Most Popular Bible Verses in Jesaja

Jesaja Rank:

1001
VersbegrippenMiddagVerschoppelingenMeedogenloos

Brengt een raad aan, houdt gericht, maakt uw schaduw op het midden van den middag, gelijk van den nacht; verbergt de verdrevenen, en meldt den omzwervende niet.

1002

En Ik zal zaad uit Jakob voortbrengen, en uit Juda een erfbezitter van Mijn bergen; en Mijn uitverkorenen zullen het erfelijk bezitten, en Mijn knechten zullen aldaar wonen.

1003
VersbegrippenGod UitvergrotenGod AlleenOverheersing

HEERE, onze God! andere heren, behalve Gij, hebben over ons geheerst; doch door U alleen gedenken wij Uws Naams.

1004
VersbegrippenGeneratiesRookHet Land Dat Leeg WordtNiet UitdovendDag Of NachtRoken

Het zal des nachts of des daags niet uitgeblust worden, tot in der eeuwigheid zal zijn rook opgaan; van geslacht tot geslacht zal het woest zijn, tot in eeuwigheid der eeuwigheden zal niemand daar doorgaan.

1005
VersbegrippenGelovigen Die Vrede ErvarenEeuwige RustDe Rechtvaardigen VerdwijnenDood Van De RechtvaardigenVredevolle Slaap

Hij zal ingaan in den vrede; zij zullen rusten op hun slaapsteden, een iegelijk, die in zijn oprechtheid gewandeld heeft.

1006
VersbegrippenOverlevenden Van IsraëlEnkele Mensen

En het overgebleven getal der schutters, de helden der Kedarenen, zullen minder worden, want de HEERE, de God Israels, heeft het gesproken.

1007
VersbegrippenVijgenboomLichaamDoktersZiektesPuisten Of ZwerenMedicijnVijgenHerstelGezwel

Jesaja nu had gezegd: Laat men nemen een klomp vijgen, en tot een pleister op het gezwel maken, en hij zal genezen.

1008
VersbegrippenHet Lichaam BedekkenBekrompenheidAccomodatiesKleine DingenBedden

Want het bed zal korter zijn, dan dat men zich daarop uitstrekken kunne; en het deksel zal te smal wezen, als men zich daaronder voegt.

1009
VersbegrippenOvergaveVijandelijke AanvallenSamenkomstGeloofwaardigheid

Ziet, zij zullen zich zekerlijk vergaderen, doch niet uit Mij; wie zich tegen u vergaderen zal, die zal om uwentwil vallen.

1010
VersbegrippenPlunderenReddingValGevangenissenGeloofwaardigheidGevangenis

Maar nu is het een beroofd en geplunderd volk; zij zijn allen verstrikt in de holen, en verstoken in de gevangenhuizen; zij zijn tot een roof geworden, en er is niemand, die ze redt; tot een plundering, en niemand zegt: Geeft ze weder.

1011
VersbegrippenGenummerdGebouwen TellenVernietiging Van HuizenDe Muren Van Jeruzalem Bouwen

Gij zult ook de huizen van Jeruzalem tellen; en gij zult huizen afbreken, om de muren te bevestigen.

1012
VersbegrippenVernederingAfzetten

En Ik zal u afstoten van uw staat, en van uw stand zal Hij u verstoren.

1013
VersbegrippenBakstenenNatuurlijke TuinOffer In OTOffers VerbrandenAfgoderijRouwende God

Een volk, Mij geduriglijk tergende in Mijn aangezicht, in hoven offerende, en rokende op tichelstenen;

1014
VersbegrippenBrievenVerspreiden

Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN; en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.

1015
VersbegrippenOvensBaniers, Letterlijk GebruikBanier, Figuurlijk GebruikDe Betekenis Van JeruzalemMensen Als RotsenZion

En hij zal van vreze doorgaan naar zijn rotssteen, en zijn vorsten zullen voor de banier verschrikken, spreekt de HEERE, die te Sion vuur, en te Jeruzalem een oven heeft.

1016
VersbegrippenWijze En Methodes Van LovenSnarenGod Mijn ReddingInstrumenten

De HEERE was gereed om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN.

1017
VersbegrippenGeopende OgenVerblindendAndere Verblindingen

En de ogen dergenen, die zien, zullen niet terugzien, en de oren dergenen, die horen, zullen opmerken.

1018
VersbegrippenSatan Als Een Vernietiger

Laat mijn verdrevenen onder u verkeren, o Moab! wees gij hun een schuilplaats voor het aangezicht des verstoorders; want de onderdrukker heeft een einde, de verstoring is te niet geworden, de vertreders zijn van de aarde verdaan.

1019
VersbegrippenKristallenWaardevolle StenenBruisendGrenzenGeloofwaardigheid

En uw glasvensters zal Ik kristallijnen maken, en uw poorten van robijnstenen, en uw ganse landpale van aangename stenen.

1020
VersbegrippenBlote VoetenGevangenenAfrika

Alzo zal de koning van Assyrie voortdrijven de gevangenen der Egyptenaren, en de Moren, die weggevoerd zullen worden, jongen en ouden, naakt en barrevoets, en met blote billen, den Egyptenaren tot schaamte.

1021
VersbegrippenErkennend

Hoort gijlieden, die verre zijt, wat Ik gedaan heb; en gijlieden, die nabij zijt, bekent Mijn macht!

1022
VersbegrippenVissenWeeklagenNettenBeroepenVissers

En de vissers zullen treuren, en allen, die den angel in de stromen werpen, zullen rouw maken; en die het werpnet uitbreiden op de wateren, zullen kwijnen.

1023
VersbegrippenVernederingNederigheidGevolgen Van TrotsDe Trotsen VernederenVernietiging Van StedenDingen Neerzetten

Want Hij buigt de hooggezetenen neder, de verheven stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert ze tot de aarde toe, Hij doet ze tot aan het stof reiken.

1024
VersbegrippenPoortenStrijdwagensWachten Aan PoortenOp Paarden RijdenVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

En het zal geschieden, dat uw uitgelezen dalen vol wagenen zullen zijn, en dat de ruiters zich gewisselijk zullen zetten ter poorten aan.

1026
VersbegrippenGevolgen Van DwaasheidBegripAanvaarden Van InstructiesMopper NietKlagenKritiekDoctrine

En die dwalende van geest zijn, zullen tot verstand komen, en de murmureerders zullen de lering aannemen.

1027
VersbegrippenGewadenDe Aard Van Menselijke AutoriteitSpirituele VadersMensen Die Geen Autoriteit Hebben

En Ik zal hem met uw rok bekleden, en Ik zal hem met uw gordel sterken, en uw heerschappij zal Ik in zijn hand geven; en hij zal den inwoneren te Jeruzalem en den huize van Juda tot een vader zijn.

1028
VersbegrippenBevenDingen Die Gestript Worden

Want Elam heeft den pijlkoker genomen, de man is op den wagen, er zijn ruiters; en Kir ontbloot het schild.

1029
VersbegrippenSoorten DierenKledingDe Gerechtigheid Van GodInsectenWolRedding Beschreven AlsOngelovigen Beschreven AlsMottenMensen Die Door Wormen Gegeten WordenEeuwige BevrijdingMensen Die AftakelenSluitingWormen

Want de mot zal ze opeten als een kleed, en het schietwormpje zal ze opeten als wol; maar Mijn gerechtigheid zal in eeuwigheid zijn, en Mijn heil van geslacht tot geslachten.

1031
VersbegrippenDoodsangst Van Het LichaamLichaamDe Aard Van BestraffingWeeën

Daarom zijn mijn lendenen vol van grote krankheid, bange weeen hebben mij aangegrepen, gelijk de bange weeen van een, die baart; ik krom mij van horen, ik word ontsteld van het aanzien.

1032
VersbegrippenElke OchtendAngst Voor Gods WoordTerrorisme

Van den tijd af, als hij doortrekt, zal hij ulieden wegnemen, want allen morgen zal hij doortrekken, bij dag en bij nacht; en het zal geschieden, dat het gerucht te verstaan, enkel beroering wezen zal.

1033
VersbegrippenAngst Voor Andere MensenTerrorisme

En het land van Juda zal den Egyptenaren tot een schrik zijn; zo wie het vermelden zal, die zal in zichzelven bevreesd wezen vanwege den raad des HEEREN der heirscharen, dien Hij tegen hen beraadslaagd heeft.

1034
VersbegrippenOvervloed, MaterieelVals VertrouwenUitspattingWijnZelfbedrogSterke DrankValse VriendenMorgenBierAlcoholismeDronkaards

Komt herwaarts, zeggen zij: ik zal wijn halen, en wij zullen sterken drank zuipen; en de dag van morgen zal zijn als deze, ja, groter, veel treffelijker.

1035
VersbegrippenStrijdwagensCederBomen VellenOp Strijdwagens Vertrouwen

Door middel uwer dienstknechten hebt gij den HEERE gehoond, en gezegd: Ik heb met de menigte mijner wagenen beklommen de hoogte der bergen, de zijden van Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen en zijn uitgelezen dennebomen afhouwen; en zal komen tot zijn uiterste hoogte, in het woud zijns schonen velds.

1036
VersbegrippenDe Houding Van God Tegenover WreedheidSpotOntrouw Aan GodOnbarmhartigKijken Naar In De Val LopenMensen EindigdenSpottersSpotters

Wanneer de tiran een einde zal hebben, en dat het met den bespotter uit zal zijn, en dat allen, die tot ongerechtigheid waken, uitgeroeid zullen zijn;

1037
VersbegrippenBuigingDakJute En AsZorgenBovenop Het Dak

Op hun wijken hebben zij zakken aangegord; op hun daken en op hun straten huilen zij altemaal, afgaande met geween.

1038
VersbegrippenHet GrafHoogteGereedschapVoorbeelden Van Wereldlijke Ambitie

Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier, dat gij u hier een graf uitgehouwen hebt als die zijn graf in de hoogte uithouwt, die een woning voor zich op een rotssteen laat aftekenen?

1039
VersbegrippenOnmogelijke GeboorteGeen Kracht Meer Om Het Hoofd Te BiedenStress En Moeilijke TijdenDe kracht Van VrouwenZwakteSterk Blijven Tijdens Harde TijdenDoor Moeilijke Tijden KomenEnergieBabySterkte

En zij zeiden tot hem: Alzo zegt Hizkia: Deze dag is een dag der benauwdheid, en der schelding, en der lastering; want de kinderen zijn gekomen tot aan de geboorte, en er is geen kracht om te baren.

1040
VersbegrippenTekenen Van God

En dit zal u een teken zijn van den HEERE, dat de HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal:

1041
VersbegrippenVergeldingGoddelijke BeloningGod Heeft Het Geëist

Er zal een stem van een groot rumoer uit de stad zijn, een stem uit den tempel, de stem des HEEREN, Die Zijn vijanden de verdiensten vergeldt.

1042

Want dat geschreeuw zal omgaan door de landpale van Moab, haar gehuil tot Eglaim toe, ja, tot Beer-Elim toe zal haar gehuil zijn.

1043
VersbegrippenVerbod Van BegeerteDe Aard Van ZondeKarakter Van Het KwaadHoe Zonde Gepaard Gaat Met AandoeningenGod VerschuiltHebzuchtHebzucht

Ik was verbolgen over de ongerechtigheid hunner gierigheid, en sloeg hen; Ik verborg Mij, en was verbolgen; evenwel gingen zij afkerig henen in den weg huns harten.

1044
VersbegrippenConfrontatieNiet Horen

Wijkt af van den weg, maakt u van de baan; laat den Heilige Israels van ons ophouden!

1045
VersbegrippenBewakersWachterMetaforische WijngaardenTypes Van Heilige GeestDag En Nacht BeschermingPijnBescherming Tegen VijandenDe Aarde VerzorgenBescherming Tegen Gevaar

Ik, de HEERE, behoede dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat de vijand hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren nacht en dag.

1046

Zo kwam Rabsake weder, en hij vond den koning van Assyrie strijdende tegen Libna; want hij had gehoord, dat hij van Lachis vertrokken was.

1047
VersbegrippenAfgezant

Wanneer zijn vorsten zullen geweest zijn tot Zoan, en zijn gezanten zullen gekomen zijn tot nabij Chanes;

1048
VersbegrippenStemmenDe Namen Voor Christus

Wien hebt gij gehoond, en gij gelasterd, en tegen Wien hebt gij de stem verheven, en uw ogen omhoog opgeheven? Tegen den Heilige Israels!

1049
VersbegrippenVoorbeelden Van VertrouwenVoorbeelden Van Vals VertrouwenVals VertrouwenPoelenGod Plant Als VanoudsTwijfelen Aan GodGods Plannen

Ook zult gij een gracht maken tussen beide de muren, voor de wateren des ouden vijvers; maar gij zult niet opwaarts zien op Dien, Die zulks gedaan heeft, noch aanmerken Dien, Die dat van verre tijden geformeerd heeft.

1050

Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit u zullen voortkomen, die gij gewinnen zult, nemen, dat zij hovelingen zijn in het paleis des konings van Babel.

1051
VersbegrippenVernederingNederigheidVaardigheidVeroveringZwemmen

En Hij zal Zijn handen uitbreiden in het midden van hen, gelijk als een zwemmer die uitbreidt om te zwemmen, en Hij zal hun hoogmoed vernederen met de lagen hunner handen.

1052
VersbegrippenWoord Van God

En Jesaja zeide tot hen: Zo zult gijlieden tot uw heer zeggen: Zo zegt de HEERE: Vrees niet voor de woorden, die gij gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars des konings van Assyrie gelasterd hebben.

1053
VersbegrippenMensen KennenZegeningen Voor IsraëlNageslachtGezegend Door GodKinderen Die Een Zegen ZijnZadenZonen Die Een Zegen ZijnVerjaardag

En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, zullen hen kennen, dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft.

1054
VersbegrippenGebruik Van SteenkoolMensen VerbrandenZichzelf Redden

Ziet, zij zullen zijn als stoppelen, het vuur zal ze verbranden, zij zullen zichzelven niet kunnen rukken uit de macht der vlam; het zal geen kool zijn om bij te warmen, geen vuur om daarvoor neder te zitten.

1055
VersbegrippenMenselijke GenadeHoudingen Van OuderdomJukMinachting Voor De OuderenOnderdrukkersOordeel Over Oude MensenMensen Zonder GenadeMeedogenloos

Ik was op Mijn volk zeer toornig, Ik ontheiligde Mijn erve, en Ik gaf hen over in uw hand; doch gij beweest hun geen barmhartigheden, ja, zelfs over den oude maaktet gij uw juk zeer zwaar.

1056
VersbegrippenBoeken

Het papiergewas bij de stromen, aan de oevers der stromen, en al het gezaaide aan de stromen, zal verdrogen; het zal weggestoten worden, en niet meer zijn.

1057
VersbegrippenRuimte

Nog zullen de kinderen, waarvan gij beroofd waart, zeggen voor uw oren: De plaats is mij te nauw, wijk van mij, dat ik wonen moge.

1058
VersbegrippenDe Houding Van God Tegenover WreedheidWaters Die Opdrogen

En Ik zal de Egyptenaars besluiten in de hand van harde heren, en een strenge koning zal over hen heersen, spreekt de Heere HEERE der heirscharen.

1059
VersbegrippenIsraël Op De Vlucht

Al uw oversten zijn te zamen weggevlucht; zij zijn van de schutters gebonden, allen, die in u gevonden zijn, zijn samengebonden, zij zijn van verre gevloden.

1060
VersbegrippenMenselijke EmotieMenselijk HartSlapeloosheidStruikelenAngst Voor Het OnbekendeOnrustSchemeringIndividuen Die Beven

Mijn hart dwaalt, gruwen verschrikt mij, de schemering, waar ik naar verlangd heb, stelt Hij mij tot beving.

1061
VersbegrippenEigen Wil

Wie heeft Jakob tot een plundering overgegeven, en Israel den rovers? Is het niet de HEERE, Hij, tegen Wien wij gezondigd hebben? Want zij wilden niet wandelen in Zijn wegen, en zij hoorden niet naar Zijn wet.

1062
VersbegrippenDe Aard Van GeloofGebrek Aan VertrouwenAfgoden VertrouwenLot Van AfgodendienaarsSchaamte Over Afgoderij

Maar die zich op gesneden beelden verlaten, die tot de gegoten beelden zeggen: Gij zijt onze goden; die zullen achterwaarts keren, en met schaamte beschaamd worden.

1063
VersbegrippenVerwarringIjdelheidAfgoden Bestaan NietBeeld

Ziet, zij zijn altemaal ijdelheid, hun werken zijn een nietig ding, hun gegoten beelden zijn wind, en een ijdel ding.

1064
VersbegrippenKribbesGereedschapScheppenNiets Wat Dieren EtenZuurheid

En de ossen, en ezelveulens, die het land bouwen, zullen zuiver voeder eten, hetwelk verschud is met de werpschoffel en met de wan.

1065
VersbegrippenBuigenReligieAfgoderij Bestaat UitVerkeerd BiddenBeeld

Het overige nu daarvan maakt hij tot een god, tot zijn gesneden beeld; hij knielt er voor neder, en buigt zich, en bidt het aan, en zegt: Red mij, want gij zijt mijn god!

1066
VersbegrippenVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

Want Ik zal een leger in het rond om u slaan, en Ik zal u belegeren met bolwerken, en Ik zal vestingen tegen u opwerpen.

1067
VersbegrippenWapensDe Kracht Van God BeschrevenArm Van GodVerdeling Van WaterenVerdeeld WaterZegeningen Voor De Rechterhand

Die den arm Zijner heerlijkheid heeft doen gaan aan de rechterhand van Mozes; Die de wateren voor hunlieder aangezichten kliefde opdat Hij Zich een eeuwigen Naam maakte?

1069
VersbegrippenDe Gevolgen Van Spiritueel Blind ZijnNood Aan Gods BegeleidingMurenSchemeringMensen Die StrompelenGetroffen Door De Dood

Wij tasten naar den wand, gelijk de blinden, en, gelijk die geen ogen hebben, tasten wij; wij stoten ons op den middag, als in de schemering, wij zijn in woeste plaatsen gelijk de doden.

1070
VersbegrippenKleiOostVakluiPottenbakkerOverwinning Als Daad Van GodPottenbakkerijKlei, GebruikVanuit Het Noorden

Ik verwek een van het noorden, en hij zal opkomen van den opgang der zon; hij zal Mijn Naam aanroepen; en hij zal komen over de overheden als over leem, en gelijk een pottenbakker het slijk treedt.

1071
VersbegrippenSnoeienMessenGereedschapTakken Snoeien

Want voor den oogst, als de botte volkomen is, en de onrijpe druif rijp wordt na den bloesem, zo zal Hij de ranken met snoeimessen afsnijden, en de takken wegdoen, en afkappen.

1072
VersbegrippenKoeienZaden PlantenZaad Op De Grond Verspillen

Welgelukzalig zijt gijlieden, die aan alle wateren zaait; gij, die den voet des osses en des ezels derwaarts henenzendt!

1073
VersbegrippenOnbetrouwbaarheidDe Aard Van Menselijke WijsheidOntevredenheidOnbeweeglijkheidGeschoolde MensenGeen VervalVerdergaanVakmanschapBeeld

Die verarmd is, dat hij niet te offeren heeft, die kiest een hout uit, dat niet verrotte; hij zoekt zich een wijzen werkmeester, om een beeld te bereiden, dat niet wankele.

1074
VersbegrippenVoorbeelden Van TrouwTrouwAnderen Die RouwdenIemands DadenToewijding

En hij zeide: Och HEERE, gedenk toch, dat ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer.

1075
VersbegrippenGods VerontwaardigingGrasBeloofd PlezierGods HandProvisies Voor Het LichaamMoederenVerjonging

En gij zult het zien, en uw hart zal vrolijk zijn, en uw beenderen zullen groenen als het tedere gras; dan zal de hand des HEEREN bekend worden aan Zijn knechten, en Hij zal Zijn vijanden gram worden.

1076
VersbegrippenVijgenboomHerfstGeen SchoonheidErger

En de afvallende bloem zijns heerlijken sieraads, die op het hoofd der zeer vette vallei is, zal zijn gelijk een vroegrijpe vrucht voor den zomer, welke, wanneer ze iemand ziet, terwijl zij nog in zijn hand is, slokt hij ze op.

1077
VersbegrippenMissie Van IsraëlWindOnmogelijke GeboorteEen Baby VerwachtenVerlossingVruchtbaar Zijn

Wij waren bevrucht, wij hadden de smarten, maar wij hebben niet dan wind gebaard; wij deden het land geen behoudenis aan, en de inwoners der wereld vielen niet neder.

1078
VersbegrippenKledingBehulpzaamInsectenOngelovigen Beschreven AlsMottenMensen Die Door Wormen Gegeten WordenMensen Die AftakelenGeen VeroordelingGod Helpt

Ziet, de Heere HEERE helpt Mij, wie is het, die Mij zal verdoemen? Ziet, zij zullen altemaal als een kleed verouden, die mot zal hen eten.

1079
VersbegrippenBevende BergenGod Gaat NeerGebrek Aan Verwachting

Toen Gij vreselijke dingen deedt, die wij niet verwachtten; Gij kwaamt neder, van Uw aangezicht vervloten de bergen.

1080
VersbegrippenVerzamelenHerfstBoomgaardenWijnoogstPotentieel Van FruitOlijfbomen

Want in het binnenste van het land, in het midden dezer volken, zal het alzo wezen, gelijk de afschudding des olijfbooms, gelijk de nalezingen, wanneer de wijnoogst geeindigd is.

1081
VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaWankelendGod Maakt DronkenGod VervolgtDe Komende Dag Van Gods ToornMeedogenloos

Alzo zegt uw Heere, de HEERE en uw God, Die Zijns volks zaak twisten zal: Zie, Ik neem den beker der zwijmeling van uw hand, den droesem van den beker Mijner grimmigheid; gij zult dien voortaan niet meer drinken.

1082
VersbegrippenOogstenZaden Planten

Ten dage, als gij ze zult geplant hebben, zult gij die doen wassen, en in den morgenstond zult gij uw zaad doen bloeien; doch het zal maar een hoop van het gemaaide zijn, in den dag der krankheid en der pijnlijke smart.

1083
VersbegrippenJacob De Patriarch

Daarom zal Ik de oversten des heiligdoms ontheiligen, en Jakob ten ban overgeven, en Israel tot beschimpingen.

1084
VersbegrippenGoudKruiden En SpecerijenTentoonstellenArsenaalGeurDingen Die Onthuld WordenGemengde Metalen Nemen

En Hizkia verblijdde zich over hen, en hij toonde hun zijn schathuis, het zilver, en het goud, en de specerijen, en de beste olie, en zijn ganse wapenhuis, en al wat gevonden werd in zijn schatten; er was geen ding in zijn huis, noch in zijn ganse heerschappij, dat Hizkia hun niet toonde.

1085
VersbegrippenTevredenheidTroost Tijdens SmartMoedersMoederschapBorsten

Opdat gij moogt zuigen, en verzadigd worden van de borsten harer vertroostingen; opdat gij moogt uitzuigen, en u verlusten met den glans harer heerlijkheid.

1086
VersbegrippenOostVanuit Het OostenMensen VerbannenDe Oostenwind

Met mate hebt Gij met hem getwist, wanneer Gij hem wegstiet; als Hij hem wegnam door Zijn harden wind, in den dag des oostenwinds.

1087
VersbegrippenBegripIsraël

Opdat zij zien, en bekennen, en overleggen, en te gelijk verstaan, dat de hand des HEEREN zulks gedaan, en dat de Heilige Israels zulks geschapen heeft.

1088
VersbegrippenGod Als RechterGoddelijke VerdedigingVerdedigende God

En Ik zal u uit de hand des konings van Assyrie verlossen, mitsgaders deze stad; en Ik zal deze stad beschermen.

1089
VersbegrippenPoelenVernietiging Van De Muur Van JeruzalemDe Daad Van OpenenMuren Openen

En gijlieden zult bezien de reten der stad Davids, omdat zij vele zijn; en gij zult de wateren des ondersten vijvers vergaderen.

1090
VersbegrippenAfrikaVerwachtingen

En zij zullen verschrikken en beschaamd zijn van de Moren, op dewelke zij zagen, en van de Egyptenaars, hun roem.

1091
VersbegrippenPersoonlijke HeroplevingHerstel

Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles is het leven van mijn geest; want Gij hebt mij gezond gemaakt en mij genezen.

1092
VersbegrippenLege Steden

Te dien dage zullen zijn sterke steden zijn, als een verlaten struik, en opperste tak, welke zij verlaten hebben, om der kinderen Israels wil, hoewel daar verwoesting zal wezen.

1093
VersbegrippenValse AanbiddingBomenVerwarmingBrandhoutZelfbeeldKokenBeeld

Dan is het voor den mens om te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en buigt zich daarvoor, hij maakt er een gesneden beeld van, en knielt er voor neder.

1094
VersbegrippenGod Als VerlosserVerlossing In OT

Onzes Verlossers Naam is HEERE der heirscharen, de Heilige Israels.

1095
VersbegrippenDe Menselijke Beschrijvingen Van GodBehulpzaamGod AlleenGod Bezit WoedeGod ZelfOndersteuning

En Ik zag toe, en er was niemand die hielp; en Ik ontzette Mij, en er was niemand, die ondersteunde; daarom heeft Mijn arm Mij heil beschikt, en Mijn grimmigheid heeft Mij ondersteund,

1096
VersbegrippenAlliantiesGods Beloftes Voor BegeleidingVoorbestemmingBabylon VernietigdDe Toekomst Voorspellen

Vergadert u, gij allen, en hoort; wie onder hen heeft deze dingen verkondigd? De HEERE heeft hem lief, Hij zal Zijn welbehagen tegen Babel doen, en Zijn arm zal tegen de Chaldeen zijn.

1097
VersbegrippenHarpenMensen GedenkenMensen Vergeten

Neem de harp, ga in de stad rondom, gij vergeten hoer! speel wel, zing veel liederen, opdat uwer gedacht worde!

1098
VersbegrippenVerdreven Aanvallen Op Jeruzalem

Daarom, zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie: Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten; ook zal hij met geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen opwerpen.

1099
VersbegrippenChaosSteden Onder VuurLege StedenChaos Als OordeelWoonstee

Want de vaste stad zal eenzaam, de woonstede zal verstoten en verlaten worden, gelijk een woestijn; daar zullen de kalveren weiden, en daar zullen zij nederliggen, en zullen haar takken verslinden.

1100
VersbegrippenHuren70 Tot 80 JaarGod Die Bezoekt

Want het zal geschieden ten einde van zeventig jaren, dat de HEERE Tyrus zal bezoeken, en dat zij wederkeren zal tot haar hoerenloon, en zij zal hoererij bedrijven met alle koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn.

1101
VersbegrippenGod, Levend En ZelfvoorzienendRestVoorwerp Van SpotOverlevenden BevoordeeldBid Voor OnsZal God Aandacht Besteden?

Misschien zal de HEERE, uw God, horen de woorden van Rabsake, denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden heeft, om den levenden God te honen, en te schelden met woorden, die de HEERE, uw God, gehoord heeft; hef dan een gebed op voor het overblijfsel, dat gevonden wordt.

1102
VersbegrippenBeginDe Aard Van Onderdrukking

Want zo zegt de Heere HEERE: In vorige tijden trok Mijn volk af in Egypte, om als vreemdeling aldaar te verkeren; en Assur heeft hetzelve om niet onderdrukt.

1103
VersbegrippenBeeldhouwwerkHoutGod Spreekt Over OudGod Tegen AfgoderijAlles Gebeurt Voor Een RedenBeeld

Daarom heb Ik het u van toen af verkondigd, eer dat het kwam, heb Ik het u doen horen; opdat gij niet misschien zoudt zeggen: Mijn afgod heeft die dingen gedaan, of mijn gesneden beeld, of mijn gegoten beeld heeft ze bevolen.

1104
VersbegrippenSmerigheidAlcoholVuilnis

Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek, zodat er geen plaats schoon is.

1105
VersbegrippenBedektNaaktheidOnbedekte NaaktheidGod Voert Wraak UitNiet Spaarzaam ZijnWraak

Uw schaamte zal ontdekt worden, ook zal uw schande gezien worden; Ik zal wraak nemen, en Ik zal op u niet aanvallen als een mens.

1106
VersbegrippenLogischRedeneringGod VervolgenHet VerledenHerdenkingVerledenRechtvaardiging

Maakt Mij indachtig, laat ons te zamen richten, vertelt gij uw redenen, opdat gij moogt gerechtvaardigd worden.

1107
VersbegrippenZwaarlijvigheidVervalDunne LichamenDe Eer Verliezen

En het zal geschieden te dien dage, dat de heerlijkheid van Jakob verdund zal worden, en dat de vettigheid van zijn vlees mager worden zal.

1108

Mij hebt gij niet gebracht het kleine vee uwer brandofferen, en met uw slachtofferen hebt gij Mij niet geeerd; Ik heb u Mij niet doen dienen met spijsoffer, en Ik heb u niet vermoeid met wierook.

1109
VersbegrippenDoodsangst Van Het HartBeloofd PlezierAnderen Die RouwdenEen Gebroken Hart

Ziet, Mijn knechten zullen juichen van goeder harte, maar gijlieden zult schreeuwen van weedom des harten, en van verbreking des geestes zult gij huilen.

1110
VersbegrippenOp Strijdwagens VertrouwenRollenSchaamte Is Aangekomen

Hij zal u gewisselijk voortrollen, gelijk men een bal rolt, in een land, wijd van begrip; aldaar zult gij sterven, en aldaar zullen uw heerlijke wagenen zijn, o gij schandvlek van het huis uws heren!

1111
VersbegrippenAfkeerAfgoderij Die Afkeer BetekentOnwetendheid Over God Leidt TotSaaiheidBuigen Voor Valse GodenBrood BakkenBrandhoutHelft Van De DingenZij Die Onwetend Waren

En niemand van hen brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden, en heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen van een boom gekomen is?

1112
VersbegrippenWinstNutteloze AfgodenBeeld

Wie formeert een god, en giet een beeld, dat geen nut doet?

1113
VersbegrippenSympathieSaaiheidBrandhoutGod Zonder Genade

Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, en de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen.

1114
VersbegrippenAfgezantHuilenMensen Die Rouwen Om CatastrofeHelden

Ziet, hun allersterksten roepen daar buiten; de boden des vredes wenen bitterlijk.

1115
VersbegrippenKleuren, GroenDroogteGrasVerdord Gras

Want de wateren van Nimrim zullen enkel verwoesting wezen; want het gras is verdord, het tedere gras is vergaan, er is geen groente.

1116

Vaart over naar Tarsis, huilt, gij inwoners des eilands!

1117
VersbegrippenWoestijnenDorstRotsen SplijtenGod Voorziet WaterProvisies Van RotsenOvervloed In De Wildernis

En: Zij hadden geen dorst, toen Hij hen leidde door de woeste plaatsen; Hij deed hun water uit den rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo vloeiden de wateren daarhenen.

1118
VersbegrippenVakluiMenselijk LevenHet Lichamelijke LevenSpinnen En WevenMensen EindigdenHet Leven Kort GehoudenLeven Is Tijdelijk

Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, als van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.

1119
VersbegrippenBreedteSchepenZeilen

Maar de HEERE zal aldaar bij ons heerlijk zijn, het zal zijn een plaats van rivieren, van wijde stromen; geen roeischuit zal daar doorvaren, en geen treffelijk schip zal daar overvaren.

1120
VersbegrippenPoortenVeilig SluitenDe Daad Van OpenenPoorten OpenenPoorten SluitenDag Of NachtRijk WordenJeruzalem In Het Duizendjarig KoninkrijkHeidenen

En uw poorten zullen steeds openstaan, zij zullen des daags of des nachts niet toegesloten worden; opdat men tot u inbrenge het heir der heidenen, en hun koningen tot u geleid worden.

1121
VersbegrippenHerfstOnvruchtbaarheidKwellingen Van De GoddelozenWijnoogstEen Jaar

Vele dagen over het jaar zult gij beroerd zijn, gij dochters, die zo zeker zijt, want de wijnoogst zal uit zijn, er zal geen inzameling komen.

1122
VersbegrippenBaniers, Letterlijk GebruikMensen NavolgenOvergevoelig ZijnBakensVijf MensenDuizend MensenVlaggen

Een duizend van het schelden van een enige, van het schelden van vijf zult gij allen vlieden; totdat gij overgelaten wordt, gelijk een mast op den top van een berg, en als een banier op een heuvel.

1123
VersbegrippenGods Oordeel Over ZondeMurenKwellingen Van De GoddelozenDe Onzekerheid Van De GoddelozenPlotselinge VernietigingPlotselingDingen Vallen

Daarom zal ulieden deze misdaad zijn gelijk een vallende scheur, uitwaarts gebogen in een hogen muur, welks breuk haastelijk in een ogenblik komen zal.

1124
VersbegrippenSoorten OneerlijkheidKwade PlannenValToestellen Van KwaadSamenzwerenInstrumenten

En eens gierigaards ganse gereedschap is kwaad; hij beraadslaagt schandelijke verdichtselen, om de ellendigen te bederven met valse redenen, en het recht, als de arme spreekt.

1125
VersbegrippenDroogteGod Droogt De Dingen

Ik zal bergen en heuvelen woest maken, en al hun gras zal Ik doen verdorren; en Ik zal de rivieren tot eilanden maken, en de poelen uitdrogen.

1126
VersbegrippenGod Als RechterGoddelijke Kracht

Die de vorsten te niet maakt; de richters der aarde maakt Hij tot ijdelheid.

1127
VersbegrippenZwaardenGod DodendGod Zal De Mensen DodenGedwongen Arbeid

En Assur zal vallen door het zwaard, niet eens mans, en het zwaard, niet eens mensen, zal hem verteren; en hij zal voor het zwaard vlieden, en zijn jongelingen zullen versmelten.

1128
VersbegrippenDe Onzekerheid Van De GoddelozenPlotselinge VernietigingPlotselingDe Toekomst Niet Kennen

Daarom zal er over u een kwaad komen, gij zult den dageraad daarvan niet weten; en een verderf zal er op u vallen, hetwelk gij niet zult kunnen verzoenen; want er zal snellijk een onstuimige verwoesting over u komen, dat gij het niet weten zult.

1129
VersbegrippenVerlichtingGod OnderwijzenGod Heeft Begrip

Met wien heeft Hij raad gehouden, die Hem verstand zou geven, en Hem zou leren van het pad des rechts, en Hem wetenschap zou leren, en Hem zou bekend maken den weg des veelvoudigen verstands?

1130
VersbegrippenMoedMoedAanmoedigingMoed En KrachtElkaar AanmoedigenAnderen AanmoedigenAanmoedigen

De een hielp den ander, en zeide tot zijn metgezel: Wees sterk!

1131
VersbegrippenGod PrijzenRechtvaardige MensenZonsverduistering

Maar in den HEERE zullen gerechtvaardigd worden en zich beroemen, het ganse zaad van Israel.

1132
VersbegrippenPijpDoornenOnkruidPlanten Verbranden

Grimmigheid is bij Mij niet; wie zou Mij als een doorn en distel in oorlog stellen, dat Ik tegen hem zou aanvallen, en hem te gelijk verbranden zou?

1133
VersbegrippenProfetische TekenenTekenen Van GodWijngaardenWijngaarden PlantenLetterlijk PlantenOogstenBraaklandOogsten Wat Je Gezaaid HebtZaaien

En dat zij u een teken, dat men in dit jaar, wat van zelf gewassen is, eten zal, en in het tweede jaar, wat daarvan weder uitspruit; maar zaait in het derde jaar, en maait, en plant wijngaarden, en eet hun vruchten.

1134
VersbegrippenGoddelijke LeidingDe Geest Van GodDe Geest Van De HeerGod heeft GeleidGod Geeft Rust

Gelijk een beest, dat afgaat in de valleien, heeft hun de Geest des HEEREN rust gegeven. Alzo hebt Gij Uw volk geleid, opdat Gij U een heerlijken Naam zoudt maken.

1135
VersbegrippenWaters Die OpdrogenGod Droogt De DingenDiepe Zeeën

Die tot de diepte zegt: Verdroog, en uw rivieren zal Ik verdrogen.

1136
VersbegrippenOnverschilligheidWeigeren Om Te HorenVol Onbebrip ZijnLuisteren Naar GodAandacht

Gij ziet wel veel dingen, maar gij bewaart ze niet; of schoon hij de oren opendoet, zo hoort hij toch niet.

1137
VersbegrippenDageraadSpiritueel OntwakenIn De Ochtend En Tijdens De AvondProvisie Van NachtVredevolle Slaap

De wachter zeide: De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt.

1138
VersbegrippenSnelwegMinderwaardigheidVerdragLege DingenReizigersTragedie Op De StratenSnelwegen

De gebaande wegen zijn verwoest, die door de paden gaat, houdt op; hij vernietigt het verbond, hij veracht de steden, hij acht geen mens.

1139
VersbegrippenToekomstSlechte OudersNutteloze ArbeidGod ZegentKinderen OpvoedenFamilie Problemen

Zij zullen niet tevergeefs arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn het zaad der gezegenden des HEEREN, en hun nakomelingen met hen.

1140
VersbegrippenBezittingen Naar Babylon Brengen

Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is, en wat uw vaders opgelegd hebben tot een schat tot op dezen dag, naar Babel weggevoerd zal worden; er zal niets overgelaten worden, zegt de HEERE.

1141

Op het land mijns volks zal de doorn en de distel opgaan; ja, op alle vreugdehuizen, in de vrolijk huppelende stad.

1142

En Rabsake zeide tot hen: Zegt nu tot Hizkia: Zo zegt de grote koning, de koning van Assyrie: Wat vertrouwen is dit, waarmede gij vertrouwt;

1143
VersbegrippenDoornen

En de volken zullen zijn als de verbrandingen des kalks; als afgehouwen doornen zullen zij met het vuur verbrand worden.

1144
VersbegrippenVakluiPortemonneesGoudHurenMetaalwerkersVaardigheidGoudsmedenWegenBuigen Voor Valse GodenZilver VergarenGoud OvergedragenDe Aard Van AfgoderijBalans

Zij verkwisten het goud uit de beurs, en wegen het zilver met de waag; zij huren een goudsmid, en die maakt het tot een god, zij knielen neder, ook buigen zij zich daarvoor.

1145
VersbegrippenDiscretieGod Als Een LeraarKomijnGod Die LeertLandbouwLandbouw

En zijn God onderricht hem van de wijze, Hij leert hem.

1146
VersbegrippenTeugelsAfvalPaardenZiftenZevenVerbindend Als DierenZoals Een Zondvloed

En Zijn adem is als een overlopende beek, die tot aan den hals toe raakt; om de heidenen te schudden met een schudding der ijdelheid, en als een misleidende toom in de kinnebakkens der volken.

1147
VersbegrippenAfvalplaatsen HersteldVer Van Hier

Want in uw woeste en uw eenzame plaatsen, en uw verstoord land, gewisselijk, nu zult gij benauwd worden van inwoners; en die u verslonden, zullen zich verre van u maken.

1148
VersbegrippenDe Zee BevarenSchepenVernietiging Van bolwerken

Huilt, gij schepen van Tarsis! want ulieder sterkte is verstoord.

1149
VersbegrippenEindeNederigheidSuperioriteitDe Trotsen VernederenGod Tegen De HoogmoedigenGods Plannen

De HEERE der heirscharen heeft het beraadslaagd, opdat Hij ontheilige de hovaardij van alle sieraad, om al de heerlijksten der aarde verachtelijk te maken.

1150
VersbegrippenGeorganiseerd ZijnEen Koninkrijk Van PriestersPriesters

En ook zal Ik uit dezelve enigen tot priesters en tot Levieten nemen, zegt de HEERE.

1151
VersbegrippenVanaf Het Begin

Wie heeft wat verkondigd van den beginne aan, dat wij het weten mogen, of van te voren, dat wij zeggen mogen: Hij is rechtvaardig; maar er is niemand, die het verkondigt, ook niemand, die wat horen doet, ook niemand, die ulieder woorden hoort.

1152
VersbegrippenUitdagingSalarissenZonde Van De VadersOffers VerbrandenOfferen Op De Hoge PlaatsenVergissingen Maken

Uw ongerechtigheden, en uwer vaderen ongerechtigheden tegelijk, zegt de HEERE, die gerookt hebben op de bergen, en Mij smaadheid aangedaan hebben op de heuvelen; daarom zal Ik hun vorig werkloon in hun boezem weder toemeten.

1153
VersbegrippenNiet Stil ZijnGod Zal Het EisenNiet Stil

Ziet, het is voor Mijn aangezicht geschreven; Ik zal niet zwijgen, maar Ik zal vergelden, ja, in hun boezem zal Ik vergelden;

1154
VersbegrippenKennis Over GodNiemand Anders Is GodWeten Dat Er Een God IsDe Heer [Jahweh] Is God

Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons uit zijn hand, zo zullen alle koninkrijken der aarde weten, dat Gij alleen de HEERE zijt.

1155
VersbegrippenBedekt Met BloedEenhoorns

En hun verslagenen zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal hun stank opgaan; en de bergen zullen smelten van hun bloed.

1156
VersbegrippenRespect Voor MensenOpvattingGeboorteZonsverduisteringVader En Dochter RelatiesVaderschapOuderschap

Wee dien, die tot den vader zegt: Wat genereert gij? en tot de vrouw: Wat baart gij?

1157
VersbegrippenPlunderenHerfstRupsenSprinkhanen

Dan zal ulieder buit verzameld worden, gelijk de kevers verzameld worden; men zal daarin ginds en weder huppelen, gelijk de sprinkhanen ginds en weder huppelen.

1158
VersbegrippenArsenaalGod Die De Mensen Stript

En hij zal het deksel van Juda ontdekken; en te dien dage zult gij zien naar de wapenen in het huis des wouds.

1159
VersbegrippenBescherming En Veiligheid

Want de sterkte van Farao zal ulieden tot schaamte zijn, en die toevlucht onder de schaduw van Egypte tot schande.

1160
VersbegrippenHitteMensen Die Gevlucht Zijn

Want zij vluchten voor de zwaarden, voor het uitgetrokken zwaard, en voor den gespannen boog, en voor de zwarigheid des krijgs.

1161
VersbegrippenBevenTerreur Van God

De eilanden zagen het, en zij vreesden; de einden der aarde beefden; zij naderden en kwamen toe;

1162
VersbegrippenHandelswaarSchatten Op Aarde OpslaanSalaris Van Een Prostituee

En haar koophandel en haar hoerenloon zal den HEERE heilig zijn, het zal niet ten schat vergaderd noch opgesloten worden; maar haar koophandel zal wezen voor hen, die voor den HEERE wonen, opdat zij eten tot verzadiging, en dat zij durig deksel hebben.

1163
VersbegrippenOpstand Tegen God Getoond InTerugkeren Naar GodPijn En Verraad

Bekeert u tot Hem, van Denwelken de kinderen Israels diep afgeweken zijn.

1164
VersbegrippenNamen Voor JeruzalemGod OndersteuntBurgers

Ja, van de heilige stad worden zij genoemd, en zij steunen op den God Israels; HEERE der heirscharen is Zijn Naam.

1165
VersbegrippenBeven

Gelijk een smeltvuur brandt, en het vuur de wateren doet opbobbelen, om Uw Naam aan Uw wederpartijders bekend te maken! Laat alzo de heidenen voor Uw aangezicht beven.

1166
VersbegrippenGods Beloftes Voor BegeleidingGeschiedenisVernietiging Van StedenHoren Over GodGod Plant Als VanoudsGods Plannen

Hebt gij niet gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb, en dat van de oude dagen af geformeerd heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden te verstoren tot woeste hopen.

1167
VersbegrippenGeweldKledingstukken

Hun webben deugen niet tot klederen, en zij zullen zichzelven niet kunnen dekken met hun werken; hun werken zijn werken der ongerechtigheid, en een maaksel des wrevels is in hun handen.

1168
VersbegrippenKolonisatie

Waar zijn de goden van Hamath en Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim? Hebben zij ook Samaria van mijn hand gered?

1169
VersbegrippenNettenWegenDe Gevolgen Van De Toorn Van GodFlauw VallenMan Die VangtTragedie Op De StratenHerten Enz.Afleiding

Uw kinderen zijn in bezwijming gevallen, zij liggen vooraan op alle straten, gelijk een wilde os in het net; zij zijn vol van de grimmigheid des HEEREN, van de schelding uws Gods.

1170
VersbegrippenGod VergetenStilteOntrouw Aan GodGod Die Stil IsGeen Angst Voor GodAngstAngst En ZorgenBang Zijn

Maar voor wien hebt gij geschroomd of gevreesd? Want gij hebt gelogen, en zijt Mijner niet gedachtig geweest, gij hebt Mij op uw hart niet gelegd; is het niet, om dat Ik zwijg, en dat van ouds af, en gij vreest Mij niet?

1171
VersbegrippenNestenVleugelsAasgierenValken

Daar zal de wilde meerle nestelen en leggen, en haar jongen uitbikken, en onder haar schaduw vergaderen; ook zullen aldaar de gieren met elkaar verzameld worden.

1172
VersbegrippenEdelenAndere Onbelangrijke Mensen

Hun edelen (doch zij zijn er niet) zullen zij tot het koninkrijk roepen, maar al hun vorsten zullen niets zijn.

1173
VersbegrippenHandicapsHoudingen Tegenover OnvruchtbaarheidVerliesZwerven

En gij zult zeggen in uw hart: Wie heeft mij dezen gegenereerd, aangezien ik van kinderen beroofd en eenzaam was? Ik was in de gevangenis gegaan, en weggeweken; wie heeft mij dan deze opgevoed? Ziet, ik was alleen overgelaten, waar waren dezen?

1174
VersbegrippenBesteed Aandacht Aan God!

Hoort naar Mij, gij stijven van harte, gij, die verre van de gerechtigheid zijt!

1175

Gelijk als geweest is de tijding van Egypte, zal men ook in weedom zijn, als men van Tyrus horen zal.

1176
VersbegrippenDegenen Die Verlost Zijn Door De HeerVerlost

Er zal geen leeuw zijn, en geen verscheurend gedierte zal daarop komen, noch aldaar gevonden worden; maar de verlosten zullen daarop wandelen.

1177
VersbegrippenIjver Van GodOverlevenden Van IsraëlZion

Want van Jeruzalem zal het overblijfsel uitgaan, en het ontkomene van den berg Sion; de ijver des HEEREN der heirscharen zal dit doen.

1178
VersbegrippenKafStroLicht Als KafVuur Van Het Kwaad

Gijlieden gaat met stro zwanger, gij zult stoppelen baren; uw geest zal u als vuur verslinden.

1179
VersbegrippenOpschuddingPaardenNeuzen

Om uw woeden tegen Mij, en dat uw woeling voor Mijn oren opgekomen is, zo zal Ik Mijn haak in uw neus leggen, en Mijn gebit in uw lippen, en Ik zal u doen wederkeren door dien weg, door denwelken gij gekomen zijt.

1180
VersbegrippenPlannenWijze MannenWaar Zijn Mensen?

Waar zijn nu uw wijzen? Dat zij u nu te kennen geven of vernemen, wat de HEERE der heirscharen beraadslaagd heeft tegen Egypte.

1181
VersbegrippenOffer In OTBeddenOfferen Op De Hoge PlaatsenOntrouw

Gij stelt uw leger op een hogen en verhevenen berg; ook klimt gij derwaarts op, om slachtoffer te offeren.

1182
VersbegrippenAanbod DrankAanbieden Van Granen En Plengoffers

Aan de gladde stenen der beken is uw deel, die, die zijn uw lot; ook stort gij denzelven drankoffer uit, gij offert hun spijsoffer; zou Ik Mij over deze dingen troosten laten?

1183
VersbegrippenZoekenTijd Van Vrede

Maar Hizkia zeide tot Jesaja: Het woord des HEEREN, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook zeide hij: Doch het zij vrede en waarheid in mijn dagen!

1184
VersbegrippenMisleidende GodGeloof In GodHet Niet In Iemands Handen GevenKoningen Van Juda

Zo zult gijlieden spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende: Laat u uw God niet bedriegen, op Welken gij vertrouwt, zeggende: Jeruzalem zal in de hand des konings van Assyrie niet gegeven worden.

1185
VersbegrippenMurenHerstel

Toen keerde Hizkia zijn aangezicht om naar den wand, en hij bad tot den HEERE.

1186
VersbegrippenStratenDuistere DagenGebruik Van AlcoholWijn HalenGebrek Aan Vreugde

Er is een klagelijk geroep op de straten, om des wijns wil; alle blijdschap is verduisterd, de vreugde des lands is heengevaren.

1187
VersbegrippenRecordersZij Die Kledij Verscheurden

Toen kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot Hizkia met gescheurde klederen; en zij gaven hem de woorden van Rabsake te kennen.

1188
VersbegrippenKrankzinnigheidTaalSpraakbeperkingenOnbezonnen Mensen

En het hart der onbedachtzamen zal de wetenschap verstaan, en de tong der stamelenden zal vaardig zijn, om bescheidenlijk te spreken.

1189
VersbegrippenNatuurlijke DuisternisZwartheidJute En AsLuchtKleuren, Zwart

Ik bekleed den hemel met zwartheid, en stel een zak tot zijn deksel.

1190
VersbegrippenIdentiteit Van EvangelisatieAard Van EvangelisatieBeschrijvingen Van Het EvangelieDe Betekenis Van JeruzalemGoed Nieuws

Ik, de Eerste zeg tot Sion: Zie, zie ze daar! en tot Jeruzalem; Ik zal een blijden boodschapper geven.

1192
VersbegrippenGepantserde HartenGevallen En Verlost HartKastijdingGevoeligheidOngevoeligheidMensen VerbrandenKracht In De Strijd

Daarom heeft Hij over hen uitgestort de grimmigheid Zijns toorns en de macht des oorlogs; en Hij heeft ze rondom in vlam gezet, doch zij merken het niet; en Hij heeft ze in brand gestoken, doch zij nemen het niet ter harte.

1193
VersbegrippenOnrendabele Zonde

Ik zal uw gerechtigheid bekend maken, en uw werken, dat zij u geen nut doen zullen.

1194
VersbegrippenZij Die Vernietigen

Uw zonen zullen zich haasten; maar uw verstoorders en uw verwoesters zullen van u uitgaan.

1195
VersbegrippenSnelwegWegen MakenSnelwegen

En Ik zal al Mijn bergen tot een weg maken, en Mijn banen zullen verhoogd zijn.

1196
VersbegrippenZoals Een Droom

En gelijk de droom van een nachtgezicht is, alzo zal de veelheid aller heidenen zijn, die tegen Ariel strijden zullen; zelfs allen, die tegen haar en haar vestingen strijden, en haar beangstigen zullen.

1197

En de knechten van den koning Hizkia kwamen tot Jesaja.

1198
VersbegrippenSpotNeuzenTaalOntrouw Aan GodMinachtingKinderen Van Het KwaadSpottersDe tongSportenPlezierOpstand

Over wien maakt gij u lustig, over wien spert gij den mond wijd open en steekt de tong lang uit? Zijt gij niet kinderen der overtreding, een zaad der valsheid?

1199
VersbegrippenMoe Worden Tijdens ActieHoop En KrachtSterk Blijven En Niet OpgevenVernieuwingNooit OpgevenGrootsheidMoe

Gij zijt vermoeid door uw grote reis, maar gij zegt niet: Het is buiten hoop; gij hebt het leven uwer hand gevonden, daarom wordt gij niet ziek.

1200
VersbegrippenDuivenGerommelVogelgeluidVerre van éénGeen GerechtigheidZij Die Niet Gered Worden

Wij brommen allen gelijk als de beren, en wij kirren doorgaans gelijk de duiven; wij wachten naar recht, maar er is geen, naar heil, maar het is verre van ons.

1201
VersbegrippenGeruchtenHet Emotionele Aspect Van GeestDoden Zal GebeurenGeruchten

Zie, Ik zal een geest in hem geven, dat hij een gerucht horen zal, en weder in zijn land keren; en Ik zal hem door het zwaard in zijn land vellen.

1202
VersbegrippenVolkstellingOfficierenGebouwen TellenAngst Zal KomenTerrorismeBoekhouden

Uw hart zal de verschrikking overdenken, zeggende: Waar is de schrijver? Waar is de betaalsheer? Waar is hij, die de torens telt?

1203
VersbegrippenUitgeveegde Namen

Wij zijn geworden als die, over welke Gij van ouds niet hebt geheerst, en die naar Uw Naam niet zijn genoemd.

1204
VersbegrippenVerantwoordelijkheid Tegenover GodZonde Van De VadersDe Aantocht Van Zonde

Uw eerste vader heeft gezondigd, en uw uitleggers hebben tegen Mij overtreden.

1205
VersbegrippenSchepenDe Buit Verdelen

Uw touwen zijn slap geworden, zij zullen hun mastboom niet kunnen recht stijf houden, zij zullen het zeil niet uitspannen; dan zal de roof van een overvloedigen buit uitgedeeld worden, zelfs zullen de lammen den roof roven.

1206
VersbegrippenVertrouwen In God Brengt MoedOnmogelijke Geboorte

Word beschaamd, o Sidon! want de zee spreekt, ja, de sterkte der zee, zeggende: Ik heb geen barensnood gehad, ik heb ook niet gebaard, en ik heb geen jongelingen groot gemaakt, en geen jonge dochters opgebracht.

1207
VersbegrippenGrasPlantenGoedheidMan Als GrasGloeiendZoals GrasGeen Kracht Meer

Daarom waren haar inwoners handeloos, zij waren verslagen en beschaamd; zij waren als het gras des velds en de groene grasscheutjes, als het hooi der daken, en het brandkoren, eer het overeind staat.

1208
VersbegrippenNiemand Beschikbaar

Want Ik zag toe, maar er was niemand, zelfs onder dezen, maar er was geen raadgever, dat Ik hen zou vragen, en zij Mij antwoord geven zouden.

1209
VersbegrippenGod Niet Zien

Ik zeide: Ik zal den HEERE niet meer zien, den HEERE, in het land der levenden; ik zal de mensen niet meer aanschouwen met de inwoners der wereld.

1210
VersbegrippenKolonisatie

Waar is de koning van Hamath, en de koning van Arpad, en de koning der stad Sefarvaim, Hena en Ivva?

1211
VersbegrippenAdem Van GodWortelsWervelwindenMensen Die Verdord ZijnMetaforisch Planten

Ja, zij worden niet geplant, ja, zij worden niet gezaaid, ja, hun afgehouwen stam wortelt niet in de aarde; ook als Hij op hen blazen zal, zo zullen zij verdorren, en een stormwind zal hen als een stoppel wegnemen.

1212
VersbegrippenMensen Die Anderen Vrijlaten

De omzwevende gevangene zal haastelijk los gelaten worden; en hij zal in den kuil niet sterven, en zijn brood zal hem niet ontbreken.

1213
VersbegrippenRustOntspannenJeruzalem

En zwijgt niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige, en totdat Hij Jeruzalem stelle tot een lof op aarde.

1214
VersbegrippenDageraadGebroken BenenGod Als Een LeeuwZoals WezenMensen Eindigden

Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult Gij mij ten einde gebracht hebben.

1215
VersbegrippenVergetende GodLaat God Niet Kwaad ZijnWoede En VergiffenisMeting

HEERE! wees niet zo zeer verbolgen, en gedenk niet eeuwiglijk der ongerechtigheid; zie, aanschouw toch, wij allen zijn Uw volk.

1216
VersbegrippenMonotheïsmeStenenHoutVerbranden Van AfgoderijHout En SteenStandbeelden

En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven.

1217
VersbegrippenBrandhoutTekort Aan Andere Dingen Dan Voedsel

En de Libanon is niet genoegzaam om te branden, en zijn gedierte is niet genoegzaam ten brandoffer.

1218

Hij zal hen allen beschaamd maken door een volk, dat hun geen nut kan doen, noch tot hulp, noch tot voordeel, maar tot schande en ook tot smaadheid zijn zal.

1219
VersbegrippenMensen Werpen

Zie, de HEERE zal u wegwerpen met een mannelijke wegwerping, en Hij zal u ganselijk overdekken.

1220
VersbegrippenDroogteWaterMensen Die Dingen OpdrogenBruggen

Ik heb gegraven en de wateren gedronken; en ik heb met mijn voetzolen alle rivieren der belegerde plaatsen verdroogd.

1221
VersbegrippenVernietigen Van StrijdwagensDovenAardse VijandenVersterking

Die wagenen en paarden, heir en macht voortbracht; te zamen zijn zij nedergelegen, zij zullen niet weder opstaan, zij zijn uitgeblust, gelijk een vlaswiek zijn zij uitgegaan.

1222
VersbegrippenGod, Levend En ZelfvoorzienendBesteed Aandacht Aan God!

O HEERE! neig Uw oor en hoor, HEERE! doe Uw ogen open, en zie; en hoor al de woorden van Sanherib, die gezonden heeft om den levenden God te honen.

1223
VersbegrippenBuigingMartelen

Maar Ik zal hem dien, die u bedroefd hebben, in de hand zetten, die tot uw ziel zeiden: Buig u neder, dat wij over u gaan; en gij legdet uw rug neder als aarde, en als een straat dergenen, die daarover gaan.

1224
VersbegrippenAlcoholSterke DrankBitter VoedselAlcoholische DrankenBitterheidBierAlcoholisme

Zij zullen geen wijn drinken met gezang; de sterke drank zal bitter zijn dengenen, die hem drinken.

1225
VersbegrippenSchandeBeschaamd ZijnSchaamteLot Van AfgodendienaarsSchaamte Over AfgoderijTeleurstellingZonsverduistering

Zij zullen beschaamd en ook tot schande worden, zij allen; te zamen zullen zij met schande heengaan, die de afgoden maken.

1226
VersbegrippenGod Maakt DronkenDronkenschapSluiting

Daarom hoort nu dit, gij bedrukten! en gij dronkenen, maar niet van wijn!

1227
VersbegrippenOntsnappen Aan Het KwaadVoorgevoelens

En de inwoners van dit eiland zullen te dien dage zeggen: Ziet, alzo is het gegaan dien, op welken wij zagen, werwaarts wij henenvloden om hulp, om gered te worden van het aangezicht des konings van Assyrie; hoe zullen wij dan ontkomen?

1228
VersbegrippenPlaatsen VertrappelenVoetstappen

De voet zal ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der armen.

1229
VersbegrippenVoorbeelden Van HongersnoodIsraëlieten Doden

Deze twee dingen zijn u wedervaren, wie heeft medelijden met u? Er is verwoesting, en verbreking, en honger, en zwaard, door wien zal Ik u troosten?

1230
VersbegrippenWoord Van God

Dit is het woord, dat de HEERE tegen Moab gesproken heeft, van toen af.

1231
VersbegrippenTalen

Alzo stond Rabsake, en riep met luider stem in het Joods, en zeide: Hoort de woorden des groten konings, des konings van Assyrie!

1232
VersbegrippenBolwerkenFortenDingen NeerzettenStof

En Hij zal de hoge vesten uwer muren buigen, vernederen, ja, Hij zal ze ter aarde tot het stof toe doen reiken.

1233
VersbegrippenVerwarmingHelft Van De Dingen

Zijn helft brandt hij in het vuur, bij de andere helft daarvan eet hij vlees; hij braadt een gebraad, en hij wordt verzadigd; ook warmt hij zichzelven, en hij zegt: Hei! ik ben warm geworden, ik heb het vuur gezien!

1234
VersbegrippenBronnen Van VerlossingGod Redt De BehoeftigenRedding Door Andere Zaken

Dat Hizkia ulieden niet verleide, zeggende: De HEERE zal ons redden; hebben de goden der volken, een ieder zijn land, gered uit de hand des konings van Assyrie?

1235
VersbegrippenAchterkantMensen NavolgenCavalerieOp Paarden RijdenSnelheid

En gij zegt: Neen, maar op paarden zullen wij vlieden; daarom zult gij vlieden! En: Op snelle paarden zullen wij rijden; daarom zullen uw vervolgers ook snel zijn!

1236

Er is niemand van al de kinderen, die zij gebaard heeft, die haar zachtjes leidt; en niemand van al de kinderen, die zij opgevoed heeft, die haar bij de hand grijpt.

1237
VersbegrippenLeegte

Ik mocht zeggen (doch het is een woord der lippen): Er is raad en macht tot den oorlog; op wien vertrouwt gij nu, dat gij tegen mij rebelleert?

1238
VersbegrippenMensen Die Vreemde Naties Vernietigen

Waarlijk, HEERE! hebben de koningen van Assyrie al de landen, mitsgaders derzelver landerijen verwoest;

1239
VersbegrippenBorstenVruchtbaarheid

Men zal rouwklagen over de borsten, over de gewenste akkers, over de vruchtbare wijnstokken.

1240
VersbegrippenAchterkantOnderhandelingTweeduizendOp Paarden Rijden

Nu dan, wed toch met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik zal u twee duizend paarden geven, zo gij voor u de ruiters daarop zult kunnen geven.

1241
VersbegrippenGods Verbond Met DavidGod Is Onze VerdedigingVerdedigende GodOmwille Van Gods Volk

Want Ik zal deze stad beschermen, om die te verlossen, om Mijnentwil, en om Davids, Mijns knechts wil.

1242
VersbegrippenGeen Taal BegrijpenOnbekende TalenSpraakbeperkingen

Gij zult niet meer dat stuurse volk zien, het volk, dat zo diep van spraak is, dat men het niet horen kan, van belachelijke tong, hetwelk men niet verstaan kan.

1243
VersbegrippenFultiliteitValse ReligieHoge Plaatsen

En het zal geschieden, als men zien zal, dat Moab vermoeid is geworden op de hoogten, dan zal hij in zijn heiligdom gaan om te aanbidden, maar hij zal niet vermogen.

1244
VersbegrippenSchatArcheologieJeruzalem VerbrandenAnderen Die God Prijzen

Ons heilig en ons heerlijk huis, waarin onze vaders U loofden, is met vuur verbrand; en al onze gewenste dingen zijn tot woestheid geworden.

1245
VersbegrippenAfgoden Bestaan NietNutteloze Afgoden

Ziet, gijlieden zijt minder dan niet, en ulieder werk is erger dan een adder; hij is een gruwel, die ulieden verkiest.

1246
VersbegrippenHand Van GodKoninkrijkenGods HandVernietiging Van bolwerkenGods Uitgestrekte Handen

Hij heeft Zijn hand uitgestrekt over de zee, Hij heeft de koninkrijken beroerd; de HEERE heeft bevel gegeven tegen Kanaan, om haar sterkten te verdelgen.

1247
VersbegrippenSoorten VogelsZomerRoofvogels

Zij zullen te zamen gelaten worden den roofvogelen der bergen, en den dieren der aarde; en de roofvogelen zullen op hen overzomeren, en alle dieren der aarde zullen daarop overwinteren.

1248
VersbegrippenOnbestaandZoeken Maar Geen Mensen VindenOorlogVijandelijke Aanvallen

Gij zult hen zoeken, maar zult hen niet vinden; de lieden, die met u kijven, zullen worden als niet, en die lieden, die met u oorlogen, als een nietig ding.

1249
VersbegrippenGrenzenVergrotingGod Vermenigvuldigt Mensen

Gij, o HEERE! hadt dit volk vermeerderd, Gij hadt dit volk vermeerderd; Gij waart verheerlijkt geworden; maar Gij hebt hen in al de einden des aardrijks verre weggedaan.

1250
VersbegrippenWoord Van God

Toen zeide Jesaja tot Hizkia: Hoor het woord des HEEREN der heirscharen.

1251
VersbegrippenMalenPaardenZaadWagentjesLandbouwProcesVerplettert

Het brood koren moet verbrijzeld worden, maar hij dorst het niet geduriglijk dorsende; noch hij breekt het met het wiel zijn wagens, noch hij verbrijzelt het met zijn paarden.

1252
VersbegrippenPlaatsen Vertrappelen

Uw heilig volk heeft het maar een weinig tijds bezeten; onze wederpartijders hebben Uw heiligdom vertreden.

1253
VersbegrippenWatertankWijnstokkenLuister Niet!

Hoort naar Hizkia niet; want alzo zegt de koning van Assyrie: Handelt met mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en eet, een ieder van zijn wijnstok, en een ieder van zijn vijgeboom, en drinkt een ieder het water zijns bornputs;

1254
VersbegrippenMensen VertrappelenBedekt Met BloedGod Kwaad Op De NatiesGod Maakt Dronken

En Ik heb de volken vertreden in Mijn toorn, en Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn grimmigheid; en Ik heb hun kracht ter aarde doen nederdalen.

1255
VersbegrippenSlecht NieuwsNiet Spaarzaam ZijnMensen Die Vreemde Naties Vernietigen

Zie, gij hebt gehoord, wat de koningen van Assyrie aan alle landen gedaan hebben, die verbannende; en zoudt gij gered worden?

1256

Uw heilige steden zijn een woestijn geworden, Sion is een woestijn geworden, Jeruzalem een verwoesting.

1257
VersbegrippenNiemand Kan ReddenRichting

Alzo zullen zij u zijn, met dewelke gij gearbeid hebt, uw handelaars van uw jeugd aan, elk zal zijns weegs dwalen, niemand zal u verlossen.

1258
VersbegrippenMensen Van Ver WegWaar Vandaan?Genoemde Profeten Van De Heer

Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande tot mij gekomen, uit Babel.

1259
VersbegrippenHeiligingHeldenLuchten

Ik heb aan Mijn geheiligden bevel gegeven; ook heb Ik tot Mijn toorn geroepen Mijn helden, de vrolijken Mijner hoogheid.

1260
VersbegrippenNederigheidBitterheid

Wat zal ik spreken? Gelijk Hij het mij heeft toegezegd, alzo heeft Hij het gedaan; ik zal nu al zoetjes voorttreden al mijn jaren, vanwege de bitterheid mijner ziel.

1261
VersbegrippenNu

Nu zijn zij geschapen, en niet van toen af, en voor dezen dag hebt gij ze ook niet gehoord; opdat gij niet misschien zeggen zoudt: Ziet, ik heb ze geweten.

1262
VersbegrippenHet Onvermogen Van Mensen Om Te ReddenOnmogelijk Te Redden

En er zal geen werk wezen voor de Egyptenaren, hetwelk het hoofd of de staart, de tak of de bieze doen mag.

1263
VersbegrippenValse ReligieLeegteHorenGeen Bescherming Gevonden InSchoudersAfgoden DragenAfgoderijAnderen Die Niet AntwoordenRedding Door Andere Zaken

Zij nemen hem op den schouder, zij dragen hem, en zetten hem aan zijn plaats; daar staat hij, hij wijkt van zijn stede niet; ja, roept iemand tot hem, zo antwoordt hij niet, hij verlost hem niet uit zijn benauwdheid.

1264
VersbegrippenHand Van God

Want Hij Zelf heeft voor hen het lot geworpen, en Zijn hand heeft het hun uitgedeeld met het richtsnoer; tot in der eeuwigheid zullen zij dat erfelijk bezitten, van geslacht tot geslacht zullen zij daarin wonen.

1265
VersbegrippenProducerend LandGelijkaardige Zaken

Totdat ik kom en u haal in een land, als ulieder land is, een land van koren en van most, een land van brood en van wijngaarden.

1266
VersbegrippenHeiligdommenVerachtersJuiste Offers

Maar zo gij tot mij zegt: Wij vertrouwen op den HEERE, onzen God; is Hij Die niet, Wiens hoogten en Wiens altaren Hizkia weggenomen heeft, en Die tot Juda en tot Jeruzalem gezegd heeft: Voor dit altaar zult gij u nederbuigen?

1267
VersbegrippenDe Taak Van Missionarissen

Ik, Ik heb het gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig zijn op zijn weg.

1268
VersbegrippenRedding Door Andere Zaken

Samen zijn zij nedergebogen, zij zijn gekromd, zij hebben den last niet kunnen redden, maar zijzelven zijn in de gevangenis gegaan.

1269
VersbegrippenAlwetende GodBuitengaan En BinnenkomenHet Gebruikelijke Uitvoeren

Maar Ik weet uw zitten, en uw uitgaan, en uw inkomen, en uw woeden tegen Mij.

1270
VersbegrippenNiet StruikelenGod heeft Geleid

Die hen leidde door de afgronden; als een paard in de woestijn, struikelden zij niet.

1271
VersbegrippenGoddelijke SpraakDonderStemmenDe Mensen VerspreidenVluchten Van GodDonder Die Gods Oordeel Aankondigt

Van het geluid des rumoers zullen de volken wegvlieden; van Uw verhoging zullen de heidenen verstrooid worden.

1272
VersbegrippenSchaamteGebruik Van SteenkoolSchaamte Over AfgoderijVakmanschap

Ziet, al hun medegenoten zullen beschaamd worden, want de werkmeesters zijn uit de mensen; dat zij zich altemaal vergaderen, dat zij opstaan, zij zullen verschrikken, zij zullen te zamen beschaamd worden.

1273
VersbegrippenTekens ZoekenEen Teken Zoeken

En Hizkia had gezegd: Welk zal het teken zijn, dat ik ten huize des HEEREN zal opgaan?

1274
VersbegrippenHet Belang Van VertrouwenGeloof In GodGod Redt De BehoeftigenHet Niet In Iemands Handen Geven

Daartoe, dat Hizkia u niet doe vertrouwen op den HEERE, zeggende: De HEERE zal ons zekerlijk redden; deze stad zal niet in de hand des konings van Assyrie gegeven worden.

1275
VersbegrippenWoord Van God

Toen geschiedde het woord des HEEREN tot Jesaja, zeggende:

1276

En Hizkia bad tot den HEERE, zeggende:

1277
VersbegrippenUitgeveegde NamenZand En Grind

Ook zou uw zaad geweest zijn als het zand, en die uit uw ingewanden voortkomen als deszelfs steentjes; wiens naam niet zou worden afgehouwen, noch verdelgd van voor Mijn aangezicht.

1278
VersbegrippenVernietiging Van Steden

Maar het zal hagelen, waar men afgaat in het woud, en de stad zal laag worden in de laagte.

1279
VersbegrippenStormrammenArcheologieVernietiging Van Steden

Verwoesting is in de stad overgebleven, en met gekraak wordt de poort in stukken verbroken.

1280
VersbegrippenGeschiedenis Van NatiesVer Van Hier

Is dit uw vrolijk huppelende stad? welker oudheid wel van oude dagen af is; maar haar eigen voeten zullen haar verre wegdragen, om in vreemdelingschap te verkeren.

1281
VersbegrippenStrijdwagensOfficierenOp Strijdwagens VertrouwenAndere Mensen Vertrouwen

Hoe zoudt gij dan het aangezicht van een enigen vorst, van de geringste knechten mijns heren, afkeren? Maar gij vertrouwt op Egypte, om de wagenen en om de ruiteren.

1282
VersbegrippenMensen Navolgen

Dat hij ze najaagde en doortrok met vrede, door een pad, hetwelk hij met zijn voeten niet gegaan had?

1283
VersbegrippenWinkels Voor EtenPrijs God Voor Zijn Giften

Maar die het inzamelen zullen, die zullen het eten, en zij zullen den HEERE prijzen; en die hem vergaderen zullen, zullen hem drinken in de voorhoven Mijns heiligdoms.

1284
VersbegrippenStilteGod Die Stil Is

HEERE! zoudt Gij U over deze dingen inhouden, zoudt Gij stilzwijgen, en ons zozeer bedrukken?

1285
VersbegrippenVernietiging Van Landen

En nu ben ik zonder den HEERE opgetogen tegen dit land, om dat te verderven. De HEERE heeft tot mij gezegd: Trek op tegen dat land, en verderf het.

1286
VersbegrippenAntwoordIndividuen Die Niet SprekenAnderen Die Niet Antwoorden

Doch zij zwegen stil, en antwoordden hem niet een woord; want het gebod des konings was, zeggende: Gij zult hem niet antwoorden.

1287
VersbegrippenGoudWeggooienVerlaten Van Afgoden

Want te dien dage zullen zij verwerpen, een ieder zijn zilveren afgoden en zijn gouden afgoden, welke u uw handen tot zonde gemaakt hadden;

1288
VersbegrippenGod Die Mensen SlaatGod DodendGod Doodde Zijn Mensen

Heeft Hij hem geslagen, gelijk Hij dien geslagen heeft, die hem sloeg? Is hij gedood, gelijk zijn gedoden gedood zijn geworden?

1289
VersbegrippenRedding Door Andere Zaken

Welke zijn ze onder al de goden dezer landen, die hun land uit mijn hand gered hebben, dat de HEERE Jeruzalem uit mijn hand zou redden?

1291
VersbegrippenKijken En Zien

En hij zeide: Wat hebben zij gezien in uw huis? En Hizkia zeide: Zij hebben alles gezien, wat in mijn huis is; geen ding is er in mijn schatten, dat ik hun niet getoond heb.

1292

Door den weg, dien hij gekomen is, door dien zal hij wederkeren; maar in deze stad zal hij niet komen, zegt de HEERE.

Ga naar pagina