'Goed' in de Bijbel
Om aan te nemen onderwijs van goed verstand, gerechtigheid, en recht, en billijkheden;
Alle kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen zullen wij met roof vullen.
Dan zult gij verstaan gerechtigheid, en recht, en billijkheden, en alle goed pad.
En vind gunst en goed verstand, in de ogen Gods en der mensen.
Vereer den HEERE van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten;
Onthoud het goed van zijn meesters niet, als het in het vermogen uwer hand is te doen.
En gevonden zijnde, vergeldt hij het zevenvoudig; hij geeft al het goed van zijn huis.
Rijkdom en eer is bij Mij, duurachtig goed en gerechtigheid.
Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring.
Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar de gerechtigheid redt van den dood.
Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de vergelding van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen.
Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder; maar een goed woord verblijdt het.
Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.
Er is een, die zichzelven rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die zichzelven arm maakt, en heeft veel goed.
Goed, van ijdelheid gekomen, zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen.
Goed verstand geeft aangenaamheid; maar de weg der trouwelozen is streng.
Het kwaad zal de zondaars vervolgen; maar den rechtvaardige zal men goed vergelden.
Die afkerig van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een goed man van zichzelven.
Dwalen zij niet, die kwaad stichten? Maar weldadigheid en trouw is voor degenen, die goed stichten.
De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit.
Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd!
Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet.
Een man des gewelds verlokt zijn naaste, en hij leidt hem in een weg, die niet goed is.
Die kwaad voor goed vergeldt, het kwaad zal van zijn huis niet wijken.
Een blij hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen.
Het is niet goed, den rechtvaardige ook te doen boeten, dat de prinsen iemand slaan zouden om hetgeen recht is.
Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen.
Des rijken goed is de stad zijner sterkte, en als een verheven muur in zijn inbeelding.
Ook is de ziel zonder wetenschap niet goed; en die met de voeten haastig is, zondigt.
Het goed brengt veel vrienden toe; maar de arme wordt van zijn vriend gescheiden.
Huis en goed is een erve van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van den HEERE.
Tweeerlei weegsteen is den HEERE een gruwel, en de bedriegelijke weegschaal is niet goed.
Die goed van oog is, die zal gezegend worden; want hij heeft van zijn brood den armen gegeven.
En door wetenschap worden de binnenkameren vervuld met alle kostelijk en liefelijk goed.
Eet honig, mijn zoon! want hij is goed, en honigzeem is zoet voor uw gehemelte.
Deze spreuken zijn ook van de wijzen. Het aangezicht in het gericht te kennen, is niet goed.
Veel honigs te eten is niet goed; maar de onderzoeking van de heerlijkheid van zulke dingen is eer.
Die zijn goed vermeerdert met woeker en met overwinst, vergadert dat voor dengene, die zich des armen ontfermt.
De aangezichten te kennen, is niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden.
Die zich haast naar goed, is een man van een boos oog; maar hij weet niet, dat het gebrek hem overkomen zal.
Een man, die de wijsheid bemint, verblijdt zijn vader; maar die een metgezel der hoeren is, brengt het goed door.
Beth. Het hart haars heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken.
Gimel. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.
Teth. Zij smaakt, dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (30)
- Exodus (3)
- Leviticus (7)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (12)
- Jozua (4)
- Richteren (3)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (17)
- 2 Samuël (17)
- 1 Koningen (10)
- 2 Koningen (5)
- 1 Kronieken (3)
- 2 Kronieken (8)
- Ezra (1)
- Nehemia (4)
- Esther (7)
- Job (8)
- Psalmen (42)
- Spreuken (44)
- Prediker (13)
- Hooglied (2)
- Jesaja (7)
- Jeremia (17)
- Klaagliederen (3)
- Ezechiël (6)
- Daniël (4)
- Hosea (3)
- Micha (2)
- Nahum (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (3)
- Maleachi (1)