40 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Wat' in de Bijbel

Wat nu overblijft van het spijsoffer, zal voor Aaron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid der heiligheden van de vuurofferen des HEEREN.

VersbegrippenAaron, Als HogepriesterGraanofferOverblijvende OffersVoedsel Voor Priesters BeschrevenVleesoffers

En wat overblijft van het spijsoffer, zal voor Aaron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid der heiligheden van de vuurofferen des HEEREN.

VersbegrippenOverblijvende OffersGeen Kleren VerscheurenVoedsel Voor Priesters BeschrevenVleesoffers

Of als een mens zal gezworen hebben, onbedacht met zijn lippen uitsprekende, om kwaad te doen, of om goed te doen; naar al wat de mens in den eed onbedacht uitspreekt, en het is voor hem verborgen geweest, en hij zal het gewaar worden, zo is hij aan een van die schuldig.

VersbegrippenNalatigheidMenselijke EedAfwezigheid Van DenkenZonde Bekend GemaaktValse Eed AfzwerenOnbezonnen MensenVloeken

Als een mens door overtreding overtreden, en door afdwaling gezondigd zal hebben, wat onwetende van de heilige dingen des HEEREN, zo zal hij tot zijn schuldoffer den HEERE brengen een volkomen ram uit de kudde, met uw schatting aan zilveren sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, ten schuldoffer.

VersbegrippenSchuldofferRammenZilverPerfecte OffersOnbedoeldOntrouw

Dan zal de priester voor hem verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN, en het zal hem vergeven worden; over iets van al, wat hij doet, waar hij schuld aan heeft.

VersbegrippenPriesters Die Verzoenen

Gebied Aaron en zijn zonen, zeggende: Dit is de wet des brandoffers; het is hetgeen, wat door de branding op het altaar den gansen nacht tot aan den morgen opvaart; alwaar het vuur des altaars zal brandende gehouden worden.

VersbegrippenGeboden in OTOvernachtingOffers Verbranden

Al wat mannelijk is onder de zonen van Aaron zal het eten; het zij een eeuwige inzetting voor uw geslachten van de vuurofferen des HEEREN; al wat die zal aanroeren, zal heilig zijn.

VersbegrippenGeneratiesAanrakingMannen Die AanbiddenHeilige Dingen AanrakenToestemming Om Offers Te Eten

Al wat deszelfs vlees zal aanroeren, zal heilig zijn; zo wie van zijn bloed op een kleed zal gesprengd hebben, dat, waarop hij gesprengd zal hebben, zult gij in de heilige plaats wassen.

VersbegrippenBloed Van OfferingenRitueel WassenWassenHeilige Dingen AanrakenReine Kledij

Al wat mannelijk is onder de priesteren, zal dat eten; het is een heiligheid der heiligheden.

VersbegrippenMannen Die AanbiddenToestemming Om Offers Te Eten

Al wat mannelijk is onder de priesteren zal dat eten; in de heilige plaats zal het gegeten worden; het is een heiligheid der heiligheden.

VersbegrippenMannen Die AanbiddenVoedsel Voor Priesters BeschrevenToestemming Om Offers Te Eten

Daartoe al het spijsoffer, dat in den oven gebakken wordt, met al wat in den ketel en in den pan bereid wordt, zal des priesters zijn, die dat offert.

VersbegrippenBakkenOvensBezit Van PriestersKoken

Wat nog van het vlees des slachtoffers overgebleven is, zal op den derden dag met vuur verbrand worden;

VersbegrippenOffers VerbrandenOverblijvende Offers

Toen nam Mozes de zalfolie, en zalfde den tabernakel, en al wat daarin was, en heiligde ze.

VersbegrippenHet Tabernakel

En het vet van den os, en van den ram, den staart, en wat het ingewand bedekt, en de nieren, en het net der lever;

VersbegrippenStaartenBezinkselVet Van Offers

En Mozes zeide tot Aaron: Dat is het, wat de HEERE gesproken heeft, zeggende: In degenen, die tot Mij naderen, zal Ik geheiligd worden, en voor het aangezicht van al het volk zal Ik verheerlijkt worden. Doch Aaron zweeg stil.

VersbegrippenAaron, Priesterlijke VerantwoordelijkhedenReden Voor AanbiddingDe Houding Van De Mens Tegenover GodIndividuen Die Niet Spreken

Al wat onder de beesten de klauw verdeelt, en de kloof der klauwen in tweeen klieft, en herkauwt, dat zult gij eten.

VersbegrippenDierenGespleten HoevenVoeten Van WezensRein En OnreinReine DierenRein VoedselNiets Wat Dieren EtenVarkensvleesKatten

Dit zult gij eten van al wat in de wateren is: al wat in de wateren, in de zeeen en in de rivieren, vinnen en schubben heeft, dat zult gij eten;

VersbegrippenZeevaardersRein VoedselRivierenVisDe ZeeVlees EtenVarkensvlees

Maar al wat in de zeeen en in de rivieren, van alle gewemel der wateren, en van alle levende ziel, die in de wateren is, geen vinnen of schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.

VersbegrippenAfkeerZeevaardersOnreine GeestenGod Die Dingen HaatOnreine Dieren

Al wat in de wateren geen vinnen en schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.

VersbegrippenAfkeerOnreine GeestenGod Die Dingen HaatOnreine DierenVarkensvlees

En al wat op zijn poten gaat onder alle gedierte, op vier voeten gaande, die zullen u onrein zijn; al wie hun dood aas aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.

VersbegrippenOnreine Zaken AanrakenOnreine GeestenOnrein Tot De AvondVoeten Van WezensRein En OnreinOnreine DierenKatten

En alle aarden vat, waarin iets van dezelve zal gevallen zijn, al wat daarin is, zal onrein zijn, en gij zult dat breken.

VersbegrippenKleiContainers Breken

Al wat op zijn buik gaat, en al wat gaat op zijn vier voeten, of al wat vele voeten heeft, onder alle kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, die zult gij niet eten, want zij zijn een verfoeisel.

VersbegrippenAfkeerKruipenOnreine GeestenVoeten Van WezensRein En OnreinReine DierenVerboden VoedselOnreine DierenVlees EtenInsectenWormen

Daarna zal hij op den zevenden dag de plaag bezien; zo de plaag uitgespreid is aan het kleed, of aan den scheerdraad, of aan den inslag, of aan het vel, tot wat werk dat vel zou mogen gemaakt zijn, die plaag is een knagende melaatsheid, het is onrein.

VersbegrippenVerspreidenDe Zevende Dag Van De WeekTouwenDierenhuidenDag 7Onreine DingenSchimmel

En de priester zal gebieden, dat zij dat huis ruimen, aleer de priester komt, om die plaag te bezien, opdat niet al wat in dat huis is, onrein worde; en daarna zal de priester komen, om dat huis te bezien.

VersbegrippenDe Aard Van ZuiverheidLegenOnreine Dingen

Op den dag van uw offeren, en des anderen daags, zal het gegeten worden; maar wat tot op den derden dag overblijft zal met vuur verbrand worden.

Daarom zult gij onderscheid maken tussen reine en onreine beesten, en tussen het onreine en reine gevogelte; en gij zult uw zielen niet verfoeilijk maken aan de beesten en aan het gevogelte, en aan al wat op den aardbodem kruipt, hetwelk Ik voor u afgezonderd heb, opdat gij het onrein houdt.

VersbegrippenCeremoniële Oorzaken Van BezoedelingMan Die Onderscheidt MaaktRein En OnreinDe Ziel Van Dieren

Wat van zelf van uw oogst zal gewassen zijn, zult gij niet inoogsten, en de druiven uwer afzondering zult gij niet afsnijden; het zal een jaar der ruste voor het land zijn.

Dit jubeljaar zal u het vijftigste jaar zijn; gij zult niet zaaien, noch inoogsten wat van zelf daarin zal gewassen zijn, noch ook de druiven der afzonderingen in hetzelve afsnijden.

VersbegrippenWetten Over LandbouwOogsten Wat Je Gezaaid Hebt

Daarom, wanneer gij aan uw naaste wat veilbaars verkopen, of uit de hand uws naasten kopen zult, dat niemand de een den ander verdrukke.

VersbegrippenKopen En VerkopenHandelAndere Mensen Kwaad BerokkenenValsspelersVerkoop

En als gij zoudt zeggen: Wat zullen wij eten in het zevende jaar? Ziet, wij zullen niet zaaien, en onze inkomst niet inzamelen;

VersbegrippenVoedsel Zoeken

Maar indien zijn hand niet gevonden heeft, wat genoeg is, om aan hem weder uit te keren, zo zal zijn verkochte goed zijn in de hand van deszelfs koper tot het jubeljaar toe; maar in het jubeljaar zal het uitgaan, en hij zal tot zijn bezitting wederkeren.

VersbegrippenJarenOmmekeer Van Dingen

En wanneer de hand eens vreemdelings en bijwoners, die bij u is, wat bekomen zal hebben, en uw broeder, die bij hem is, verarmd zal zijn, dat hij zich aan den vreemdeling, den bijwoner, die bij u is, of aan den stam van het geslacht des vreemdelings zal verkocht hebben;

VersbegrippenArme Mensen

Of zijn oom, of de zoon zijns ooms, zal hem lossen, of die uit de naasten zijns vleses van zijn geslacht is, zal hem lossen; of heeft zijn hand wat bekomen, dat hij zichzelven losse.

VersbegrippenRijk Worden

En indien het een beest is, waarvan men den HEERE offerande offert; al wat hij daarvan den HEERE zal gegeven hebben, zal heilig zijn.

VersbegrippenHeiligheid, Afzonderlijk Voor GodGeloften

Hij zal niet vermangelen, noch hetzelve verwisselen, een goed voor een kwaad, of een kwaad voor een goed; indien hij nochtans een beest voor een beest enigzins verwisselt, zo zal dit, en wat daarvoor verwisseld is, heilig zijn.

Indien ook iemand van den akker zijner bezitting den HEERE wat geheiligd zal hebben, zo zal uw schatting zijn naar zijn zaad; een homer gerstezaad zal zijn op vijftig sikkelen zilvers.

VersbegrippenGraanZaadGewichten En Maten, AfstandenGewichten En Maten, DroogVolgens DingenVergelijkende MaatregelenWaardeVerkoop

Evenwel niets, dat verbannen is, dat iemand den HEERE zal verbannen hebben, van al hetgeen hij heeft, van een mens, of van een beest, of van den akker zijner bezitting, zal verkocht noch gelost worden; al wat verbannen is, zal den HEERE een heiligheid der heiligheden zijn.

VersbegrippenNiet Verlost

Al wat verbannen is, dat van de mensen zal verbannen zijn, zal niet gelost worden; het zal zekerlijk gedood worden.

VersbegrippenLosbandigheidLosgeldRechterlijke StrafNiet Verlost

Aangaande al de tienden van runderen en klein vee, alles wat onder de roede zal doorgaan, het tiende zal den HEERE heilig zijn.

VersbegrippenStangenTienden ProducerenTienden En Offers

Hij zal tussen het goede en het kwade niet onderzoeken; hij zal het ook niet verwisselen; maar indien hij het immers verwisselen zal, zo zal dit, en wat daarvoor verwisseld is, heilig zijn; het zal niet gelost worden.

VersbegrippenGoed Of SlechtNiet Verlost

Public domain