22883 gebeurtenissen in 1 vertaling

'En' in de Bijbel

Roept de Wijsheid niet, en verheft niet de Verstandigheid Haar stem?

Tot u, o mannen! roep Ik, en Mijn stem is tot de mensenkinderen.

Gij slechten! verstaat kloekzinnigheid, en gij zotten! verstaat met het hart.

Hoort, want ik zal vorstelijke dingen spreken, en de opening Mijner lippen zal enkel billijkheid zijn.

Want Mijn gehemelte zal de waarheid bedachtelijk uitspreken, en de goddeloosheid is Mijn lippen een gruwel.

Zij zijn alle recht voor dengene, die verstandig is, en rechtmatig voor degenen, die wetenschap vinden.

Neemt Mijn tucht aan, en niet zilver, en wetenschap, meer dan het uitgelezen uitgegraven goud.

Want wijsheid is beter dan robijnen, en al wat men begeren mag, is met haar niet te vergelijken.

Ik, Wijsheid, woon bij de kloekzinnigheid, en vinde de kennis van alle bedachtzaamheid.

Door Mij regeren de koningen, en de vorsten stellen gerechtigheid.

Door Mij heersen de heersers, en de prinsen, al de rechters der aarde.

Mijn vrucht is beter dan uitgegraven goud, en dan dicht goud; en Mijn inkomen dan uitgelezen zilver.

Opdat Ik Mijn liefhebbers doe beerven dat bestendig is, en Ik zal hun schatkameren vervullen.

Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende;

Spelende in de wereld Zijns aardrijks, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen.

Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, dien Ik gemengd heb.

Wie den spotter tuchtigt, behaalt zich schande; en die den goddeloze bestraft, zijn schandvlek.

Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben.

Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al.

En zij zit aan de deur van haar huis, op een stoel, op de hoge plaatsen der stad;

Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; en tot den verstandeloze zegt zij:

Die met het oog wenkt, richt smart aan; en een dwaas van lippen zal omgeworpen worden.

De rechtvaardige wordt uit benauwdheid bevrijd; en de goddeloze komt in zijn plaats.

Een stad springt op van vreugde over het welvaren der rechtvaardigen; en als de goddelozen vergaan, is er gejuich.

Ziet, den rechtvaardige wordt vergolden op de aarde, hoeveel te meer den goddeloze en zondaar!

Beter is, die zich gering acht, en een knecht heeft, dan die zichzelven eert, en des broods gebrek heeft.

Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de vergelding van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen.

Er is een, die zichzelven rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die zichzelven arm maakt, en heeft veel goed.

Het hart kent zijn eigen bittere droefheid; en een vreemde zal zich met deszelfs blijdschap niet vermengen.

Die haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke verdichtselen zal gehaat worden.

De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen.

De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven.

De lippen der gerechtigheid zijn het welgevallen der koningen; en elkeen van hen zal liefhebben dien, die rechte dingen spreekt.

In het licht van des konings aangezicht is leven; en zijn welgevallen is als een wolk des spaden regens.

Die op het woord verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den HEERE vertrouwt, is welgelukzalig.

Een verstandig knecht zal heersen over een zoon, die beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis delen.

Wie verdraaid is van hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met zijn tong, zal in het kwaad vallen.

Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig.

Als de goddeloze komt, komt ook de verachting en met schande versmaadheid.

De woorden des oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks.

Public domain