uw afkeringen zullen u straffen; weet dan en ziet, dat het kwaad en bitter is, dat gij den HEERE, uw God, verlaat, en Mijn vreze niet bij u is, spreekt de Heere, de HEERE der heirscharen.
Werpt de banier op naar Sion, vlucht met hopen, blijft niet staan! want Ik breng een kwaad aan van het noorden, en een grote breuk.
Zekerlijk, Mijn volk is dwaas, Mij kennen zij niet; het zijn zotte kinderen, en zij zijn niet verstandig; wijs zijn zij om kwaad te doen, maar goed te doen weten zij niet.
Zij verloochenen den HEERE, en zeggen: Hij is het niet, en ons zal geen kwaad overkomen, wij zullen noch zwaard noch honger zien.
Vlucht met hopen, gij kinderen van Benjamin! uit het midden van Jeruzalem, en blaast de bazuin te Thekoa, en heft een vuurteken op te Beth-Cherem; want er kijkt een kwaad uit van het noorden, en een grote breuk.
Verwante onderwerpen
- Aangevallen Door Het Kwaad
- Afkeren Van Het Kwaad
- Andere Mensen Kwaad Berokkenen
- Anoniemen Mensen Kwaad Tegen Anderen
- Bestraffing Van Het Kwaad
- Bestraffing Van Het Kwaad
- Boosaardigheid Van Het Kwaad
- Broederschap Met Het Kwaad
- Christus' Gezag Over Het Kwaad
- De Huidige Eeuw Van Het Kwaad
- De Neiging Van Het Hart Tot Kwaad
- De Oorsprong Van Het Kwaad
- De Reachtie Van Gelovigen Tegen Het Kwaad
- Duisternis Van Het Kwaad
- Eeuwig Kwaad
- Gefluister Van Het Kwaad
- Genegenheid Voor Het Kwaad
- Generaties Van Kwaad
- Genoemde Personen Die Kwaad Waren Op Anderen
- Gevlei Gebruikt Door Het Kwaad
- God Beoordeelt Het Kwaad
- God Die Kwaad Vloekt
- God Draait Het Kwaad Terug
- God Kwaad Op De Naties
- God Kwaad Op Individuen
- God Verandert Slechte Dingen In Goed
- God Verandert Van Gedachten
- God Zag Ervan Af Hen Kwaad Te Doen
- God Zal Kwaad Brengen
- God Zal Kwaad Zijn
- God Zal Niet Meer Kwaad Zijn
- Gods Onverdraagzaamheid Tegen Het Kwaad
- Gods Volk Zondigde
- Groei Van Het Kwaad
- Handoplegging Voor Het Kwaad
- Heersers Van Het Kwaad
- Het Kwaad Achterna Rennen
- Het Kwaad Haten
- Het Kwaad Niet Imiteren
- Het Kwaad Stoppen
- Het Kwaad Van Demonen
- Het Kwaad Van Trots
- Het Kwaad Voorgoed Betaald Zetten
- Het Kwaad Wegnemen
- Houden Van Het Kwaad
- Instemmen Met Het Kwaad
- Karakter Van Het Kwaad
- Kennis Over Goed En Kwaad
- Kinderen Van Het Kwaad
- Kus Van Kwaad
- Kwaad
- Kwaad Dat Spreekt
- Kwaad En Vrijheid
- Kwaad Met Kwaad Bestrijden
- Kwaad Toevoegen
- Kwaad Voor De Rechterhand
- Kwaadspreken
- Kwaadwilligen
- Kwade Plannen
- Laat God Niet Kwaad Zijn
- Laat Het Kwaad Terugkaatsten
- Langzaam Kwaad Te Maken Zijn
- Mensen Die Kwaad Berokkenen
- Mensen Die Mogelijk Kwaad Doen
- Natuurlijke Rampen
- Onderworpen Aan Het Kwaad
- Ontsnappen Aan Het Kwaad
- Onwetendheid Van Het Kwaad
- Opruien Tot Kwaad
- Overvloed Aan Kwaad
- Overwinning Op Het Kwaad
- Pad Van Het Kwaad
- Pijn
- Salarissen Voor Het Kwaad
- Tegenkanting Tegen Zonden En Kwaad
- Tekenen Van Het Kwaad
- Tijden Van Kwaad
- Tijdverdrijf Dat Leidt Tot Kwaad
- Toestellen Van Kwaad
- Uiterlijk Van Het Kwaad
- Verbeelding, Intriges Van Het Kwaad
- Verbonden In Het Kwaad
- Verenigingen Van Kwaad
- Vermijden Van Kwaad
- Vernietigen, Het Kwaad
- Vernietiging Van Het Kwaad
- Verstrikt In Kwaad
- Vluchtend Kwaad
- Voorspoed Van Het Kwaad
- Vrede In Het Kwaad
- Vreugde In Het Kwaad
- Vuur Van Het Kwaad
- Waarschuwing Tegen Het Kwaad
- Waarschuwing Tegen Kwaadaardig Verbond
- Wegen Van Het Kwaad
- Wegraken Uit Het Kwaad
- Zal God Kwaad Zijn?