124 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Mij' in de Bijbel

Toen bad Hanna en zeide: Mijn hart springt van vreugde op in den HEERE; mijn hoorn is verhoogd in den HEERE; mijn mond is wijd opengedaan over mijn vijanden; want ik verheug mij in Uw heil.

VersbegrippenDe Vreugde Van GodGod Als RechterLuidop BiddenReactie Op VerlossingDe Juiste Vormen Van GenotHart En De Heilige GeestGebroken HorensVreugde Als Menselijke ErvaringVernieuwd HartVreugdeOpwindingVerlossing

En er kwam een man Gods tot Eli, en zeide tot hem: Zo zegt de HEERE: Heb Ik Mij klaarlijk geopenbaard aan het huis uws vaders, toen zij in Egypte waren, in het huis van Farao?

VersbegrippenDe Openbaring Van GodAnonimiteitAnonieme Profeten Van De HeerMan Van GodRelaties En Dating

En Ik heb hem uit alle stammen van Israel Mij ten priester verkoren, om te offeren op Mijn altaar, om het reukwerk aan te steken, om den efod voor Mijn aangezicht te dragen; en heb aan het huis uws vaders gegeven al de vuurofferen van de kinderen Israels.

VersbegrippenEphodsWierookVoedsel Voor Priesters Beschreven

Waarom slaat gijlieden achteruit tegen Mijn slachtoffer, en tegen Mijn spijsoffer, hetwelk Ik geboden heb in de woning; en eert uw zonen meer dan Mij, dat gijlieden u mest van het voornaamste van alle spijsoffers van Mijn volk Israel?

VersbegrippenDe Reachtie Van Gelovigen Tegen Het KwaadVette MensenSchoppenSpecifieke Mensen Prijzen

Daarom spreekt de HEERE, de God Israels: Ik had wel klaarlijk gezegd: Uw huis en uws vaders huis zouden voor Mijn aangezicht wandelen tot in eeuwigheid; maar nu spreekt de HEERE: Dat zij verre van Mij; want die Mij eren, zal Ik eren, maar die Mij versmaden, zullen licht geacht worden.

VersbegrippenEerWaardigheidOngehoorzaamheid Tot GodDe Goden ErenEeuwige Eigenschappen Van De MensEer

En Ik zal Mij een getrouwen priester verwekken; die zal doen, gelijk als in Mijn hart en in Mijn ziel zijn zal; dien zal Ik een bestendig huis bouwen, en hij zal altijd voor het aangezicht Mijns Gezalfden wandelen.

VersbegrippenTrouw Tot GodGoddelijk Hart

En het zal geschieden, dat al wie van uw huis zal overig zijn, zal komen, om zich voor hem neder te buigen voor een stukje gelds, en een bolle broods, en zal zeggen: Neem mij toch aan tot enige priesterlijke bedienig, dat ik een bete broods moge eten.

VersbegrippenBuigen

En hij liep tot Eli en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Doch hij zeide: Ik heb niet geroepen, keer weder, leg u neder. En hij ging heen en legde zich neder.

VersbegrippenIndividuen Die LopenNeerliggen Om Te RustenZie Mij!Anderen Die OproepenGods Oproep

Toen riep de HEERE Samuel wederom; en Samuel stond op; en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Hij dan zeide: Ik heb u niet geroepen, mijn zoon; keer weder, leg u neder.

VersbegrippenDe Roeping Van IndividuenNeerliggen Om Te RustenZie Mij!Anderen Die Oproepen

Toen riep de HEERE Samuel wederom, ten derde maal; en hij stond op, en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Toen verstond Eli, dat de HEERE den jongeling riep.

VersbegrippenGevoeligheidDrie Keer CommunicerenZie Mij!Anderen Die OproepenGods Oproep

En hij zeide: Wat is het woord, dat Hij tot u gesproken heeft? Verberg het toch niet voor mij; God doe u zo, en zo doe Hij daartoe, indien gij een woord voor mij verbergt van al de woorden, die Hij tot u gesproken heeft!

VersbegrippenGods Verborgen Dingen

Toen zonden zij de ark Gods naar Ekron; maar het geschiedde, als de ark Gods te Ekron kwam, zo riepen die van Ekron, zeggende: Zij hebben de ark des Gods van Israel tot mij rondom gebracht, om mij en mijn volk te doden.

VersbegrippenDood Door De Aanwezigheid Van God

En zij zonden heen, en vergaderden al de vorsten der Filistijnen, en zeiden: Zendt de ark des Gods van Israel heen, dat zij wederkere tot haar plaats, opdat zij mij en mijn volk niet dode; want er was een dodelijke kwelling in de ganse stad, en de hand Gods was er zeer zwaar.

VersbegrippenDingen Wegsturen

Doch de HEERE zeide tot Samuel: Hoor naar de stem des volks in alles, wat zij tot u zeggen zullen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zal zijn.

VersbegrippenHoudingen Van AfwijzingOverheidDe Invloed Van God KennenAfwijzing Van GodTheorcratieOpstand Tegen God Getoond InBesteed Aandacht Aan Mensen!AfwijzingLuisteren Naar God

Naar de werken, die zij gedaan hebben, van dien dag af, toen Ik hen uit Egypte geleid heb, tot op dezen dag toe, en hebben Mij verlaten en andere goden gediend; alzo doen zij u ook.

VersbegrippenGod VerzakenAfwijzing Van GodAndere GodenGod Haalt Israël Uit Egypte

Morgen omtrent dezen tijd zal Ik tot u zenden een man uit het land van Benjamin, dien zult gij ten voorganger zalven over Mijn volk Israel; en hij zal Mijn volk verlossen uit der Filistijnen hand, want Ik heb Mijn volk aangezien, dewijl deszelfs geroep tot Mij gekomen is.

VersbegrippenVerlossersGods Actie MorgenZalving Van KoningenKreten Van Ellende Tot GodKoningen MakenIndividuen Die Anderen Redden

En Saul naderde tot Samuel in het midden der poort, en zeide: Wijs mij toch, waar is hier het huis des zieners?

VersbegrippenWaar Zijn Dingen?

En Samuel antwoordde Saul en zeide: Ik ben de ziener; ga op voor mijn aangezicht op de hoogte, dat gijlieden heden met mij eet; zo zal ik u morgen vroeg laten gaan, en alles, wat in uw hart is, zal ik u te kennen geven.

VersbegrippenOchtendDat Ben Ik

Toen antwoordde Saul, en zeide: Ben ik niet een zoon van Jemini, van de kleinsten der stammen van Israel? en mijn geslacht is het niet het kleinste van al de geslachten van den stam van Benjamin? Waarom spreekt gij mij dan aan met zulke woorden?

VersbegrippenStammenNederigheidVereisten Voor PredikantenBedeesdheidMinderhedenZelfvernederingKleine DingenIk Ben Onbelangrijk

Als gij heden van mij gaat, zo zult gij twee mannen vinden bij het graf van Rachel, aan de landpale van Benjamin, te Zelzah; die zullen tot u zeggen: De ezelinnen zijn gevonden, die gij zijt gaan zoeken, en zie, uw vader heeft de zaken der ezelinnen verlaten, en hij is bekommerd voor ulieden, zeggende: Wat zal ik om mijn zoon doen?

VersbegrippenZorgDingen VindenTwee Andere Mannen

Toen zeide Sauls oom: Geef mij toch te kennen, wat heeft Samuel ulieden gezegd?

VersbegrippenVertellen Over Wat Mensen Gezegd Hebben

Toen zeide Samuel tot gans Israel: Ziet, ik heb naar ulieder stem gehoord in alles, wat gij mij gezegd hebt, en ik heb een koning over u gezet.

VersbegrippenKoningen Maken

Ziet, hier ben ik, betuigt tegen mij, voor den HEERE, en voor Zijn gezalfde, wiens os ik genomen heb, en wiens ezel ik genomen heb, en wien ik verongelijkt heb, wien ik onderdrukt heb, en van wiens hand ik een geschenk genomen heb, dat ik mijn ogen van hem zou verborgen hebben; zo zal ik het ulieden wedergeven.

VersbegrippenBlindheid, SybolischStaanVee HoudenVermijden Van SteekpenningenVerblindendVerlies Van EzelsAndere Verblindingen

Als gij nu zaagt, dat Nahas, de koning van de kinderen Ammons, tegen u kwam, zo zeidet gij tot mij: Neen, maar een koning zal over ons regeren; zo toch de HEERE, uw God, uw Koning was.

VersbegrippenOverheidKoningenDe Komst Van Het Koninkrijk Van GodGoddelijk KoningschapMenselijk KoningschapTheorcratie

Wat ook mij aangaat, het zij verre van mij, dat ik tegen den HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te bidden; maar ik zal u den goeden en rechten weg leren.

VersbegrippenGods WegenZonder GebedVoorbeelden Van WraakMenselijke BeloningWaakzaamheid Van LeidersVoortdurendAltijd BiddenIk Bid Voor JouDe Weg Van God OnderwijzenOorzaken Van Falen InBidden Voor AnderenBidden

Toen zeide Saul: Brengt tot mij herwaarts een brandoffer, en dankofferen; en hij offerde brandoffer.

VersbegrippenHeiligschennisVredesoffers

Toen zeide Samuel: Wat hebt gij gedaan? Saul nu zeide: Omdat ik zag, dat zich het volk van mij verstrooide, en gij op den bestemden tijd der dagen niet kwaamt, en de Filistijnen te Michmas vergaderd waren,

VersbegrippenWat Doe Jij?Verspreide Volgers

Zo zeide ik: Nu zullen de Filistijnen tot mij afkomen te Gilgal, en ik heb het aangezicht des HEEREN niet ernstelijk aangebeden, zo dwong ik mijzelven, en heb brandoffer geofferd.

VersbegrippenGezicht Van GodOvergeven Aan VerleidingDrangNiet BiddenDe Gunst Van God Zoeken

Verder antwoordden de mannen der bezetting aan Jonathan en zijn wapendrager, en zeiden: Klimt op tot ons, en wij zullen het u wijs maken. En Jonathan zeide tot zijn wapendrager: Klim op achter mij, want de HEERE heeft hen gegeven in de hand van Israel.

VersbegrippenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En de mannen van Israel werden mat te dien dage; want Saul had het volk bezworen, zeggende: Vervloekt zij de man, die spijze eet tot aan den avond, opdat ik mij aan mijn vijanden wreke! Daarom proefde dat ganse volk geen spijs.

VersbegrippenMenselijke VloekenAard Van VastenMenselijke BeloftesOnbezonnenheidBezweringDe Goddeloze VervloekenMan Die Wraak NeemtZweren Om Te VastenMensen Die Gebonden Zijn Aan Een Eed

En men boodschapte het Saul, zeggende: Zie, het volk verzondigt zich aan den HEERE, etende met het bloed. En hij zeide: Gij hebt trouwelooslijk gehandeld; wentelt heden een groten steen tot mij.

VersbegrippenOntrouw Tegenover GodRollenVerboden VoedselGods Volk ZondigdeVlees Eten

Verder sprak Saul: Verstrooit u onder het volk, en zegt tot hen: Brengt tot mij een iegelijk zijn os, en een iegelijk zijn schaap, en slacht het hier, en eet, en bezondigt u niet aan den HEERE, die etende met het bloed. Toen bracht al het volk een iegelijk zijn os met zijn hand, des nachts, en slachtte ze aldaar.

VersbegrippenVerboden VoedselGods Volk Zondigde

Toen zeide Saul: Werpt het lot tussen mij en tussen mijn zoon Jonathan. Toen werd Jonathan geraakt.

Saul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie hier ben ik, moet ik sterven?

VersbegrippenBeleden Zonde

Toen zeide Saul: Zo doe mij God, en zo doe Hij daartoe, Jonathan! gij moet den dood sterven.

VersbegrippenDood Als Straf

Toen zeide Samuel tot Saul: de HEERE heeft mij gezonden, dat ik u ten koning zalfde over Zijn volk, over Israel; hoor dan nu de stem van de woorden des HEEREN.

VersbegrippenZalving Van Koningen

Toen zeide Samuel tot Saul: Houd op, zo zal ik u te kennen geven, wat de HEERE van nacht tot mij gesproken heeft. Hij dan zeide tot hem: Spreek.

VersbegrippenVertellen Over God

Toen zeide Saul tot Samuel: Ik heb immers naar de stem des HEEREN gehoord, en heb gewandeld op den weg, op denwelken mij de HEERE gezonden heeft; en ik heb Agag, den koning der Amalekieten, mede gebracht, maar de Amalekieten heb ik verbannen.

VersbegrippenVernietigingUitroeiingWe Gehoorzamen

Nu dan, vergeef mij toch mijn zonde, en keer met mij wederom, dat ik den HEERE aanbidde.

VersbegrippenBedelaarsElkaar VergevenGods VergiffenisVergiffenis kjvVergeven

Hij dan zeide: Ik heb gezondigd; eer mij toch nu voor de oudsten mijns volks, en voor Israel; en keer wederom met mij, dat ik den HEERE, uw God, aanbidde.

VersbegrippenWe Hebben GezondigdDe Ouderen

Toen zeide Samuel: Breng Agag, den koning der Amalekieten, hier tot mij; Agag nu ging tot hem weeldelijk; en Agag zeide: Voorwaar, de bitterheid des doods is geweken!

VersbegrippenOptimismeNiet StervenDe Dood AfgewendBitterheid

Toen zeide de HEERE tot Samuel: Hoe lang draagt gij leed om Saul, dien Ik toch verworpen heb, dat hij geen koning zij over Israel? Vul uw hoorn met olie, en ga heen; Ik zal u zenden tot Isai, den Bethlehemiet; want Ik heb Mij een koning onder zijn zonen uitgezien.

VersbegrippenBurgerlijke AutoriteitenGebroken HorensPolitieke LeidersDe Taak Van MissionarissenHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodHorens Van DierenZalving Van KoningenGod Die Individuen VerlaatVoor Mensen HandelenRouwen Met SpijtSaul En DavidAfwijzingKwaliteiten Van LeiderschapRouwenSaul

Maar Samuel zeide: Hoe zou ik heengaan? Saul zal het toch horen en mij doden. Toen zeide de HEERE: Neem een kalf van de runderen met u, en zeg: Ik ben gekomen, om den HEERE offerande te doen.

VersbegrippenTwijfelaars

En gij zult Isai ten offer nodigen, en Ik zal u te kennen geven, wat gij doen zult, en gij zult Mij zalven, dien Ik u zeggen zal.

VersbegrippenGods Beloftes Voor BegeleidingZalving Van Koningen

Hij dan zeide: Met vrede; ik ben gekomen om den HEERE offerande te doen; heiligt u, en komt met mij ten offer; en hij heiligde Isai en zijn zonen, en hij nodigde hen ten offer.

VersbegrippenHeiligheid, Afzonderlijk Voor God

Toen zeide Saul tot zijn knechten: Ziet mij toch naar een man uit, die wel spelen kan, en brengt hem tot mij.

VersbegrippenInstrumentalisten

Saul nu zond boden tot Isai, en zeide: Zend uw zoon David tot mij, die bij de schapen is.

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersZij Die Voorraad Hadden

Deze nu stond, en riep tot de slagorden van Israel, en zeide tot hen: Waarom zoudt gijlieden uittrekken, om de slagorde te stellen? Ben ik niet een Filistijn, en gijlieden knechten van Saul? Kiest een man onder u, die tot mij afkome.

VersbegrippenStemmenMensen Kiezen

Indien hij tegen mij strijden en mij verslaan kan, zo zullen wij ulieden tot knechten zijn; maar indien ik hem overwin en hem sla, zo zult gij ons tot knechten zijn, en ons dienen.

VersbegrippenVervangingZij Onderworpen Aan Mensen

Verder zeide de Filistijn: Ik heb heden de slagorden van Israel gehoond, zeggende: Geeft mij een man, dat wij te zamen strijden!

VersbegrippenBevechtenUitdaging

En ik ging uit hem na, en ik sloeg hem, en redde het uit zijn mond; toen hij tegen mij opstond, zo vatte ik hem bij zijn baard, en sloeg hem, en doodde hem.

VersbegrippenMondenGezichtshaar

Verder zeide David: De HEERE, Die mij van de hand des leeuws gered heeft, en uit de hand des beers, Die zal mij redden uit de hand van dezen Filistijn. Toen zeide Saul tot David: Ga heen, en de HEERE zij met u!

VersbegrippenGod Als RechterHet Karakter Van DavidHet Belang Van VertrouwenMoedVerlossing Van De LeeuwenVoeten Van WezensGod Is Met Jou

De Filistijn nu zeide tot David: Ben ik een hond, dat gij tot mij komt met stokken? En de Filistijn vloekte David bij zijn goden.

VersbegrippenVertrouwen, Gebaseerd OpHondenOngoddelijk Vloeken

Daarna zeide de Filistijn tot David: Kom tot mij, zo zal ik uw vlees aan de vogelen des hemels geven, en aan de dieren des velds.

VersbegrippenGrootsprekersMensenetende DierenLijken EtenWilde Dieren Die VerslindenVogels

David daarentegen zeide tot den Filistijn: Gij komt tot mij met een zwaard, en met een spies, en met een schild; maar ik kom tot u in den Naam van den HEERE der heirscharen, den God der slagorden van Israel, Dien gij gehoond hebt.

VersbegrippenConfrontatieSpirituele KrachtZich Inspannen Met GodOnbetrouwbaarheidWapensVoorbeelden Van DurfBescherming Van GodLeger Van GodSperenGod Als Een KrijgerIn Gods NaamLeger

Toen ontstak Saul zeer, en dat woord was kwaad in zijn ogen, en hij zeide: Zij hebben David tien duizend gegeven, doch mij hebben zij maar duizend gegeven; en voorzeker zal het koninkrijk nog voor hem zijn.

VersbegrippenTemperenVoorbeeld Van AfgunstNiet Houden VanFrustratieWoedende Mensen

Derhalve zeide Saul tot David: Zie, mijn grootste dochter Merab zal ik u tot een vrouw geven; alleenlijk, wees mij een dapper zoon, en voer den krijg des HEEREN. Want Saul zeide: Dat mijn hand niet tegen hem zij, maar dat de hand der Filistijnen tegen hem zij.

VersbegrippenVerlovingVerraadGewoonten In Verband Met Het HuwelijkOprechtheidVerraadVijanden Bevechten

Toen zond Saul boden, om David te bezien, zeggende: Breng hem op het bed tot mij op, dat men hem dode.

Toen zeide Saul tot Michal: Waarom hebt gij mij alzo bedrogen en hebt mijn vijand laten gaan, dat hij ontkomen is? Michal nu zeide tot Saul: Hij zeide tot mij: Laat mij gaan, waarom zou ik u doden?

VersbegrippenWeerhouden Van DodenOntsnappen Aan MensenZij Die Bedrogen

Hij daarentegen zeide tot hem: Dat zij verre, gij zult niet sterven. Zie, mijn vader doet geen grote zaak, en geen kleine zaak, die hij voor mijn oor niet openbaart; waarom zou dan mijn vader deze zaak van mij verbergen? Dat is niet.

VersbegrippenKleinheidVerre Van Dit!Dingen Die Onthuld WordenZij Die Niets Zeggen

Toen zwoer David verder, en zeide: Uw vader weet zeer wel, dat ik genade in uw ogen gevonden heb; daarom heeft hij gezegd: Dat Jonathan dit niet wete, opdat hij zich niet bekommere; en zekerlijk, zo waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, er is maar als een schrede tussen mij en tussen den dood!

VersbegrippenDe Korte Duur Van Het LevenDe Kwetsbaarheid Van De MensZij Die Niets ZeggenDood Van Een Vader

En David zeide tot Jonathan: Zie, morgen is de nieuwe maan, dat ik zekerlijk met den koning zou aanzitten om te eten; zo laat mij gaan, dat ik mij op het veld verberge tot aan den derden avond.

VersbegrippenNieuwe Maan FestivalDe Derde Dag Van De WeekHandelingen Van De Mens MorgenZich Verbergen Voor Mensen

Indien uw vader mij gewisselijk mist, zo zult gij zeggen: David heeft van mij zeer begeerd, dat hij tot zijn stad Bethlehem mocht lopen; want aldaar is een jaarlijks offer voor het ganse geslacht.

VersbegrippenBethlehemToestemming VragenElk JaarWeggaanVerjaardag

Doe dan barmhartigheid aan uw knecht, want gij hebt uw knecht in een verbond des HEEREN met u gebracht; maar is er een misdaad in mij, zo dood gij mij; waarom zoudt gij mij toch tot uw vader brengen?

VersbegrippenVerplichtingen Van VerbondTrouw In Menselijke RelatiesVriendelijkheidTrouwOnderhandelingVerdragGoedkeuring Voor ZelfdodingWelke Zonde?

David nu zeide tot Jonathan: Wie zal het mij te kennen geven, indien uw vader u wat hards antwoordt?

VersbegrippenVertellen Over Wat Mensen Gezegd Hebben

En zult gij niet, indien ik dan nog leve, ja, zult gij niet de weldadigheid des HEEREN aan mij doen, dat ik niet sterve?

VersbegrippenLeven Zoeken

En aangaande de zaak, waarvan ik en gij gesproken hebben, zie, de HEERE zij tussen mij en tussen u, tot in eeuwigheid!

VersbegrippenDe Getuige Van God

En Jonathan antwoordde Saul: David begeerde van mij ernstelijk naar Bethlehem te mogen gaan.

En hij zeide: Laat mij toch gaan; want ons geslacht heeft een offer in de stad, en mijn broeder heeft het mij zelfs geboden; heb ik nu genade in uw ogen gevonden, laat mij toch ontslagen zijn, dat ik mijn broeders zie; hierom is hij aan des konings tafel niet gekomen.

VersbegrippenBroersPersoonlijke EthiekStad

Want al de dagen, die de zoon van Isai op den aardbodem leven zal, zo zult gij noch uw koninkrijk bevestigd worden; nu dan, schik heen, en haal hem tot mij, want hij is een kind des doods.

VersbegrippenRivaliteitSaul En David

Toen zeide Jonathan tot David: Ga in vrede; hetgeen wij beiden in den Naam des HEEREN gezworen Hebben, zeggende: De HEERE zij tussen mij en tussen u, en tussen mijn zaad en tussen uw zaad, zij tot in eeuwigheid! [ (I Samuel 20:43) Daarna stond hij op, en ging heen; en Jonathan kwam in de stad. ]

VersbegrippenVerplichtingen Van VerbondTrouwOntrouw Tegenover De MensDe Getuige Van GodIn Vrede Gaan

En David zeide tot den priester Achimelech: De koning heeft mij een zaak bevolen, en zeide tot mij: Laat niemand iets van de zaak weten, om dewelke ik u gezonden heb, en die ik u geboden heb; den jongelingen nu heb ik de plaats van zulk een te kennen te kennen gegeven.

VersbegrippenHogepriesters In OTVerklap NietMan Die Aanduidt

En nu wat is er onder uw hand? Geef mij vijf broden in mijn hand, of wat er gevonden wordt.

VersbegrippenVijf Dingen

Toen zeide de priester: Het zwaard van Goliath, den Filistijn, denwelken gij sloegt in het eikendal, zie, dat is hier, gewonden in een kleed, achter den efod; indien gij u dat nemen wilt, zo neem het, want hier is geen ander dan dit. David nu zeide: Er is zijns gelijke niet; geef het mij.

VersbegrippenDoekUnieke Dingen

Toen zeide Achis tot zijn knechten: Ziet, gij ziet, dat de man razende is, waarom hebt gij hem tot mij gebracht?

Heb ik razenden gebrek, dat gij dezen gebracht hebt, om voor mij te razen? Zal deze in mijn huis komen?

VersbegrippenGekken

En David ging van daar naar Mizpa der Moabieten; en hij zeide tot den koning der Moabieten: Laat toch mijn vader en mijn moeder bij ulieden uitgaan, totdat ik weet, wat God mij doen zal.

VersbegrippenLiefde En De WereldRespect Voor MensenHeiligheid Van Het LevenRelaties Met VreemdelingenGrootmoeders

Dat gij u allen tegen mij verbonden hebt, en niemand voor mijn oor openbaart, dat mijn zoon een verbond gemaakt heeft met den zoon van Isai; en niemand is onder ulieden, dien het wee doet van mijnentwege, en die het voor mijn oor openbaart; want mijn zoon heeft mijn knecht tegen mij opgewekt, tot een lagenlegger, gelijk het te dezen dage is.

VersbegrippenVerdragTrouwHinderlaagZij Die Niets ZeggenMensen Zonder Genade

Toen zeide Saul tot hem: Waarom hebt gijlieden samen u tegen mij verbonden, gij en de zoon van Isai, mits dat gij hem gegeven hebt brood en het zwaard, en God voor hem gevraagd, dat hij zou opstaan tegen mij tot een lagenlegger, gelijk het te dezen dage is?

VersbegrippenSamenzweringenHinderlaag

Heb ik heden begonnen God voor hem te vragen? Dat zij verre van mij, de koning legge op zijn knecht geen ding, noch op het ganse huis mijns vader; want uw knecht heeft van al deze dingen niet geweten, klein noch groot.

VersbegrippenOnwetendheid Van Feiten

Blijf bij mij; vrees niet; want wie mijn ziel zoeken zal, die zal uw ziel zoeken; maar gij zult met mij in bewaring zijn.

VersbegrippenGoede VriendenKameraadschapSamenlevenPogingen Om Mij Te DodenWees Niet Bang Van MensenBescherming En VeiligheidZoeken

Zullen mij ook de burgers van Kehila in zijn hand overgeven? Zal Saul afkomen, gelijk als Uw knecht gehoord heeft? O HEERE, God van Israel, geef het toch Uw knecht te kennen! De HEERE nu zeide: Hij zal afkomen.

Daarna zeide David: Zouden de burgers van Kehila mij en mijn mannen overgeven in de hand van Saul? En de HEERE zeide: Zij zouden u overgeven.

Toen zeide Saul: Gezegend zijt gijlieden den HEERE, dat gij u over mij ontfermd hebt!

VersbegrippenMensen Die Genade TonenMag God Zegenen!Empathie

Gaat toch heen, en bereidt de zaak nog meer, dat gij weet en beziet zijn plaats, waar zijn gang is, wie hem daar gezien heeft; want hij heeft tot mij gezegd, dat hij zeer listiglijk pleegt te handelen.

VersbegrippenZij Op Zoek Naar Mensen

Daarom ziet toe, en verneemt naar alle schuilplaatsen, in dewelke hij schuilt; komt dan weder tot mij met vast bescheid, zo zal ik met ulieden gaan; en het zal geschieden, zo hij in het land is, zo zal ik hem naspeuren onder alle duizenden van Juda.

VersbegrippenJagenZich Verbergen Voor Mensen

En hij zeide tot zijn mannen: Dat late de HEERE ver van mij zijn, dat ik die zaak doen zou aan mijn heer, den gezalfde des HEEREN, dat ik mijn hand tegen hem uitsteken zou; want hij is de gezalfde des HEEREN!

VersbegrippenSociale EthiekBurgerplichtenDe Leiders ErenWeerstandDe GezalfdeDe Gezalfde Van De Heer

De HEERE zal richten tussen mij en tussen u, en de HEERE zal mij wreken aan u; maar mijn hand zal niet tegen u zijn.

VersbegrippenRechtersWraak En VergeldingWraak

Doch de HEERE zal zijn tot Rechter, en richten tussen mij en tussen u, en zien daarin, en twisten mijn twist, en richten mij van uw hand.

VersbegrippenGod Als RechterDe Gerechtigheid Van God

En hij zeide tot David: Gij zijt rechtvaardiger dan ik; want gij hebt mij goed vergolden, en ik heb u kwaad vergolden.

VersbegrippenTegenkanting Tegen Zonden En Kwaad

En gij hebt mij heden aangewezen, dat gij mij goed gedaan hebt; want de HEERE had mij in uw hand besloten, en gij hebt mij niet gedood.

VersbegrippenGenade In Menselijke RelatiesIn De Hand Gegeven

Zo wanneer iemand zijn vijand gevonden heeft, zal hij hem op een goeden weg laten gaan? De HEERE nu vergelde u het goede, voor dezen dag, dien gij mij heden gemaakt hebt.

VersbegrippenBeloning Naar Werken

Zo zweer mij dan nu bij den HEERE, zo gij mijn zaad na mij zult uitroeien, en mijn naam zult uitdelgen van mijns vaders huis!

VersbegrippenUitgeveegde NamenLijdende Kinderen

David nu had gezegd: Trouwens ik heb te vergeefs bewaard al wat deze in de woestijn heeft, alzo dat er niets van alles, wat hij heeft, gemist is; en hij heeft mij kwaad voor goed vergolden.

VersbegrippenOndankbaarheidMenselijke BeloningManierenNutteloze ArbeidMensen Die Kwaad Berokkenen

Toen zeide David tot Abigail: Gezegend zij de HEERE, de God Israels, Die u te dezen dage mij tegemoet gezonden heeft!

VersbegrippenZegen De Heer!

En gezegend zij uw raad en gezegend zijt gij, dat gij mij te dezen dage geweerd hebt, van te komen met bloedstorting, dat mijn hand mij verlost zou hebben!

VersbegrippenWeerhouden Van DodenNiet Wreken

Want voorzeker, de HEERE, de God Israels, leeft, Die mij verhinderd heeft, van u kwaad te doen, dat, ten ware dat gij u gehaast hadt, en mij tegemoet gekomen waart, zo ware van Nabal niemand, die mannelijk is, overgebleven tot het morgenlicht!

VersbegrippenPlassenDood Van Alle Mannen

Toen antwoordde David, en sprak tot Achimelech, den Hethiet, en tot Abisai, den zoon van Zeruja, den broeder van Joab, zeggende: Wie zal met mij tot Saul in het leger afgaan? Toen zeide Abisai: Ik zal met u afgaan.

Public domain