'Zichzelven' in de Bijbel
En tot zichzelven gekomen zijnde, zeide hij: Hoe vele huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van honger!
En de rentmeester zeide bij zichzelven: Wat zal ik doen, dewijl mijn heer dit rentmeesterschap van mij neemt? Graven kan ik niet; te bedelen schaam ik mij.
En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie;
En Hij zeide ook tot sommigen, die bij zichzelven vertrouwden, dat zij rechtvaardig waren, en de anderen niets achtten, deze gelijkenis:
De Farizeer, staande, bad dit bij zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de anderen mensen, rovers, onrechtvaardigen, overspelers; of ook gelijk deze tollenaar.
Ik zeg ulieden: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis, meer dan die; want een ieder, die zichzelven verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelven vernedert, zal verhoogd worden.
Hij zeide dan: Een zeker welgeboren man reisde in een ver gelegen land, om voor zichzelven een koninkrijk te ontvangen, en dan weder te keren.
En zij namen Hem waar, en zonden verspieders uit, die zichzelven veinsden rechtvaardig te zijn; opdat zij Hem in Zijn rede vangen mochten, om Hem aan de heerschappij en de macht des stadhouders over te leveren.
En het volk stond en zag het aan. En ook de oversten met hen beschimpten Hem, zeggende: Anderen heeft Hij verlost, dat Hij nu Zichzelven verlosse, zo Hij is de Christus, de Uitverkorene Gods.
Doch Petrus opstaande, liep tot het graf, en nederbukkende, zag hij de linnen doeken, liggende alleen, en ging weg, zich verwonderende bij zichzelven van hetgeen geschied was.
Maar Jezus Zelf betrouwde hun Zichzelven niet, omdat Hij hen allen kende,
Daarom zochten dan de Joden te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen den sabbat brak, maar ook zeide, dat God Zijn eigen Vader was, Zichzelven Gode evengelijk makende.
Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zo wat Die doet, hetzelve doet ook de Zoon desgelijks.
Want gelijk de Vader het leven heeft in Zichzelven, alzo heeft Hij ook den Zoon gegeven, het leven te hebben in Zichzelven;
Jezus nu, wetende bij Zichzelven, dat Zijn discipelen daarover murmureerden, zeide tot hen: Ergert ulieden dit?
Die van zichzelven spreekt, zoekt zijn eigen eer; maar Die de eer zoekt Desgenen, Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig, en geen ongerechtigheid is in Hem.
De Joden dan zeiden: Zal Hij ook Zichzelven doden, omdat Hij zegt: Waar Ik heenga, kunt gijlieden niet komen?
Maar hoe hij nu ziet, weten wij niet; of wie zijn ogen geopend heeft, weten wij niet; hij heeft zijn ouderdom, vraagt hemzelven; hij zal van zichzelven spreken.
Jezus dan, als Hij haar zag wenen, en de Joden, die met haar kwamen, ook wenen, werd zeer bewogen in den geest, en ontroerde Zichzelven;
Jezus dan wederom in Zichzelven zeer bewogen zijnde, kwam tot het graf; en het was een spelonk, en een steen was daarop gelegd.
En dit zeide hij niet uit zichzelven; maar, zijnde hogepriester deszelven jaars, profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk;
En het pascha der Joden was nabij, en velen uit dat land gingen op naar Jeruzalem, voor het pascha, opdat zij zichzelven reinigden.
Stond op van het avondmaal, en legde Zijn klederen af, en nemende een linnen doek, omgordde Zichzelven.
Indien God in Hem verheerlijkt is, zo zal ook God Hem verheerlijken in Zichzelven, en Hij zal Hem terstond verheerlijken.
Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in de wereld, opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven.
De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet, en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelven Gods Zoon gemaakt.
Van toen af zocht Pilatus Hem los te laten; maar de Joden riepen, zeggende: Indien gij Dezen loslaat, zo zijt gij des keizers vriend niet; een iegelijk, die zichzelven koning maakt, wederspreekt den keizer.
Na dezen openbaarde Jezus Zichzelven wederom den discipelen aan de zee van Tiberias. En Hij openbaarde Zich aldus:
De discipel dan, welken Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere! Simon Petrus dan, horende, dat het de Heere was, omgordde het opperkleed (want hij was naakt), en wierp zichzelven in de zee.
Aan welke Hij ook, nadat Hij geleden had, Zichzelven levend vertoond heeft, met vele gewisse kentekenen, veertig dagen lang, zijnde van hen gezien, en sprekende van de dingen, die het Koninkrijk Gods aangaan.
En een zeker man, met name Simon, was te voren in de stad plegende toverij, en verrukkende de zinnen des volks van Samaria, zeggende van zichzelven, dat hij wat groots was.
En de kamerling antwoordde Filippus en zeide: Ik bid u, van Wien zegt de profeet dit, van zichzelven, of van iemand anders?
En alzo Petrus in zichzelven twijfelde, wat toch het gezicht mocht zijn, dat hij gezien had, ziet, de mannen, die van Cornelius afgezonden waren, gevraagd hebbende naar het huis van Simon, stonden aan de poort.
En Petrus, tot zichzelven gekomen zijnde, zeide: Nu weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft, en mij verlost heeft uit de hand van Herodes, en uit al de verwachting van het volk der Joden.
Hoewel Hij nochtans Zichzelven niet onbetuigd gelaten heeft, goed doende van den hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende, vervullende onze harten met spijs en vrolijkheid.
En de stokbewaarder, wakker geworden zijnde, en ziende de deuren der gevangenis geopend, trok een zwaard, en zou zichzelven omgebracht hebben, menende, dat de gevangenen ontvloden waren.
En sommigen ook der oversten van Azie, die hem vrienden waren, zonden tot hem, en baden, dat hij zichzelven op de schouwplaats niet zou begeven.
En hij kwam tot ons, en nam den gordel van Paulus, en zichzelven handen en voeten gebonden hebbende, zeide: Dit zegt de Heilige Geest: Den man, wiens deze gordel is, zullen de Joden alzo te Jeruzalem binden, en overleveren in de handen der heidenen.
En als het dag geworden was, maakten sommigen van de Joden een samenrotting, en vervloekten zichzelven, zeggende, dat zij noch eten noch drinken zouden, totdat zij Paulus zouden gedood hebben.
Doch geloof hen niet; want meer dan veertig mannen uit hen leggen hem lagen, welke zichzelven met een vervloeking verbonden hebben noch te eten noch te drinken, totdat zij hem zullen omgebracht hebben; en zij zijn nu gereed, verwachtende de toezegging van u.
En toen wij te Rome gekomen waren, gaf de hoofdman de gevangenen over aan den overste des legers; maar aan Paulus werd toegelaten op zichzelven te wonen met den krijgsknecht, die hem bewaarde.
En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangende.
Want wanneer de heidenen, die de wet niet hebben, van nature de dingen doen, die der wet zijn, dezen, de wet niet hebbende, zijn zichzelven een wet;
Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie van God wederstaat; en die ze wederstaan, zullen over zichzelven een oordeel halen.
Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand sterft zichzelven.
Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven.
Ik weet en ben verzekerd in den Heere Jezus, dat geen ding onrein is in zichzelven; dan die acht iets onrein te zijn, die is het onrein.
Hebt gij geloof? hebt dat bij uzelven voor God. Zalig is hij, die zichzelven niet oordeelt in hetgeen hij voor goed houdt.
Want ook Christus heeft Zichzelven niet behaagd, maar gelijk geschreven is: De smadingen dergenen, die U smaden, zijn op Mij gevallen.
Niemand bedriege zichzelven. Zo iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden.
Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker.
Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.
Die een vreemde taal spreekt, die sticht zichzelven; maar die profeteert die sticht de Gemeente.
Maar indien er geen uitlegger is, dat hij zwijge in de Gemeente; doch dat hij tot zichzelven spreke, en tot God.
Op elken eersten dag der week, legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg, vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen heeft; opdat de verzamelingen alsdan niet eerst geschieden, wanneer ik gekomen zal zijn.
En ik bid u, broeders, gij kent het huis van Stefanas, dat het is de eersteling van Achaje, en dat zij zichzelven den heiligen ten dienst hebben geschikt;
Als die dit oordelen, dat, indien Een voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen, die leven, niet meer zichzelven zouden leven, maar Dien, Die voor hen gestorven en opgewekt is.
En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft.
Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd.
En zij deden niet alleen, gelijk wij gehoopt hadden, maar gaven zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan ons, door den wil van God.
Ziet gij aan wat voor ogen is? Indien iemand bij zichzelven betrouwt, dat hij van Christus is, die denke dit wederom uit zichzelven, dat gelijkerwijs hij van Christus is, alzo ook wij van Christus zijn.
Want wij durven onszelven niet rekenen of vergelijken met sommigen, die zichzelven prijzen; maar deze verstaan niet, dat zij zichzelven met zichzelven meten, en zichzelven met zichzelven vergelijken.
Want niet die zichzelven prijst, maar dien de Heere prijst, die is beproefd.
Die Zichzelven gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar den wil van onzen God en Vader;
Want eer sommigen van Jakobus gekomen waren, at hij mede met de heidenen; maar toen zij gekomen waren, onttrok hij zich en scheidde zichzelven af, vrezende degenen, die uit de besnijdenis waren.
Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.
Want zo iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelven in zijn gemoed.
Maar een iegelijk beproeve zijn eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelven alleen roem hebben, en niet aan een anderen.
Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil.
Ons bekend gemaakt hebbende de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven.
Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende;
Welke, ongevoelig geworden zijnde, zichzelven hebben overgegeven tot ontuchtigheid, om alle onreinigheid gieriglijk te bedrijven.
En wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft, en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekenden reuk.
Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven;
Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk.
Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelven lief.
Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw, alzo lief als zichzelven; en de vrouw zie, dat zij den man vreze.
Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven.
Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden;
En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.
Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen.
En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.
Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geeerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is.
Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd;
Desgelijks ook, dat de vrouwen, in een eerbaar gewaad, met schaamte en matigheid zichzelven versieren, niet in vlechtingen des haars, of goud, of paarlen, of kostelijke kleding;
Want die wel gediend hebben, verkrijgen zichzelven een goeden opgang, en vele vrijmoedigheid in het geloof, hetwelk is in Christus Jezus.
Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken.
Leggende zichzelven weg tot een schat een goed fondament tegen het toekomende, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen mogen.
Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw; Hij kan Zichzelven niet verloochenen.
Indien dan iemand zichzelven van deze reinigt, die zal een vat zijn ter ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des Heeren, tot alle goed werk toebereid.
Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig.
Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden;
Die Zichzelven voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.
Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen;
En om derzelver zwakheid wil moet hij gelijk voor het volk, alzo ook voor zichzelven, offeren voor de zonden.
En niemand neemt zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aaron.
Alzo heeft ook Christus Zichzelven niet verheerlijkt, om Hogepriester te worden, maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.
En afvallig worden, die, zeg ik, wederom te vernieuwen tot bekering, als welke zichzelven den Zoon van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken.
Want als God aan Abraham de belofte deed, dewijl Hij bij niemand, die meerder was, had te zweren, zo zwoer Hij bij Zichzelven,
Zoekresultaten vervolgd...
Verwante onderwerpen
- De Aard Van Discipelschap
- De Kosten Van Discipelschap
- Eer Zoeken
- Gedacht
- Gods Remedie Tegen Zonde
- Gods Waarheid
- Groepen Dienen
- Liefde Voor Het Huwelijk
- Misbruik Van Liefde
- Nederig Zijn
- Onzelfzuchtigheid
- Over De Discipelen Van Christus Zullen Lijden
- Rivieren
- Types
- Uit Zichzelf Geven
- Van Je Vrouw Houden
- Van Jezelf Houden
- Vertrouwen En Zelfrespect
- Verzoening
- Verzoening
- Zelfontkenning