'God' in de Bijbel
Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela.
Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken.
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. (1a) Als ik roep, verhoor mij, o God mijner gerechtigheid! In benauwdheid hebt Gij mij ruimte gemaakt; wees mij genadig, en hoor mijn gebed.
Merk op de stem mijns geroeps, o mijn Koning en mijn God! Want tot U zal ik bidden.
Want Gij zijt geen God, Die lust heeft aan goddeloosheid; de boze zal bij U niet verkeren.
Verklaar hen schuldig, o God; laat hen vervallen van hun raadslagen; drijf hen henen om de veelheid hunner overtredingen, want zij zijn wederspannig tegen U.
Davids Schiggajon, dat hij den HEERE gezongen heeft, over de woorden van Cusch, den zoon van Jemini. (1a) HEERE, mijn God, op U betrouw ik; verlos mij van al mijn vervolgers, en red mij.
HEERE, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht in mijn handen is;
Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God!
Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt.
God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt.
De goddeloze, gelijk hij zijn neus omhoog steekt, onderzoekt niet; al zijn gedachten zijn, dat er geen God is.
Hij zegt in zijn hart: God heeft het vergeten, Hij heeft Zijn aangezicht verborgen, Hij ziet niet in eeuwigheid.
Sta op, HEERE God! hef Uw hand op, vergeet de ellendigen niet.
Waarom lastert de goddeloze God? zegt in zijn hart: Gij zult het niet zoeken?
Aanschouw, verhoor mij, HEERE, mijn God; verlicht mijn ogen, opdat ik in de dood niet ontslape;
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk met hun werk; er is niemand, die goed doet.
De HEERE heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht.
Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard; want God is bij het geslacht des rechtvaardigen.
Een gouden kleinood van David. Bewaar mij, o God! want ik betrouw op U.
De smarten dergenen, die een anderen God begiftigen, zullen vermenigvuldigd worden; ik zal hun drankofferen van bloed niet offeren, en hun namen op mijn lippen niet nemen.
Ik roep U aan, omdat Gij mij verhoort; o God! neig Uw oor tot mij; hoor mijn rede.
De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek.
Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren.
Want ik heb des HEEREN wegen gehouden, en ben van mijn God niet goddelooslijk afgegaan.
Want Gij doet mijn lamp lichten; de HEERE, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.
Want met U loop ik door een bende, en met mijn God spring ik over een muur.
Want wie is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God?
Het is God, Die mij met kracht omgordt; en Hij heeft mijn weg volkomen gemaakt.
De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd zij de God mijns heils!
De God, Die mij volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt;
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) De HEERE verhore u in den dag der benauwdheid; de Naam van den God Jakobs zette u in een hoog vertrek.
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar. (1a) Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, van de woorden mijns brullens?
Mijn God! Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte.
Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God.
Die zal den zegen ontvangen van den HEERE, en gerechtigheid van den God zijns heils.
Beth. Mijn God! op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden; laat mijn vijanden niet van vreugde opspringen over mij.
He. Vau. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik den ganse dag.
O God! verlos Israel uit al zijn benauwdheden.
Verberg Uw aangezicht niet voor mij, keer Uw knecht niet af in toorn; Gij zijt mijn Hulp geweest, begeef mij niet, en verlaat mij niet, o God mijns heils!
De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.
HEERE, mijn God! ik heb tot U geroepen, en Gij hebt mij genezen.
[ (Psalms 30:13) Opdat mijn eer U psalmzinge, en niet zwijge. HEERE, mijn God! in eeuwigheid zal ik U loven. ]
In Uw hand beveel ik mijn geest; Gij hebt mij verlost, HEERE, Gij, God der waarheid!
Maar ik vertrouw op U, o HEERE! Ik zeg: Gij zijt mijn God.
Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.
Ontwaak en word wakker tot mijn recht; mijn God en HEERE! tot mijn twistzaak.
Doe mij recht naar Uw gerechtigheid, HEERE, mijn God! en laat hen zich over mij niet verblijden.
Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen onder de schaduw Uwer vleugelen toevlucht nemen.
Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn God!
Verlaat mij niet, o HEERE, mijn God! wees niet verre van mij.
Gij, o HEERE, mijn God! hebt Uw wonderen en Uw gedachten aan ons vele gemaakt, men kan ze niet in orde bij U verhalen; zal ik ze verkondigen en uitspreken, zo zijn zij menigvuldiger dan dat ik ze zou kunnen vertellen.
Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands.
[ (Psalms 40:18) Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de HEERE denkt aan mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; o mijn God! vertoef niet. ]
[ (Psalms 41:14) Geloofd zij de HEERE, de God Israels, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid! Amen, ja, amen. ]
Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!
Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen?
Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?
Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en zijt onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven voor de verlossingen Zijns aangezichts.
O mijn God! mijn ziel buigt zich neder in mij, daarom gedenk ik Uwer uit het land van de Jordaan, en Hermon, uit het klein gebergte.
Maar de HEERE zal des daags Zijn goedertierenheid gebieden, en des nachts zal Zijn lied bij mij zijn; het gebed tot den God mijns levens.
Ik zal zeggen tot God: Mijn Steenrots! waarom vergeet Gij mij? Waarom ga ik in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking?
Met een doodsteek in mijn beenderen honen mij mijn wederpartijders, als zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?
[ (Psalms 42:12) Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God. ]
Doe mij recht, o God! en twist Gij mijn twistzaak; bevrijd mij van het ongoedertieren volk, van den man des bedrogs en des onrechts.
Want Gij zijt de God mijner sterkte; waarom verstoot Gij mij dan? Waarom ga ik steeds in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking?
En dat ik inga tot Gods altaar, tot den God der blijdschap mijner verheuging, en U met de harp love, o God, mijn God!
Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God.
Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) O God! wij hebben het met onze oren gehoord, onze vaders hebben het ons verteld: Gij hebt een werk gewrocht in hun dagen, in de dagen van ouds.
Gij Zelf zijt mijn Koning, o God! gebied de verlossingen Jakobs.
In God roemen wij den gansen dag, en Uw Naam zullen wij loven in eeuwigheid. Sela.
Zo wij den Naam onzes Gods hadden vergeten, en onze handen tot een vreemden God uitgebreid.
Zou God zulks niet onderzoeken? Want Hij weet de verborgenheden des harten.
Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid.
Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid.
Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten.
Een lied op Alamoth, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.
God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen in het aanbreken van den morgenstond.
De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela.
Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde.
[ (Psalms 46:12) De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela. ]
God vaart op met gejuich, de HEERE met geklank der bazuin.
Want God is een Koning der ganse aarde; psalmzingt met een onderwijzing!
God regeert over de heidenen; God zit op den troon Zijner heiligheid.
[ (Psalms 47:10) De edelen der volken zijn verzameld tot het volk van den God van Abraham; want de schilden der aarde zijn Godes. Hij is zeer verheven! ]
God is in haar paleizen; Hij is er bekend voor een Hoog Vertrek.
Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid. Sela.
O God! wij gedenken Uwer weldadigheid, in het midden Uws tempels.
Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid.
[ (Psalms 48:15) Want deze God is onze God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden tot den dood toe. ]
Maar God zal mijn ziel van het geweld des grafs verlossen, want Hij zal mij opnemen. Sela.
Een psalm van Asaf. De God der goden, de HEERE spreekt, en roept de aarde, van den opgang der zon tot aan haar ondergang.
Uit Sion, de volkomenheid der schoonheid, verschijnt God blinkende.
Onze God zal komen en zal niet zwijgen; een vuur voor Zijn aangezicht zal verteren, en rondom Hem zal het zeer stormen.
En de hemelen verkondigen Zijn gerechtigheid; want God Zelf is Rechter. Sela.
Hoort, Mijn volk! en Ik zal spreken; Israel! en Ik zal onder u betuigen; Ik, God, ben uw God.
Maar tot den goddeloze zegt God: Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen, en neemt Mijn verbond in uw mond?
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) Toen de profeet Nathan tot hem was gekomen, nadat hij tot Bathseba was ingegaan. (1b) Wees mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden.
Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.
Verlos mij van bloedschulden, o God, Gij, God mijns heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen.
Zoekresultaten vervolgd...
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (180)
- Exodus (71)
- Leviticus (36)
- Numberi (24)
- Deuteronomium (245)
- Jozua (51)
- Richteren (39)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (52)
- 2 Samuël (36)
- 1 Koningen (61)
- 2 Koningen (28)
- 1 Kronieken (53)
- 2 Kronieken (109)
- Ezra (35)
- Nehemia (36)
- Job (91)
- Psalmen (318)
- Spreuken (3)
- Prediker (26)
- Jesaja (85)
- Jeremia (93)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (18)
- Daniël (41)
- Hosea (22)
- Joël (6)
- Amos (12)
- Jona (14)
- Micha (7)
- Nahum (1)
- Habakuk (4)
- Zefanja (4)
- Zacharia (10)
- Maleachi (7)
- Mattheüs (21)
- Markus (16)
- Lukas (53)
- Johannes (45)
- Handelingen (106)
- Romeinen (82)
- 1 Corinthiërs (53)
- 2 Corinthiër (46)
- Galaten (19)
- Efeziërs (16)
- Filippenzen (17)
- Colossenzen (12)
- 1 Thessalonicenzen (25)
- 2 Thessalonicenzen (12)
- 1 Timotheüs (15)
- 2 Timotheüs (7)
- Titus (8)
- Filémon (2)
- Hebreeën (48)
- Jakobus (11)
- 1 Petrus (26)
- 2 Petrus (4)
- 1 Johannes (35)
- 2 Johannes (2)
- 3 Johannes (1)
- Judas (3)
- Openbaring (53)
Verwante onderwerpen
- Begeleiding En Kracht
- Bescherming Tegen Gevaar
- Bescherming Tegen Vijanden
- Besteed Aandacht Aan God!
- De Gerechtigheid Van God
- De Glorie Van God
- De Heer [Jahweh] Is God
- De Invloed Van God Kennen
- Eenzaamheid
- Gebroken Harten
- Geloof En Kracht
- Geloof En Vertrouwen
- God Aanbidden
- God Als Rechter
- God Beantwoordde Gebeden
- God Die Met Ons Is
- God Die Niet Bestaat
- God Geeft Licht
- God Helpt
- God Is Met Jou
- God Mijn Redding
- God Staat Op
- God Van De Vaders
- God Zoeken
- God, De Rots
- Goddelijke Verdediging
- Gods Bescherming
- Gods Redding Bekend Gemaakt
- Gods Waarheid
- Gods Wil
- Hart En De Heilige Geest
- Hij Is Onze God
- Hoop En Kracht
- Hoor Gebed!
- Ik Bid
- Ik Zal Je Prijzen Met Muziek
- Instrumenten
- Jij Bent Onze God
- Kracht
- Kracht En Liefde
- Liefde En Kracht
- Lof
- Lof En Aanbidding
- Messiaanse Profetieën
- Mooi Zijn
- Muziek
- Naties Herstellen
- Onderdak
- Ontrouw Aan God
- Op God Vertrouwen In Moeilijke Tijden
- Op Gods Plan Vertrouwen
- Overweldigd Zijn
- Prijs De Heer!
- Psalmen Interjecties
- Rechtvaardiging
- Red Ons!
- Rotsen
- Samen Aanbidden
- Soorten Muziekinstrumenten
- Sterk Blijven
- Sterkte
- Titels En Namen Van God
- Toevluchtsoord
- Troosten
- Verlatenheid
- Verlossing
- Vernieuwd Hart
- Vertrouw In God!
- Vrede En Kracht
- Wanhoop
- We Danken God
- Wijze En Methodes Van Loven
- Zegen De Heer!