400 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Toch' in de Bijbel

Is er niet, indien gij weldoet, verhoging? en zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte is toch tot u, en gij zult over hem heersen.

VersbegrippenAanvaarding, HemelsAanvaarding, Van GodAbel En KaïnDeurenOorzaken Van ZondeHurkenKwade VerlangensDe Aantocht Van ZondeAanvaardingHet Juiste DoenGlimlachen

En het geschiedde, als hij naderde, om in Egypte te komen, dat hij zeide tot Sarai, zijn huisvrouw: Zie toch, ik weet, dat gij een vrouw zijt, schoon van aangezicht.

VersbegrippenSchoonheid In VrouwenDe Schoonheid Van VrouwenSchoonheid Van De NatuurVertrouw In RelatiesDe Schoonheid Van De NatuurMooi ZijnSarah

Zeg toch: Gij zijt mijn zuster; opdat het mij wel ga om u, en mijn ziel om uwentwil leve.

VersbegrippenVoorbeelden Van BedrogGevolgen Van TwijfelNiet StervenOnjuiste VoorstellingZusterschap

En Abram zeide tot Lot: Laat toch geen twisting zijn tussen mij en tussen u, en tussen mijn herders en tussen uw herders; want wij zijn mannen broeders.

VersbegrippenAbraham, Beproeving En OverwinningLiefde Tussen FamilieledenConflictFamilie GeschilConflict Oplossen

Is niet het ganse land voor uw aangezicht? Scheid u toch van mij; zo gij de linkerhand kiest, zo zal ik ter rechterhand gaan; en zo gij de rechterhand, zo zal ik ter linkerhand gaan.

VersbegrippenMensen Die Afscheid NemenNaar Links En Rechts Draaien

Zo zeide Sarai tot Abram: Zie toch, de HEERE heeft mij toegesloten, dat ik niet bare; ga toch in tot mijn dienstmaagd, misschien zal ik uit haar gebouwd worden. En Abram hoorde naar de stem van Sarai.

VersbegrippenOnvruchtbaarheidFysieke SlaapGoddelijke BeperkingenRedenen Voor OnvruchtbaarheidKinderen Zijn Een ZegenGod VerhindertGeplande Sexuele BandMensen GehoorzamenSarah

En hij zeide: Heere! heb ik nu genade gevonden in Uw ogen, zo gaat toch niet aan Uw knecht voorbij.

VersbegrippenHoffelijkheidPasserenGunst

Voorts zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik spreke; misschien zullen aldaar dertig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal het niet doen, zo Ik aldaar dertig zal vinden.

VersbegrippenDertigLaat God Niet Kwaad ZijnAantal Rechtvaardige MensenTot God Spreken

En hij zeide: Zie toch, ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere; misschien zullen er twintig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der twintigen wil.

VersbegrippenTwintigAantal Rechtvaardige MensenTot God Spreken

Nog zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik alleenlijk ditmaal spreke: misschien zullen er tien gevonden worden. En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der tienen wil.

VersbegrippenHet Geduld Van GodTien MensenLaat God Niet Kwaad ZijnAantal Rechtvaardige MensenTot God SprekenWaarde

En hij zeide: Ziet nu, mijne heren! keert toch in ten huize van uw knecht, en vernacht, en wast uw voeten; en gij zult vroeg opstaan, en gaan uws weegs. En zij zeiden: Neen, maar wij zullen op de straat vernachten.

VersbegrippenVoeten WassenGastenOchtendDienstbaarheid In De MaatschappijGroetenGastvrijheidVoetenwassingReizigersStadspleinenReine VoetenZij Die Vroeg OpstondenZorg Voor VoetenTijdelijk Blijven

En hij zeide: Mijn broeders! doet toch geen kwaad!

Ziet toch, ik heb twee dochters, die geen man bekend hebben; ik zal haar nu tot u uitbrengen, en doet haar, zoals het goed is in uw ogen; alleenlijk doet dezen mannen niets; want daarom zijn zij onder de schaduw mijns daks ingegaan.

VersbegrippenDochtersBovenop Het DakMaagdTwee VrouwenMensen AchterlatenNooit OpgevenVader En Dochter RelatiesJouw Familie BeschermenVaders En Dochter

En Lot zeide tot hen: Neen toch, Heere!

Zie toch, Uw knecht heeft genade gevonden in Uw ogen, en Gij hebt Uw weldadigheid groot gemaakt, die Gij aan mij gedaan hebt, om mijn ziel te behouden bij het leven; maar ik zal niet kunnen behouden worden naar het gebergte heen, opdat mij niet misschien dat kwaad aankleve, en ik sterve!

VersbegrippenVriendelijkheidHet Onvermogen Van Mensen Om Te ReddenOntsnappen Naar De BergenMogelijke DoodGod Toonde Zijn Liefdevolle VriendelijkheidOnmogelijk Te Redden

Ziet toch, deze stad is nabij, om derwaarts te vluchten, en zij is klein; laat mij toch derwaarts behouden worden (is zij niet klein?) opdat mijn ziel leve.

VersbegrippenKleinheidKleine DingenZichzelf In Leven HoudenAnderen Die Gevlucht Zijn

Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: Leg toch uw hand onder mijn heup,

VersbegrippenDijenInvesteren

En hij zeide: HEERE! God van mijn heer Abraham! doe haar mij toch heden ontmoeten, en doe weldadigheid bij Abraham, mijn heer.

VersbegrippenGod Van De VadersGenade In OTAvontuurSucces Door GodBegeleidingEen Goede Dag Hebben

Zo geschiede, dat die jonge dochter, tot welke ik zal zeggen: Neig toch uw kruik, dat ik drinke; en zij zal zeggen: Drink, en ik zal ook uw kemelen drenken; diezelve zij, die Gij Uw knecht Izak toegewezen hebt, en dat ik daaraan bekenne, dat Gij weldadigheid bij mijn heer gedaan hebt.

VersbegrippenDrankjesContainer Voor WaterVoedsel VragenMan Die Water SchenktEen Teken ZoekenGod Die Anderen BenoemtGeven In Het Huwelijk

Toen liep die knecht haar tegemoet, en hij zeide: Laat mij toch een weinig waters uit uw kruik drinken.

VersbegrippenContainer Voor WaterIndividuen Die LopenVoedsel VragenMan Die Water Schenkt

Want hij had gezegd: Wiens dochter zijt gij? geef het mij toch te kennen; is er ook ten huize uws vaders plaats voor ons, om te vernachten?

VersbegrippenWie Is Dit?Tijdelijk BlijvenVaders En Dochter

Zie, ik sta bij de waterfontein; zo geschiede, dat de maagd, die uitkomen zal om te putten, en tot welke ik zeggen zal: Geef mij toch een weinig waters te drinken uit uw kruik;

VersbegrippenContainer Voor WaterWater OphalenMan Die Water Schenkt

Eer ik geeindigd had te spreken in mijn hart, ziet, zo kwam Rebekka uit, en had haar kruik op haar schouder, en zij kwam af tot de fontein en putte; en ik zeide tot haar: Geef mij toch te drinken!

VersbegrippenSchoudersHart En De Heilige GeestContainer Voor WaterVoedsel VragenWater OphalenMan Die Water SchenktTerwijl We PratenIn 1 AdemAndere Ladingen DragenOprecht Gebed Tot God

En Ezau zeide tot Jakob: Laat mij toch slorpen van dat rode, dat rode daar, want ik ben moede; daarom heeft men zijn naam genoemd Edom.

VersbegrippenOvergeven Aan VerleidingVoedsel VragenRode LichamenMensen Met Toepasselijke Namen

En zij zeiden: Wij hebben merkelijk gezien, dat de HEERE met u is; daarom hebben wij gezegd: Laat toch een eed tussen ons zijn, tussen ons en tussen u, en laat ons een verbond met u maken:

VersbegrippenGod Met Specifieke Mensen

Nu dan, neem toch uw gereedschap, uw pijlkoker en uw boog, en ga uit in het veld, en jaag mij een wildbraad;

VersbegrippenGebruik Van Bogen En PijlenGebruik Van PijlenJagenBevenBoogschutters, MannenPijlenHertWedstrijden

En Jakob zeide tot zijn vader: Ik ben Ezau uw eerstgeborene; ik heb gedaan, gelijk als gij tot mij gesproken hadt; sta toch op, zit, en eet van mijn wildbraad, opdat uw ziel mij zegene.

VersbegrippenVoorbeelden Van BedrogEerstgeboreneMateriële ErfenisEerstgeboren ZonenDat Ben IkMensen Die Zegenen

En Izak zeide tot Jakob: Nader toch, dat ik u betaste, mijn zoon! of gij mijn zoon Ezau zelf zijt, of niet.

VersbegrippenOnderscheidendIs Het Echt?Contact Met Mensen

En zijn vader Izak zeide tot hem: Kom toch bij, en kus mij, mijn zoon!

VersbegrippenMensen Die KussenContact Met Mensen

En hij noemde den naam dier plaats Beth-El; daar toch de naam dier stad te voren was Luz.

VersbegrippenHuis Van GodMensen Die Dingen Benoemen

En Ruben ging in de dagen van de tarweoogst, en hij vond Dudaim in het veld, en hij bracht die tot zijn moeder Lea. Toen zeide Rachel tot Lea: Geef mij toch van uws zoons Dudaim.

VersbegrippenTarwe

En Hij zeide: Hef toch uw ogen op, en zie! alle bokken, die de kudde beklimmen, zijn gesprenkeld, gespikkeld, en hagelvlakkig; want Ik heb gezien alles, wat Laban u doet.

VersbegrippenGod Ziet Hun EllendeOnzuivere WezensZwart En WitGod Stuurde Zijn Zoon

Ruk mij toch uit mijns broeders hand, uit Ezau's hand; want ik vreze hem, dat hij niet misschien kome, en mij sla, de moeder met de zonen!

VersbegrippenFysieke RustGanse Families DodenAngst Van IndividuenMensen Die Hun Eigen Soort AanvallenMoederschap

En Jakob vraagde, en zeide: Geef toch Uw naam te kennen. En Hij zeide: Waarom is het, dat gij naar Mijn naam vraagt? En Hij zegende hem aldaar.

VersbegrippenWaarom Doe Je Dit?Wat Is De Naam Van God?Gezegend Door God

Neem toch mijn zegen, die u tegemoet gebracht is, dewijl het God mij genadiglijk verleend heeft, en dewijl ik alles heb; en hij hield bij hem aan, zodat hij het nam.

VersbegrippenOvervloedGezegend Door God

Mijn heer trekke toch voorbij, voor het aangezicht van zijn knecht; en ik zal mij op mijn gemak als leidsman voegen, naar den gang van het werk, hetwelk voor mijn aangezicht is, en naar den gang dezer kinderen, totdat ik bij mijn heer te Seir kome.

VersbegrippenTraagheidMensen Die Voorgingen

En Ezau zeide: Laat mij toch van dit volk, dat met mij is, u bijstellen. En hij zeide: Waartoe dat? laat mij genade vinden in mijns heren ogen!

VersbegrippenSamengaan

Toen sprak Hemor met hen, zeggende: Mijns zoons Sichems ziel is verliefd op ulieder dochter; geeft hem haar toch tot een vrouw.

VersbegrippenMannen En Vrouwen Die LiefhaddenGeven In Het HuwelijkHumor

En hij zeide tot hen: Hoort toch dezen droom, dien ik gedroomd heb.

VersbegrippenKwetsbaarheid

En hij zeide tot hem: Ga toch heen, zie naar den welstand van uw broederen, en naar den welstand van de kudde, en breng mij een woord wederom. Zo zond hij hem uit het dal Hebron, en hij kwam te Sichem.

VersbegrippenZorgZorg, MensMensen Die Mensen Sturen

En hij zeide: Ik zoek mijn broederen; geef mij toch te kennen, waar zij weiden.

VersbegrippenWaar Zijn Mensen?

En zij zonden den veelvervigen rok, en deden hem tot hun vader brengen, en zeiden: Dezen hebben wij gevonden; beken toch, of deze uws zoons rok zij, of niet.

VersbegrippenVeelkleurigOnderscheidendDingen VindenKleur

En hij week tot haar naar den weg, en zeide: Kom toch, laat mij tot u ingaan; want hij wist niet, dat zij zijn schoondochter was. En zij zeide: Wat zult gij mij geven, dat gij tot mij ingaat?

VersbegrippenSchoondochtersGeen Mensen HerkennenSalaris Van Een Prostituee

Als zij voorgebracht werd, schikte zij tot haar schoonvader, om te zeggen: Bij den man, wiens deze dingen zijn, ben ik zwanger; en zij zeide: Beken toch, wiens deze zegelring, en deze snoeren, en deze staf zijn.

VersbegrippenZegelsOpvattingTouwenWie Is De Uitverkorene?

En zij zeiden tot hem: Wij hebben een droom gedroomd, en er is niemand, die hem uitlegge. En Jozef zeide tot hen: Zijn de uitleggingen niet van God? Vertelt ze mij toch.

VersbegrippenDromenNiemand BeschikbaarDromen Vertellen

Doch gedenk mijner bij uzelven, wanneer het u wel gaan zal, en doe toch weldadigheid aan mij, en doe van mij melding bij Farao, en maak, dat ik uit dit huis kome.

VersbegrippenMensen GedenkenMensen Die Anderen VrijlatenGevangenis

Toen naderde Juda tot hem, en zeide: Och, mijn heer! laat toch uw knecht een woord spreken voor mijns heren oren, en laat uw toorn tegen uw knecht niet ontsteken; want gij zijt even gelijk Farao!

VersbegrippenGelijkwaardige Mensen

Nu dan, laat toch uw knecht voor dezen jongeling slaaf van mijn heer blijven, en laat den jongeling met zijn broederen optrekken!

VersbegrippenPlaatsvervangingHalfbroers

En Jozef zeide tot zijn broederen: Nadert toch tot mij! En zij naderden. Toen zeide hij: Ik ben Jozef, uw broeder, dien gij naar Egypte verkocht hebt.

VersbegrippenDat Ben IkIdentiteit

Gij zijt toch gelast: doet dit, neemt u uit Egypteland wagenen voor uw kinderkens, en voor uw vrouwen, en voert uw vader, en komt.

VersbegrippenWagentjesWagons

Voorts zeiden zij tot Farao: Wij zijn gekomen, om als vreemdelingen in dit land te wonen; want er is geen weide voor de schapen, die uw knechten hebben, dewijl de honger zwaar is in het land Kanaan; en nu, laat toch uw knechten in het land Gosen wonen!

VersbegrippenVerblijvenGeen VoedselIn Het Land Leven

Als nu de dagen van Israel naderden, dat hij sterven zou, zo riep hij zijn zoon Jozef, en zeide tot hem: Indien ik nu genade gevonden heb in uw ogen, zo leg toch uw hand onder mijn heup, en doe weldadigheid en trouw aan mij, en begraaf mij toch niet in Egypte;

VersbegrippenVriendelijkheidTrouwTijd Om Te StervenDijenNabijheid Van De DoodDood Komt BinnenkortImmigranten

En Jozef zeide tot zijn vader: Zij zijn mijn zonen, die mij God hier gegeven heeft. En hij zeide: Breng hen toch tot mij, dat ik hen zegene!

VersbegrippenHoudingen Tegenover KinderenHeiligheid Van Het LevenKinderen, Een Geschenk Van GodMensen Die Anderen Zegenen

Als nu de dagen zijns bewenens over waren, zo sprak Jozef tot het huis van Farao, zeggende: Indien ik nu genade gevonden heb in uw ogen, spreekt toch voor de oren van Farao, zeggende:

Mijn vader heeft mij doen zweren, zeggende: Zie, ik sterf; in mijn graf, dat ik mij in het land Kanaan gegraven heb, daar zult gij mij begraven! Nu dan, laat mij toch optrekken, dat ik mijn vader begrave, dan zal ik wederkomen.

VersbegrippenNabijheid Van De DoodDood Komt BinnenkortDe Grot Van Machpela

Zo zult gij tot Jozef zeggen: Ei, vergeef toch de overtreding uwer broederen, en hun zonde; want zij hebben u kwaad aangedaan; maar nu vergeef toch de overtreding der dienaren van den God uws vaders! En Jozef weende, als zij tot hem spraken.

VersbegrippenVragen Voor VergiffenisVragenElkaar VergevenAndere Mensen Kwaad BerokkenenGods VergiffenisLiefde En VergiffenisVergevenOngehoorzaamheid

En hij zeide tot zijn dochters: Waar is hij toch, waarom liet gij den man nu gaan? roept hem, dat hij brood ete.

VersbegrippenVoorbeelden Van GastvrijheidUitnodigingenGastvrijheidReizigersWaar Zijn Mensen?

En zij zullen uw stem horen; en gij zult gaan, gij en de oudsten van Israel, tot den koning van Egypte, en gijlieden zult tot hem zeggen: De HEERE, de God der Hebreen, is ons ontmoet; zo laat ons nu toch gaan den weg van drie dagen in de woestijn, opdat wij den HEERE, onzen God, offeren!

VersbegrippenGewichten En Maten, AfstandenDrie DagenBijzondere ReizenEen Feest In De WildernisAandacht Aan Mensen Besteden

Doch hij zeide: Och, Heere! zend toch door de hand desgenen, dien Gij zoudt zenden.

VersbegrippenBesluiteloosheidAaron, PositieAndere PersonenGod Stuurde Profeten

Toen ging Mozes heen, en keerde weder tot Jethro, zijn schoonvader, en zeide tot hem: Laat mij toch gaan, dat ik wederkere tot mijn broederen, die in Egypte zijn, en zie, of zij nog leven. Jethro dan zeide tot Mozes: Ga in vrede!

VersbegrippenSchoonvadersTerugkeren Naar Hun LandVerder LevenSchoonbroersVriendinnetjes

Zij dan zeiden: De God der Hebreen is ons ontmoet; zo laat ons toch heentrekken, den weg van drie dagen in de woestijn, en den HEERE, onzen God, offeren, dat Hij ons niet overkome met pestilentie, of met het zwaard.

VersbegrippenZwaardenDrie DagenBijzondere ReizenEen Feest In De WildernisGod Zou Zijn Volk Kunnen Doden

En nu vergeeft mij toch mijn zonde alleen ditmaal, en bidt vuriglijk tot den HEERE, uw God, dat Hij slechts dezen dood van mij wegneme.

VersbegrippenNiet StervenDood VermedenElkaar VergevenBid Voor OnsBidden Voor ZondaarsVergiffenis

Wacht u, dat gij toch geen verbond maakt met den inwoners des lands, waarin gij komen zult; dat hij misschien niet tot een strik worde in het midden van u.

VersbegrippenAlliantiesValWereldse ValstrikkenWaarschuwing Tegen Kwaadaardig VerbondVerstrikt In Kwaad

En hij zeide: Verlaat ons toch niet; want dewijl gij weet, dat wij ons legeren in de woestijn, zo zult gij ons tot ogen zijn.

VersbegrippenIsraël In De WildernisMensen Die Niet VerlatenKamperen Tijdens ExodusMensen Met Algemene KennisBegeleiding

En indien Gij alzo aan mij doet, dood mij toch slechts, indien ik genade in Uw ogen gevonden heb; en laat mij mijn ongeluk niet aanzien!

VersbegrippenGevolgen Van De Afwezigheid Van HoopUniversaliteit Van De DoodSymptomen Van DepressieOnverstandige GebedenGoedkeuring Voor Zelfdoding

Daarom zeide Aaron tot Mozes: Och, mijn heer! leg toch niet op ons de zonde, waarmede wij zottelijk gedaan, en waarmede wij gezondigd hebben!

VersbegrippenAaron, LevenswegGevolgen Van DwaasheidVoorbeelden Van BiechtenAaron, Karakter

Laat zij toch niet zijn als een dode, van wiens vlees, als hij uit zijns moeders lijf uitgaat, de helft wel verteerd is!

VersbegrippenAbortusConditie Van Het Lichaam

Nu dan, laat toch de kracht des HEEREN groot worden, gelijk als Gij gesproken hebt, zeggende:

Vergeef toch de ongerechtigheid dezes volks, naar de grootte Uwer goedertierenheid, en gelijk Gij ze aan dit volk, van Egypteland af tot hiertoe, vergeven hebt!

VersbegrippenDe Grootheid Van GodVergevende GodLiefde En VergiffenisGrootsheid

Voorts zeide Mozes tot Korach: Hoort toch, gij, kinderen van Levi!

En hij sprak tot de vergadering, zeggende: Wijkt toch af van de tenten dezer goddeloze mannen, en roert niets aan van hetgeen hunner is, opdat gij niet misschien verdaan wordt in al hun zonden.

VersbegrippenTentenBroederschap Met Het KwaadVerenigingen Van KwaadScheiden Van Slechte MensenNiet AanrakenEr Geen Zaken Mee Hebben

Waarom toch hebt gijlieden de gemeente des HEEREN in deze woestijn gebracht, dat wij daar sterven zouden, wij en onze beesten?

VersbegrippenSterven In De WildernisMogelijke DoodWaarom Doe Je Dit?

En Mozes en Aaron vergaderden de gemeente voor de steenrots, en hij zeide tot hen: Hoort toch, gij wederspannigen, zullen wij water voor ulieden uit deze steenrots hervoorbrengen?

VersbegrippenOngeduldMisbruik Van Spirituele ZakenWoede, Zondige VoorbeeldenConstructie Israël

Laat ons toch door uw land trekken; wij zullen niet trekken door den akker, noch door de wijngaarden, noch zullen het water der putten drinken; wij zullen den koninklijken weg gaan, wij zullen niet afwijken ter rechterhand noch ter linkerhand, totdat wij door uw landpalen zullen getrokken zijn.

VersbegrippenSnelwegDoormakenWegenWijngaardenBronnenNiet Opzij DraaienMan Die Water Schenkt

En nu, kom toch, vervloek mij dit volk, want het is machtiger dan ik; misschien zal ik het kunnen slaan, of het uit het land verdrijven; want ik weet, dat, wien gij zegent, die zal gezegend zijn, en wien gij vervloekt, die zal vervloekt zijn.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamUitnodigingenTovenarij En MagieIsraël VervloekenMensen Die Zegenen

Die tot Bileam kwamen, en hem zeiden: Alzo zegt Balak, de zoon van Zippor: Laat u toch niet beletten tot mij te komen!

VersbegrippenHet Vermijden Van Tegenwerking

Want ik zal u zeer hoog vereren, en al wat gij tot mij zeggen zult, dat zal ik doen; zo kom toch, vervloek mij dit volk!

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamIsraël Vervloeken

En nu, blijft gijlieden toch ook hier dezen nacht, opdat ik wete, wat de HEERE tot mij verder spreken zal.

Toen zeide Balak tot hem: Kom toch met mij aan een andere plaats, van waar gij hem zult zien; gij zult niet dan zijn einde zien, maar hem niet ganselijk zien; en vervloek hem mij van daar!

VersbegrippenOnderverdelingenIsraël Vervloeken

Verder zeide Balak tot Bileam: Kom toch, ik zal u aan een ander plaats medenemen; misschien zal het recht zijn in de ogen van dien God, dat gij het mij van daar vervloekt.

VersbegrippenDubbelzinnigheidIsraël Vervloeken

Waarom toch zult gij het hart der kinderen Israels breken, dat zij niet overtrekken naar het land, dat de HEERE hun gegeven heeft?

VersbegrippenOntmoedigingGods Werk Verhinderen

Of onvoorziens met enigen steen, waarvan men zoude kunnen sterven, en hij dien op hem heeft doen vallen, dat hij gestorven zij, zo hij hem toch geen vijand was, noch zijn kwaad zoekende;

VersbegrippenGeslagen Worden Met Stenen

Laat mij toch overtrekken, en dat goede land bezien, dat aan gene zijde van de Jordaan is, dat goede gebergte, en den Libanon!

VersbegrippenVoorbij Jordanië

Want, vraag toch naar de vorige dagen, die voor u geweest zijn, van dien dag af, dat God den mens op de aarde geschapen heeft, van het ene einde des hemels tot aan het andere einde des hemels, of zulk een groot ding geschied of gehoord zij, als dit:

VersbegrippenSchepping Van De Volledige MensheidDe Relatie Van De Mens Tot GodEinde Van Dagen

Zij zijn toch Uw volk, en Uw erfdeel, dat Gij door Uw grote kracht, en door Uw uitgestrekten arm hebt uitgevoerd!

VersbegrippenDe Grootheid Van GodWapensDe Kracht Van GodKracht Van GodMensen Die Behoren Tot God

En dit zij de zaak des doodslagers, die daarhenen vlieden zal, dat hij leve; die zijn naaste zal geslagen hebben door onwetendheid, dien hij toch van gisteren en eergisteren niet haatte;

VersbegrippenMoordDoodslagNiet HatenOnbedoeld

Opdat de bloedwreker den doodslager niet najage, als zijn hart verhit is, en hem achterhale, omdat de weg te verre zou zijn, en hem sla aan het leven; zo toch geen oordeel des doods aan hem is; want hij haatte hem niet van gisteren en eergisteren.

VersbegrippenMan Die Wraak NeemtNiet HatenDood Van Een Familielid

Nu dan, zweert mij toch bij den HEERE, dewijl ik weldadigheid aan ulieden gedaan heb, dat gij ook weldadigheid doen zult aan mijns vaders huis, en geeft mij een waarteken,

VersbegrippenVloeken

En Jozua zeide: Ach, Heere HEERE! waarom hebt Gij dit volk door de Jordaan ooit doen gaan, om ons te geven in de hand der Amorieten, om ons te verderven? Och, dat wij toch tevreden geweest en gebleven waren aan gene zijde van de Jordaan!

VersbegrippenVerdrietDe Oversteek Naar Het Beloofde LandGod Zal Nederlaag VeroorzakenWaarom Doet God Dit?

Toen zeide Jozua tot Achan: Mijn zoon! Geef toch den HEERE, den God van Israel, de eer, en doe voor Hem belijdenis; en geef mij toch te kennen, wat gij gedaan hebt, verberg het voor mij niet.

VersbegrippenZondes Verbergen

Toen spraken de kinderen van Jozef tot Jozua, zeggende: Waarom hebt gij mij ten erfdeel maar een lot en een snoer gegeven, daar ik toch een groot volk ben, voor zoveel de HEERE mij dus verre gezegend heeft?

VersbegrippenTekort Aan Andere Dingen Dan Voedsel

Maar toch, indien het land uwer bezitting onrein is, komt over in het land van de bezitting des HEEREN, waar de tabernakel des HEEREN woont, en neemt bezitting in het midden van ons; maar zijt niet wederspannig tegen den HEERE, en zijt ook niet wederspannig tegen ons, een altaar voor u bouwende, behalve het altaar van den HEERE, onzen God.

VersbegrippenBroederschap In Het EvangelieDe Aard Van Opstand Tegen GodAltaar Van De HeerAltaren BouwenGod Leeft In Het TabernakelOnreine Dingen

Daarom zeiden wij: Laat ons toch voor ons maken, bouwende een altaar, niet ten brandoffer, noch ten offer.

VersbegrippenAltaren Bouwen

En de wachters zagen een man, uitgaande uit de stad; en zij zeiden tot hem: Wijs ons toch den ingang der stad, en wij zullen weldadigheid bij u doen.

VersbegrippenBeoordelen

Daarna zeide hij tot haar: Geef mij toch een weinig waters te drinken, want mij dorst. Toen opende zij een melkfles, en gaf hem te drinken, en dekte hem toe.

VersbegrippenFlessen, GebruikMelkWaterDrankjes, LetterlijkZuivel

Wijk toch niet van hier, totdat ik tot U kome, en mijn geschenk uitbrenge, en U voorzette. En Hij zeide: Ik zal blijven, totdat gij wederkomt.

VersbegrippenVertrekkenBijbelteksten Wachten Tot Het Huwelijk

En Gideon zeide tot God: Uw toorn ontsteke niet tegen mij, dat ik alleenlijk ditmaal spreke; laat mij toch alleenlijk ditmaal met het vlies verzoeken; er zij toch droogte op het vlies alleen, en op de ganse aarde zij dauw.

VersbegrippenVragenTestenLaat God Niet Kwaad ZijnTestenExamensGideon

Public domain