'De Heere' in de Bijbel
- 1.Genesis 2:4-Genesis 39:5
- 2.Genesis 39:21-Exodus 13:9
- 3.Exodus 13:11-Exodus 36:1
- 4.Exodus 36:5-Leviticus 22:1
- 5.Leviticus 22:2-Numberi 14:9
- 6.Numberi 14:11-Numberi 34:16
- 7.Numberi 34:29-Deuteronomium 7:16
- 8.Deuteronomium 7:18-Deuteronomium 18:22
- 9.Deuteronomium 19:1-Deuteronomium 33:2
- 10.Deuteronomium 34:1-Richteren 3:9
- 11.Richteren 3:10-1 Samuël 10:1
- 12.1 Samuël 10:18-2 Samuël 5:24
- 13.2 Samuël 5:25-1 Koningen 14:24
- 14.1 Koningen 15:4-2 Koningen 19:6
- 15.2 Koningen 19:20-2 Kronieken 18:11
- 16.2 Kronieken 18:13-Psalmen 18:2
- 17.Psalmen 18:13-Psalmen 100:3
- 18.Psalmen 100:5-Jesaja 1:9
- 19.Jesaja 1:11-Jesaja 30:15
- 20.Jesaja 30:18-Jesaja 54:1
- 21.Jesaja 54:6-Jeremia 7:13
- 22.Jeremia 7:19-Jeremia 22:1
- 23.Jeremia 22:3-Jeremia 30:10
- 24.Jeremia 30:11-Jeremia 45:4
- 25.Jeremia 45:5-Ezechiël 5:15
- 26.Ezechiël 5:17-Ezechiël 20:44
- 27.Ezechiël 20:47-Ezechiël 34:2
- 28.Ezechiël 34:8-Hosea 12:6
- 29.Hosea 12:10-Micha 6:8
- 30.Micha 7:8-Maleachi 1:5
- 31.Maleachi 1:6-Maleachi 4:3
En de HEERE donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en vurige kolen.
Zij hadden mij bejegend ten dage mijns ongevals; maar de HEERE was mij tot een Steunsel.
De HEERE vergold mij naar mijn gerechtigheid, Hij gaf mij weder naar de reinigheid mijner handen.
Zo gaf mij de HEERE weder naar mijn gerechtigheid, naar de reinigheid mijner handen, voor Zijn ogen.
Want Gij doet mijn lamp lichten; de HEERE, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.
Want wie is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God?
De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd zij de God mijns heils!
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) De HEERE verhore u in den dag der benauwdheid; de Naam van den God Jakobs zette u in een hoog vertrek.
Wij zullen juichen over Uw heil, en de vaandelen opsteken in den Naam onzes Gods. De HEERE vervulle al uw begeerten.
Alsnu weet ik, dat de HEERE Zijn Gezalfde behoudt; Hij zal Hem verhoren uit den hemel Zijner heiligheid; het heil Zijner rechterhand zal zijn met mogendheden.
Gij zult hen zetten als een vurige oven ter tijd uws toornigen aangezichts; de HEERE zal hen in Zijn toorn verslinden, en het vuur zal hen verteren.
Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.
Wie is de Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig in den strijd.
Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE der heirscharen, Die is de Koning der ere. Sela.
Teth. De HEERE is goed en recht; daarom zal Hij de zondaars onderwijzen in den weg.
Een psalm van David. De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn?
Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HEERE zal mij aannemen.
Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft de stem mijner smekingen gehoord.
De HEERE is mijn Sterkte en mijn Schild; op Hem heeft mijn hart vertrouwd, en ik ben geholpen; dies springt mijn hart van vreugde, en ik zal Hem met mijn gezang loven.
De HEERE is hunlieder Sterkte, en Hij is de Sterkheid der verlossingen Zijns Gezalfden.
De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.
De stem des HEEREN breekt de cederen; ja, de HEERE verbreekt de cederen van Libanon.
De stem des HEEREN doet de woestijn beven; de HEERE doet de woestijn Kades beven.
De HEERE heeft gezeten over den watervloed; ja, de HEERE zit, Koning in eeuwigheid.
De HEERE zal Zijn volk sterkte geven; de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede.
Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft Zijn goedertierenheid aan mij wonderlijk gemaakt, mij voerende als in een vaste stad.
Hebt den HEERE lief, gij, al Zijn gunstgenoten! want de HEERE behoedt de gelovigen, en vergeldt overvloediglijk dengene, die hoogmoed bedrijft.
Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.
De HEERE vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten der volken.
Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.
De HEERE schouwt uit den hemel, en ziet alle mensenkinderen.
Zain. Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde; en Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden.
Teth. Smaakt en ziet, dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man, die op Hem betrouwt.
Tsade. Zij roepen, en de HEERE hoort, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden.
Koph. De HEERE is nabij de gebrokenen van harte, en Hij behoudt de verslagenen van geest.
Resch. Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen; maar uit alle die redt hem de HEERE.
[ (Psalms 34:23) De HEERE verlost de ziel Zijner knechten; en allen, die op Hem betrouwen, zullen niet schuldig verklaard worden. ]
Laat hen vrolijk zingen en verblijd zijn, die lust hebben tot mijn gerechtigheid; en laat hen geduriglijk zeggen: Groot gemaakt zij de HEERE, Die lust heeft tot den vrede Zijns knechts!
De Heere belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt.
Want de armen der goddelozen zullen verbroken worden; maar de HEERE ondersteunt de rechtvaardigen.
Jod. De HEERE kent de dagen der oprechten; en hun erfenis zal in eeuwigheid blijven.
Als hij valt, zo wordt hij niet weggeworpen, want de HEERE ondersteunt zijn hand.
Want de HEERE heeft het recht lief, en zal Zijn gunstgenoten niet verlaten; in eeuwigheid worden zij bewaard; maar het zaad der goddelozen wordt uitgeroeid.
Maar de HEERE laat hem niet in zijn hand; en Hij verdoemt hem niet, als hij geoordeeld wordt.
En de HEERE zal hen helpen, en zal hen bevrijden; Hij zal ze bevrijden van de goddelozen, en zal ze behouden; want zij betrouwen op Hem.
Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: De HEERE zij groot gemaakt!
[ (Psalms 40:18) Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de HEERE denkt aan mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; o mijn God! vertoef niet. ]
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) Welgelukzalig is hij, die zich verstandiglijk gedraagt jegens een ellendige; de HEERE zal hem bevrijden ten dage des kwaads.
De HEERE zal hem bewaren, en zal hem bij het leven behouden; hij zal op aarde gelukzalig gemaakt worden. Geef hem ook niet over in zijner vijanden begeerte.
De HEERE zal hem ondersteunen op het ziekbed; in zijn krankheid verandert Gij zijn ganse leger.
[ (Psalms 41:14) Geloofd zij de HEERE, de God Israels, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid! Amen, ja, amen. ]
Maar de HEERE zal des daags Zijn goedertierenheid gebieden, en des nachts zal Zijn lied bij mij zijn; het gebed tot den God mijns levens.
De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela.
[ (Psalms 46:12) De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela. ]
Want de HEERE, de Allerhoogste, is vreselijk, een groot Koning over de ganse aarde.
God vaart op met gejuich, de HEERE met geklank der bazuin.
Een lied, een psalm, voor de kinderen van Korach. (1a) De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad onzes Gods, op den berg Zijner heiligheid.
Een psalm van Asaf. De God der goden, de HEERE spreekt, en roept de aarde, van den opgang der zon tot aan haar ondergang.
Ziet, God is mij een Helper; de Heere is onder degenen, die mijn ziel ondersteunen.
Mij aangaande, ik zal tot God roepen, en de HEERE zal mij verlossen.
Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben.
De HEERE gaf te spreken; der boodschappers van goede tijdingen was een grote heirschaar.
Waarom springt gij op, gij bultige bergen? Deze berg heeft God begeerd tot Zijn woning; ook zal er de HEERE wonen in eeuwigheid.
Gods wagenen zijn tweemaal tien duizend, de duizenden verdubbeld. De Heere is onder hen, een Sinai in heiligheid!
Geloofd zij de HEERE; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God is onze Zaligheid. Sela.
De Heere heeft gezegd: Ik zal wederbrengen uit Basan; Ik zal wederbrengen uit de diepten der zee;
Want de HEERE hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen niet.
Geloofd zij de HEERE God, de God Israels, Die alleen wonderen doet.
Zal dan de Heere in eeuwigheden verstoten, en voortaan niet meer goedgunstig zijn?
Daarom hoorde de HEERE, en werd verbolgen; en een vuur werd ontstoken tegen Jakob, en toorn ging ook op tegen Israel;
Toen ontwaakte de Heere, als een slapende, als een held, die juicht van den wijn.
Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.
[ (Psalms 83:19) Opdat zij weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste over de ganse aarde. ]
Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.
Ik zal horen, wat God, de HEERE, spreken zal; want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van vrede spreken; maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren.
Ook zal de HEERE het goede geven; en ons land zal zijn vrucht geven.
De HEERE bemint de poorten van Sion boven alle woningen van Jakob.
De HEERE zal hen rekenen in het opschrijven der volken, zeggende: Deze is aldaar geboren. Sela.
[ (Psalms 89:53) Geloofd zij de HEERE in eeuwigheid! Amen, ja, amen. ]
Maar Gij zijt de Allerhoogste in eeuwigheid de HEERE!
[ (Psalms 92:16) Om te verkondigen, dat de HEERE recht is; Hij is mijn Rotssteen, en in Hem is geen onrecht. ]
De HEERE regeert, Hij is met hoogheid bekleed; de HEERE is bekleed met sterkte, Hij heeft Zich omgord. Ook is de wereld bevestigd, zij zal niet wankelen.
Doch de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren der zee.
En zeggen: De HEERE ziet het niet, en de God van Jakob merkt het niet.
De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn.
Want de HEERE zal Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erve niet verlaten.
Ten ware dat de HEERE mij een Hulp geweest ware, mijn ziel had bijna in de stilte gewoond.
Doch de HEERE is mij geweest tot een Hoog Vertrek, en mijn God tot een Steenrots mijner toevlucht.
En Hij zal hun ongerechtigheid op hen doen wederkeren, en Hij zal hen in hun boosheid verdelgen; de HEERE, onze God, zal hen verdelgen.
Want de HEERE is een groot God; ja, een groot Koning boven alle goden;
Zingt den HEERE een nieuw lied; zingt de HEERE, gij ganse aarde!
Want de HEERE is groot, en zeer te prijzen; Hij is vreselijk boven alle goden.
Want al de goden der volken zijn afgoden; maar de HEERE heeft de hemelen gemaakt.
Zegt onder de heidenen: De HEERE regeert; ook zal de wereld bevestigd worden, zij zal niet bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid.
De HEERE regeert, de aarde verheuge zich; dat veel eilanden zich verblijden.
De HEERE heeft Zijn heil bekend gemaakt; Hij heeft Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der heidenen.
De HEERE regeert, dat de volken beven; Hij zit tussen de cherubim; de aarde bewege zich.
Verheft den HEERE, onzen God, en buigt u voor den berg Zijner heiligheid; want de HEERE, onze God, is heilig.
Weet, dat de HEERE is God; Hij heeft ons gemaakt (en niet wij), Zijn volk en de schapen Zijner weide.
Zoekresultaten vervolgd...
- 1.Genesis 2:4-Genesis 39:5
- 2.Genesis 39:21-Exodus 13:9
- 3.Exodus 13:11-Exodus 36:1
- 4.Exodus 36:5-Leviticus 22:1
- 5.Leviticus 22:2-Numberi 14:9
- 6.Numberi 14:11-Numberi 34:16
- 7.Numberi 34:29-Deuteronomium 7:16
- 8.Deuteronomium 7:18-Deuteronomium 18:22
- 9.Deuteronomium 19:1-Deuteronomium 33:2
- 10.Deuteronomium 34:1-Richteren 3:9
- 11.Richteren 3:10-1 Samuël 10:1
- 12.1 Samuël 10:18-2 Samuël 5:24
- 13.2 Samuël 5:25-1 Koningen 14:24
- 14.1 Koningen 15:4-2 Koningen 19:6
- 15.2 Koningen 19:20-2 Kronieken 18:11
- 16.2 Kronieken 18:13-Psalmen 18:2
- 17.Psalmen 18:13-Psalmen 100:3
- 18.Psalmen 100:5-Jesaja 1:9
- 19.Jesaja 1:11-Jesaja 30:15
- 20.Jesaja 30:18-Jesaja 54:1
- 21.Jesaja 54:6-Jeremia 7:13
- 22.Jeremia 7:19-Jeremia 22:1
- 23.Jeremia 22:3-Jeremia 30:10
- 24.Jeremia 30:11-Jeremia 45:4
- 25.Jeremia 45:5-Ezechiël 5:15
- 26.Ezechiël 5:17-Ezechiël 20:44
- 27.Ezechiël 20:47-Ezechiël 34:2
- 28.Ezechiël 34:8-Hosea 12:6
- 29.Hosea 12:10-Micha 6:8
- 30.Micha 7:8-Maleachi 1:5
- 31.Maleachi 1:6-Maleachi 4:3
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (102)
- Exodus (219)
- Leviticus (113)
- Numberi (174)
- Deuteronomium (297)
- Jozua (85)
- Richteren (61)
- Ruth (12)
- 1 Samuël (124)
- 2 Samuël (65)
- 1 Koningen (78)
- 2 Koningen (94)
- 1 Kronieken (46)
- 2 Kronieken (82)
- Ezra (5)
- Nehemia (3)
- Job (15)
- Psalmen (201)
- Spreuken (22)
- Jesaja (248)
- Jeremia (424)
- Klaagliederen (20)
- Ezechiël (295)
- Daniël (2)
- Hosea (16)
- Joël (11)
- Amos (62)
- Obadja (4)
- Jona (6)
- Micha (16)
- Nahum (8)
- Habakuk (5)
- Zefanja (12)
- Zacharia (70)
- Maleachi (28)