'Mond' in de Bijbel
Want de HEERE geeft wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand.
De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden.
Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen.
De mond des rechtvaardigen is een springader des levens; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen.
De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij.
De mond des rechtvaardigen brengt overvloediglijk wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid worden.
De lippen des rechtvaardigen weten wat welgevallig is; maar de mond der goddelozen enkel verkeerdheid.
De huichelaar verderft zijn naaste door den mond; maar door wetenschap worden de rechtvaardigen bevrijd.
Door den zegen der oprechten wordt een stad verheven; maar door den mond der goddelozen wordt zij verbroken.
De woorden der goddelozen zijn om op bloed te loeren; maar de mond der oprechten zal ze redden.
Die zijn mond bewaart, behoudt zijn ziel; maar voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet.
In den mond des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen.
De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit.
Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden.
Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten.
Waarzegging is op de lippen des konings; zijn mond zal niet overtreden in het gericht.
Het hart eens wijzen maakt zijn mond verstandig, en zal op zijn lippen de lering vermeerderen.
De ziel des arbeidzamen arbeidt voor zichzelven; want zijn mond buigt zich voor hem.
De woorden van den mond eens mans zijn diepe wateren; en de springader der wijsheid is een uitstortende beek.
De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept naar slagen.
De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.
Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de inkomst zijner lippen.
Een luiaard verbergt de hand in den boezem, en hij zal ze niet weder aan zijn mond brengen.
Een Belialsgetuige bespot het recht; en de mond der goddelozen slokt de ongerechtigheid in.
Het brood der leugen is den mens zoet; maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes worden.
Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden.
De mond der vreemde vrouwen is een diepe gracht; op welken de HEERE vergramd is, zal daarin vallen.
Alle wijsheid is voor den dwaze te hoog; hij zal in de poort zijn mond niet opendoen.
Hef de benen van den kreupele op; alzo is een spreuk in den mond der zotten.
Gelijk een doorn gaat in de hand eens dronkaards, alzo is een spreuk in den mond der zotten.
De luiaard verbergt zijn hand in den boezem, hij is te moede, om die weder tot zijn mond te brengen.
Een valse tong haat degenen, die zij verbrijzelt; en een gladde mond maakt omstoting.
Laat u een vreemde prijzen, en niet uw mond; een onbekende, en niet uw lippen.
Alzo is de weg ener overspelige vrouw; zij eet en wist haar mond, en zegt: Ik heb geen ongerechtigheid gewrocht!
Zo gij dwaselijk gehandeld hebt, met u te verheffen, en zo gij kwaad bedacht hebt, de hand op den mond!
Open uw mond voor den stomme, voor de rechtzaak van allen, die omkomen zouden.
Open uw mond; oordeel gerechtelijk, en doe den verdrukte en nooddruftige recht.
Pe. Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (15)
- Exodus (8)
- Leviticus (1)
- Numberi (23)
- Deuteronomium (16)
- Jozua (12)
- Richteren (5)
- 1 Samuël (8)
- 2 Samuël (5)
- 1 Koningen (10)
- 2 Koningen (1)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (9)
- Ezra (2)
- Nehemia (1)
- Esther (1)
- Job (28)
- Psalmen (52)
- Spreuken (38)
- Prediker (5)
- Jesaja (21)
- Jeremia (21)
- Klaagliederen (5)
- Ezechiël (15)
- Daniël (6)
- Hosea (2)
- Joël (1)
- Obadja (1)
- Micha (4)
- Nahum (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (4)
- Maleachi (2)