911 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Man' in de Bijbel

En de vader van de jonge dochter zal tot de oudsten zeggen: Ik heb mijn dochter aan dezen man gegeven tot een vrouw; maar hij heeft haar gehaat;

VersbegrippenOprechtheidGeven In Het HuwelijkHuwelijk Tussen Man En VrouwHuwelijk KjvVaders En Dochter

Dan zullen de oudsten derzelver stad dien man nemen, en kastijden hem;

VersbegrippenAfranselenRechterlijke Straf

Wanneer er een jonge dochter zal zijn, die een maagd is, ondertrouwd aan een man, en een man haar in de stad zal gevonden, en bij haar gelegen hebben;

VersbegrippenWetten Van Sexuele VerbintenissenDoodstraf Voor Sexuele ZondeSex Voor Het HuwelijkSexuele ZuiverheidMaagdelijkheid

Zo zult gij ze beiden uitbrengen tot de poort derzelver stad, en gij zult hen met stenen stenigen, dat zij sterven; de jonge dochter, ter oorzake, dat zij niet geroepen heeft in de stad, en den man, ter oorzake dat hij zijns naasten vrouw vernederd heeft; zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen.

VersbegrippenTot De Poorten KomenInstructies Over Steniging

En indien een man een ondertrouwde jonge dochter in het veld gevonden, en de man haar verkracht en bij haar gelegen zal hebben, zo zal de man, die bij haar gelegen heeft, alleen sterven;

VersbegrippenDoodstraf

Maar de jonge dochter zult gij niets doen; de jonge dochter heeft geen zonde des doods; want gelijk of een man tegen zijn naaste opstond, en sloeg hem dood aan het leven, alzo is deze zaak.

Wanneer een man een jonge dochter zal gevonden hebben, die een maagd is, dewelke niet ondertrouwd is, en haar zal gegrepen en bij haar gelegen hebben, en zij gevonden zullen zijn;

VersbegrippenVerkrachtingWetten Van Sexuele VerbintenissenJong HuwelijkHuwelijk KjvMaagdelijkheid

Zo zal de man, die bij haar gelegen heeft, den vader van de jonge dochter vijftig zilverlingen geven, en zij zal hem ter vrouwe zijn, omdat hij haar vernederd heeft; hij zal ze niet mogen laten gaan al zijn dagen.

VersbegrippenVermijden Van ScheidingHuwelijk Tussen Man En VrouwSex Voor Het HuwelijkHuwelijkVoorhuwelijksMaagdelijkheid

Wanneer een man een vrouw zal genomen en die getrouwd hebben, zo zal het geschieden, indien zij geen genade zal vinden in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden heeft, dat hij haar een scheidbrief zal schrijven, en in haar hand geven, en ze laten gaan uit zijn huis.

VersbegrippenOverspel En ScheidingScheiding In OTScheiding Tussen GelovigenSchrijvenHuiselijk GeweldWetten Over ScheidingToegestane ScheidingVerontrustende IndividuenTweede HuwelijkHuwelijk Tussen Man En VrouwOntrouw

En deze laatste man haar gehaat, en haar een scheidbrief geschreven, en in haar hand gegeven, en haar uit zijn huis zal hebben laten gaan; of als deze laatste man, die ze voor zich tot een vrouw genomen heeft, zal gestorven zijn;

VersbegrippenToegestane Scheiding

Zo zal haar eerste man, die haar heeft laten gaan, haar niet mogen wedernemen, dat zij hem ter vrouwe zij, nadat zij is verontreinigd geworden; want dat is een gruwel voor het aangezicht des HEEREN; alzo zult gij het land niet doen zondigen, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft.

VersbegrippenAfkeer, Persverse SexualiteitTweede HuwelijkBezoedelingEchtgenoot En VrouwVrouwEen Goede EchtgenootEchtgenootHuwelijk

Buiten zult gij staan, en de man, dien gij geleend hebt, zal het pand naar buiten tot u uitbrengen.

VersbegrippenBuiten Het Huis

Doch indien hij een arm man is, zo zult gij met zijn pand niet nederliggen.

VersbegrippenSociale Ethiek

Wanneer broeders samenwonen, en een van hen sterft, en geen zoon heeft, zo zal de vrouw des verstorvenen aan geen vreemden man daarbuiten geworden; haar mans broeder zal tot haar ingaan en nemen haar zich ter vrouw, en doen haar den plicht van eens mans broeder.

VersbegrippenPersoonlijke EthiekBroersTrouwOnbekendenGebrek Aan ZonenSchoonbroersPlichtDood Van Een FamilielidRelaties Met VriendjesDood Van Een KindHuwelijk Tussen Man En VrouwKinderen OpvoedenDe Rol Van VrouwenRelaties En DatingFamilie DoodCultuur

Maar indien dezen man zijns broeders vrouw niet bevallen zal te nemen, zo zal zijn broeders vrouw opgaan naar de poort tot de oudsten, en zeggen: Mijns mans broeder weigert zijn broeder een naam te verwekken in Israel; hij wil mij den plicht van eens mans broeders niet doen.

VersbegrippenHoudingen Van OuderdomStadTot De Poorten KomenOnwillige MensenSchoonbroersHuwelijk Tussen Man En Vrouw

Zo zal zijns broeders vrouw voor de ogen der oudsten tot hem toetreden, en zijn schoen van zijn voet uittrekken, en spuwen in zijn aangezicht, en zal betuigen en zeggen: Alzo zal dien man gedaan worden, die zijns broeders huis niet zal bouwen.

VersbegrippenGezichtenSpugenSpeeksel

Wanneer mannen, de een met den ander, twisten, en de vrouw des enen toetreedt, om haar man uit de hand desgenen, die hem slaat, te redden, en haar hand uitstrekt, en zijn schamelheid aangrijpt;

VersbegrippenInhaligMannelijke GeslachtsdelenElkaar BevechtenWorstelingenMenselijke Natuur

En de Levieten zullen betuigen en zeggen tot allen man van Israel, met verhevene stem:

Vervloekt zij de man, die een gesneden of gegoten beeld, een gruwel des HEEREN, een werk van 's werkmeesters handen, zal maken, en zetten in het verborgene! En al het volk zal antwoorden en zeggen: Amen.

VersbegrippenAfkeerCreativiteitAmenKunstMetaalwerkersGeheimhoudingAfgodenHeidense PraktijkenAfgoderij Die Afkeer BetekentAfkeer Van GodVermijden Van GeheimenLot Van AfgodendienaarsVloekenBeeld

Aangaande den man, die teder onder u, en die zeer wellustig geweest is, zijn oog zal kwaad zijn tegen zijn broeder en tegen de huisvrouw zijns schoots, en tegen zijn overige zonen, die hij overgehouden zal hebben;

VersbegrippenBroersBoze OgenMensen TegenGierige MensenEmpathieTederheid

Aangaande de tedere en wellustige vrouw onder u, die niet verzocht heeft haar voetzool op de aarde te zetten, omdat zij zich wellustig en teder hield; haar oog zal kwaad zijn tegen den man haars schoots, en tegen haar zoon, en tegen haar dochter;

VersbegrippenMensen Tegen

Gij staat heden allen voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods: uw hoofden uwer stammen, uw oudsten, en uw ambtlieden, alle man van Israel;

VersbegrippenStaanVreemdelingen Onder De Mensen

Dat onder ulieden niet zij een man, of vrouw, of huisgezin, of stam, die zijn hart heden wende van den HEERE, onzen God, om te gaan dienen de goden dezer volken; dat onder ulieden niet zij een wortel, die gal en alsem drage;

VersbegrippenMenselijke WilDe Aard Van FamiliesVals VertrouwenMenselijk HartDeelname In ZondeGifWortelsVruchten Van ZondeBitter VoedselBitterheid

De HEERE zal hem niet willen vergeven; maar alsdan zal des HEEREN toorn en ijver roken over denzelven man, en al de vloek, die in dit boek geschreven is, zal op hem liggen; en de HEERE zal zijn naam van onder den hemel uitdelgen.

VersbegrippenVergetelheidIjver Van GodJaloezieUitgeveegde NamenBoek Van De WetDe Vloek Van De WetGod Die Niet VergeeftWoede En VergiffenisRoken

Van buiten zal het zwaard beroven, en uit de binnenkameren de verschrikking; ook den jongeling, ook de jonge dochter, het zuigende kind met den grijzen man.

VersbegrippenGrijsAngst Van De VijandGods Zwaard

Dit nu is de zegen, met welken Mozes, de man Gods, de kinderen Israels gezegend heeft, voor zijn dood.

VersbegrippenMan Van GodMensen Die Anderen Zegenen

En van Levi zeide hij: Uw Thummim en Uw Urim zijn aan den man, Uw gunstgenoot; dien Gij verzocht hebt in Massa, met welken Gij getwist hebt aan de wateren van Meriba.

VersbegrippenHogepriesters In OTTestenDe Urim en TummimUrim En Tummin

Alle man, die uw mond wederspannig wezen zal, en uw woorden niet horen zal in alles, wat gij hem gebieden zult, die zal gedood worden, alleenlijk wees sterk en heb goeden moed!

VersbegrippenMoed Tegenover De VijandOpstand Tegen Menselijke AutoriteitOpstand Tegen God Getoond InMoedKracht Van MensenWees Moedig!Wees Sterk!Moed

Nu dan, neemt gijlieden u twaalf mannen uit de stammen Israels, uit iederen stam een man;

VersbegrippenNummer TwaalfTwaalf Stammen

Neemt gijlieden u twaalf mannen uit het volk, uit elken stam een man.

VersbegrippenTwaalf Stammen

Jozua dan riep die twaalf mannen, die hij had doen bestellen van de kinderen Israels, uit elken stam een man.

VersbegrippenTwaalf Stammen

Voorts geschiedde het, als Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen ophief, en zag toe, en ziet, er stond een Man tegenover hem, Die een uitgetogen zwaard in Zijn hand had. En Jozua ging tot Hem, en zeide tot Hem: Zijt Gij van ons, of van onze vijanden?

VersbegrippenStaanGods Zwaard

En zij verbanden alles, wat in de stad was, van den man tot de vrouw toe, van het kind tot den oude, en tot den os, en het klein vee, en den ezel, door de scherpte des zwaards.

VersbegrippenSchapenZwaardenVernietigingUitroeiingZowel Mens Als Dier GedoodGenocide

En ter zelver tijd bezwoer hen Jozua, zeggende: Vervloekt zij die man voor het aangezicht des HEEREN, die zich opmaken en deze stad Jericho bouwen zal; dat hij ze grondveste op zijn eerstgeborenen zoon, en haar poorten stelle op zijn jongsten zoon!

VersbegrippenFunderingenEerstgeboreneZonde Van De VadersBezweringPoortenMenselijke EedVervulde Voorspelling In OTDood Van De EerstgeboreneHet Jongste KindStichting Van NatiesPoorten Van De StadDe Goddeloze VervloekenWederopbouw Van Genoemde StedenWederopbouw

Alzo trokken derwaarts op van het volk omtrent drie duizend man; dewelke vloden voor het aangezicht der mannen van Ai.

VersbegrippenNederlaagDrieduizend En MeerIsraël Op De VluchtNederlaag Van Gods Mensen

En de mannen van Ai sloegen van dezelven omtrent zes en dertig man, en vervolgden hen van voor de poort tot Schebarim toe, en sloegen hen in een afgang. Toen versmolt het hart des volks, en het werd tot water.

VersbegrippenMenselijke EmotieMenselijk HartSmeltenDertig En Nog IetsDe Moed Verliezen

Gij zult dan in den morgenstond aankomen naar uw stammen; en het zal geschieden, de stam, welken de HEERE geraakt zal hebben, die zal aankomen naar de geslachten, en welk geslacht de HEERE geraakt zal hebben, dat zal aankomen bij huisgezinnen, en welk huisgezin de HEERE geraakt zal hebben, dat zal aankomen man voor man.

VersbegrippenOchtendAdministratie

Als hij het geslacht van Juda deed aankomen, zo raakte hij het geslacht van Zarchi. Toen hij het geslacht van Zarchi deed aankomen, man voor man, zo werd Zabdi geraakt;

VersbegrippenMensen Van Juda

Welks huisgezin als hij deed aankomen, man voor man, zo werd Achan geraakt, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda.

Hij nam ook omtrent vijf duizend man, en hij stelde hen tot een achterlage tussen Beth-El en tussen Ai, aan het westen der stad.

VersbegrippenVijfduizendDe Westelijke Kant

En er werd niet een man overgelaten, in Ai, noch Beth-El, die niet uittrokken, Israel na; en zij lieten de stad openstaan, en joegen Israel achterna.

VersbegrippenLege StedenOnbewaakt

Toen naderden de kinderen van Juda tot Jozua, te Gilgal, en Kaleb, de zoon van Jefunne, de Keneziet, zeide tot hem: Gij weet het woord, dat de HEERE tot Mozes, den man Gods, gesproken heeft te Kades-Barnea, ter oorzake van mij, en ter oorzake van u.

VersbegrippenMensen Van Juda

En de HEERE gaf hun rust rondom, naar alles, wat Hij hun vaderen gezworen had; en er bestond niet een man van al hun vijanden voor hun aangezicht; al hun vijanden gaf de HEERE in hun hand.

VersbegrippenOnoverwinnelijkheidZij Die God In Hun Handen Heeft GegevenTijd Van VredeRust

Heeft niet Achan, de zoon van Zerah, overtreding begaan met het verbannene, en kwam er niet een verbolgenheid over de ganse vergadering van Israel? En die man stierf niet alleen in zijn ongerechtigheid.

VersbegrippenVerbod Van BegeerteOntrouw Tegenover GodNiet AlleenOnder De Ban

Een enig man onder u zal er duizend jagen; want het is de HEERE, uw God, Zelf, Die voor u strijdt, gelijk al Hij tot u gesproken heeft.

VersbegrippenGevechtenDe Basis Van ZekerheidMensen NavolgenDuizend Mensen

En Juda toog op, en de HEERE gaf de Kanaanieten en de Ferezieten in hun hand; en zij sloegen hen bij Bezek, tien duizend man.

VersbegrippenInvasiesTienduizendenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En de wachters zagen een man, uitgaande uit de stad; en zij zeiden tot hem: Wijs ons toch den ingang der stad, en wij zullen weldadigheid bij u doen.

VersbegrippenBeoordelen

En als hij hun den ingang der stad gewezen had, zo sloegen zij de stad met de scherpte des zwaards; maar dien man en zijn ganse huis lieten zij gaan.

Toen toog deze man in het land der Hethieten, en hij bouwde een stad, en noemde haar naam Luz; dit is haar naam tot op dezen dag.

VersbegrippenBouwenGegeven Namen Tot Vandaag

Toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE, en de HEERE verwekte hun een verlosser, Ehud, den zoon van Gera, een zoon van Jemini, een man, die links was. En de kinderen Israels zonden door zijn hand een geschenk aan Eglon, den koning der Moabieten.

VersbegrippenHandenBelastenEerbetoonBeantwoord GebedLinkshandig

En hij bracht aan Eglon, den koning der Moabieten, dat geschenk; Eglon nu was een zeer vet man.

VersbegrippenZwaarlijvigheidUitgevoerde MoordenOvergewichtVette Mensen

En zij sloegen de Moabieten te dier tijd, omtrent tien duizend man, allen vette en allen strijdbare mannen, dat er niet een man ontkwam.

VersbegrippenTienduizendenAantal Vreemdelingen GedoodHumor

Na hem nu was Samgar, een zoon van Anath, die sloeg de Filistijnen, zeshonderd man, met een ossenstok; alzo verloste hij ook Israel.

VersbegrippenPrikkelsVerlossersZes- Tot ZevenhonderdScherp GereedschapZeshonderd En MeerAantal Vreemdelingen Gedood

En zij zond heen en riep Barak, den zoon van Abinoam, van Kedes-Nafthali; en zij zeide tot hem: Heeft de HEERE, de God Israels, niet geboden: Ga heen en trek op den berg Thabor, en neem met u tien duizend man, van de kinderen van Nafthali, en van de kinderen van Zebulon?

VersbegrippenDeborahTienduizenden

Toen riep Barak Zebulon en Nafthali bijeen te Kedes, en hij toog op, op zijn voeten, met tien duizend man; ook toog Debora met hem op.

VersbegrippenSamen VechtenTienduizenden

Debora dan zeide tot Barak: Maak u op; want dit is de dag, in welken de HEERE Sisera in uw hand gegeven heeft; is de HEERE niet voor uw aangezicht henen uitgetogen? Zo trok Barak van den berg Thabor af, en tien duizend man achter hem.

VersbegrippenTienduizendenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En ziet, Barak vervolgde Sisera; en Jael ging uit hem tegemoet, en zeide tot hem: Kom, en ik zal u den man wijzen, dien gij zoekt. Zo kwam hij tot haar in, en ziet, Sisera lag dood, en de nagel was in den slaap zijns hoofds.

VersbegrippenMensen Bekend GemaaktZij Op Zoek Naar Mensen

Zouden zij dan de buit niet vinden en delen? een liefje, of twee liefjes, voor iegelijken man? Voor Sisera, een buit van verscheidene verven, een buit van verscheidene verven, gestikt; van verscheiden verf aan beide zijden gestikt, voor de buithalzen?

VersbegrippenDoekBorduurwerkOorlogsbuitDe Buit Verdelen

Zo zond de HEERE een man, die een profeet was, tot de kinderen Israels; die zeide tot hen: Alzo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb u uit Egypte doen opkomen, en u uit het diensthuis uitgevoerd;

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTBoodschapperGroepen Van SlavenGod Haalt Israël Uit Egypte

En de HEERE zeide tot hem: Omdat Ik met u zal zijn, zo zult gij de Midianieten slaan, als een enigen man.

VersbegrippenAard Van OorlogEnkel 1 PersoonGod Met Specifieke MensenOverwinnenGideon

Toen was het getal dergenen, die met hun hand tot hun mond gelekt hadden, driehonderd man; maar alle overigen des volks hadden op hun knieen gebukt, om water te drinken.

VersbegrippenDriehonderd En Meer

En het volk nam den teerkost in hun hand, en hun bazuinen; en hij liet al die mannen van Israel gaan, een iegelijk naar zijn tent; maar die driehonderd man behield hij. En hij had het heirleger der Midianieten beneden in het dal.

VersbegrippenTrompetTrompetten Voor De StrijdMensen Naar Huis SturenGideon

Toen nu Gideon aankwam, ziet, zo was er een man, die zijn metgezel een droom vertelde, en zeide: Zie, ik heb een droom gedroomd, en zie, een geroost gerstebrood wentelde zich in het leger der Midianieten, en het kwam tot aan de tent, en sloeg haar, dat zij viel, en keerde haar om, het onderste boven, dat de tent er lag.

VersbegrippenGraanTentenCakesOndersteboven KerenDromen Met Ongebruikelijke BeeldenGideon

En zijn metgezel antwoordde, en zeide: Dit is niet anders, dan het zwaard van Gideon, de zoon van Joas, de Israelietischen man; God heeft de Midianieten en dit ganse leger in zijn hand gegeven.

VersbegrippenZij Die God In Hun Handen Heeft GegevenGideon

En hij deelde de driehonderd man in drie hopen; en hij gaf een iegelijk een bazuin in zijn hand, en ledige kruiken, en fakkelen in het midden der kruiken.

VersbegrippenUitrusting, FysiekLampenStrategieën In OorlogsvoeringDrie- Tot VierhonderdTrompetten Voor De StrijdIn Drie Groepen VerdelenDriehonderd En Meer

Ook zond Gideon boden in het ganse gebergte van Efraim, zeggende: Komt af de Midianieten tegemoet, en beneemt hunlieden de wateren, tot aan Beth-bara, te weten de Jordaan; alzo werd alle man van Efraim bijeengeroepen, en zij benamen hun de wateren tot aan Beth-bara, en de Jordaan.

Toen zeiden Zebah en Tsalmuna: Sta gij op, en val op ons aan, want naar dat de man is, zo is zijn macht. Zo stond Gideon op, en doodde Zebah en Tsalmuna, en nam de maantjes, die aan de halzen hunner kemelen waren.

VersbegrippenKamelenJuwelen DragenGoedkeuring Voor Zelfdoding

Spreekt toch voor de oren van alle burgers van Sichem: Wat is u beter, dat zeventig mannen, alle zonen van Jerubbaal, over u heersen, of dat een man over u heerse? Gedenkt ook, dat ik uw been en uw vlees ben.

VersbegrippenLichaamZeventigZelfde Vlees En BonenDe Jaren Zeventig

Na Abimelech nu stond op, om Israel te behouden, Thola, een zoon van Pua, zoon van Dodo, een man van Issaschar; en hij woonde te Samir, op het gebergte van Efraim.

VersbegrippenVerdedigingReddingStammen Van IsraëlGrootvaders

Toen zeide het volk, de oversten van Gilead, de een tot den ander: Wie is de man, die beginnen zal te strijden tegen de kinderen Ammons? die zal tot een hoofd zijn over alle inwoners van Gilead.

VersbegrippenEerste Om Te VechtenVijanden BevechtenCompetitie

En het geschiedde ten einde van twee maanden dat zij tot haar vader wederkwam, die aan haar volbracht zijn gelofte, die hij beloofd had; en zij heeft geen man bekend. Voorts werd het een gewoonheid in Israel,

En er was een man van Zora, uit het geslacht van een Daniet, wiens naam was Manoach; en zijn huisvrouw was onvruchtbaar en baarde niet.

VersbegrippenVoorbeelden Van OnvruchtbaarheidOptreden Van God In OTKinderen, Verantwoordelijkheden Jegens Ouders

Toen kwam deze vrouw in, en sprak tot haar man, zeggende: Er kwam een Man Gods tot mij, Wiens aangezicht was als het aangezicht van een Engel Gods, zeer vreselijk; en ik vraagde Hem niet, van waar Hij was, en Zijn naam gaf Hij mij niet te kennen.

VersbegrippenDe Engel Van GodNiet Aan Anderen VragenWaar Vandaan?Wat Is De Naam Van God?Man Van God

Toen aanbad Manoach den HEERE vuriglijk, en zeide: Och, HEERE! dat toch de Man Gods, Dien Gij gezonden hebt, weder tot ons kome, en ons lere, wat wij dat knechtje doen zullen, dat geboren zal worden.

VersbegrippenGod Die LeertMan Van GodGenoemde Personen Die BadenKinderen Opvoeden

En God verhoorde de stem van Manoach; en de Engel Gods kwam wederom tot de vrouw. Zij nu zat in het veld, doch haar man Manoach was niet bij haar.

VersbegrippenAlleen Handelen

Zo haastte de vrouw, en liep, en gaf het haar man te kennen; en zij zeide tot hem: Zie, die Man is mij verschenen, Welke op dien dag tot mij kwam.

VersbegrippenVoorbeelden Van Goede EchtgenotesRennen Met Nieuws

Toen stond Manoach op, en ging zijn huisvrouw na; en hij kwam tot dien Man, en zeide tot Hem: Zijt gij die Man, Dewelke tot deze vrouw gesproken hebt? En Hij zeide: Ik ben het.

VersbegrippenIs Het Echt?

Daarna geschiedde het op den zevenden dag, dat zij tot de huisvrouw van Simson zeiden: Overreed uw man, dat hij ons dat raadsel verklare, opdat wij niet misschien u, en het huis uws vaders, met vuur verbranden. Hebt gijlieden ons genodigd, om het onze te bezitten; is het zo niet?

VersbegrippenVerlokkingDe Vierde Dag Van De WeekMensen VerbrandenVerleidelijkArm WordenDag 4

Toen werd de Geest des HEEREN vaardig over hem, en hij ging af naar de Askelonieten, en sloeg van hen dertig man; en hij nam hun gewaad, en gaf de wisselklederen aan degenen, die dat raadsel verklaard hadden. Doch zijn toorn ontstak, en hij ging op in zijns vaders huis.

VersbegrippenDertigMensen Die Kleren GevenWoedende MensenAantal Vreemdelingen GedoodGeschenken Van Bovennatuurlijke KrachtKruistochten

En hij vond een vochtig ezelskinnebakken, en hij strekte zijn hand uit, en nam het, en sloeg daarmede duizend man.

VersbegrippenKleine Dingen Die God GebruiktDuizend MensenAantal Vreemdelingen Gedood

Toen zeide Simson: Met een ezelskinnebakken, een hoop, twee hopen, met een ezelskinnebakken heb ik duizend man geslagen.

VersbegrippenDuizend MensenAantal Vreemdelingen Gedood

Toen deed zij hem slapen op haar knieen, en riep een man en liet hem de zeven haarlokken zijns hoofds afscheren, en zij begon hem te plagen; en zijn kracht week van hem.

VersbegrippenTwistzieke VrouwKappersKaalheidKnielenScherenVerraadKnieënZeven LichaamsdelenLang HaarGeen Kracht MeerHaarKwetsbaarheidDreadlocks

En er was een man van het gebergte van Efraim, wiens naam was Micha.

En de man Micha had een godshuis; en hij maakte een efod, en terafim, en vulde de hand van een uit zijn zonen, dat hij hem tot een priester ware.

VersbegrippenEphodsHet Instituut Priesters In De Tijd Van OTHeiligdommenInwijding

En deze man was uit die stad, uit Bethlehem-Juda getogen, om te verkeren, waar hij gelegenheid zou vinden. Als hij nu kwam aan het gebergte van Efraim tot aan het huis van Micha, om zijn weg te gaan,

En de Leviet bewilligde bij dien man te blijven; en de jongeling was hem als een van zijn zonen.

VersbegrippenAdoptie

Toen reisden van daar uit het geslacht der Danieten, van Zora en van Esthaol, zeshonderd man, aangegord met krijgswapenen.

VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

En zij zeiden tot hem: Zwijg, leg uw hand op uw mond, en ga met ons, en wees ons tot een vader en tot een priester! Is het beter, dat gij een priester zijt voor het huis van een man, of dat gij een priester zijt voor een stam, en een geslacht in Israel?

VersbegrippenSpirituele VadersIngehouden BetoogAnonieme Priesters

Het geschiedde ook in die dagen, als er geen koning was in Israel, dat er een Levietisch man was, verkerende als vreemdeling aan de zijden van het gebergte van Efraim, die zich een vrouw, een bijwijf, nam van Bethlehem-Juda.

VersbegrippenConcubinesMenselijk KoningschapBethlehemGeen Koning

En haar man maakte zich op, en toog haar na, om naar haar hart te spreken, om haar weder te halen; en zijn jongen was bij hem, en een paar ezels. En zij bracht hem in het huis haars vaders. En als de vader van de jonge vrouw hem zag, werd hij vrolijk over zijn ontmoeting.

VersbegrippenOvertuiging

Zo zaten zij neder, en zij beiden aten te zamen, en dronken. Toen zeide de vader van de jonge vrouw tot den man: Bewillig toch en vernacht, en laat uw hart vrolijk zijn.

VersbegrippenPlezier, Materiële DingenZittenMensen Die Vertraagden

Maar de man stond op, om weg te trekken. Toen drong hem zijn schoonvader, dat hij aldaar wederom vernachtte.

VersbegrippenMensen Die Vertraagden

Toen maakte de man zich op, om weg te trekken, hij, en zijn bijwijf, en zijn jongen; en zijn schoonvader, de vader van de jonge vrouw, zeide: Zie toch, de dag heeft afgenomen, dat het avond zal worden, vernacht toch; zie, de dag legert zich, vernacht hier, en laat uw hart vrolijk zijn, en maak u morgen vroeg op uws weegs, en ga naar uw tent.

VersbegrippenNachtHandelingen Van De Mens Morgen

Doch de man wilde niet vernachten, maar stond op, en trok weg, en kwam tot tegenover Jebus (dewelke is Jeruzalem), en met hem het paar gezadelde ezelen; ook was zijn bijwijf met hem.

VersbegrippenOnwillige Mensen

En ziet, een oud man kwam van zijn werk van het veld in den avond, welke man ook was van het gebergte van Efraim, doch als vreemdeling verkeerde te Gibea; maar de lieden dezer plaats waren kinderen van Jemini.

VersbegrippenAvondMannen Aan Het Werk

Public domain