Meest Populaire Bijbelverzen in Spreuken 14
Spreuken Rang:
Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.
De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos.
Die haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke verdichtselen zal gehaat worden.
De slechten erven dwaasheid; maar de kloekzinnigen zullen zich met wetenschap kronen.
Die zijn naaste veracht, zondigt; maar die zich der nederigen ontfermt, die is welgelukzalig.
In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, en Hij zal Zijn kinderen een Toevlucht wezen.
In allen smartelijke arbeid is overschot; maar het woord der lippen strekt alleen tot gebrek.
De lankmoedige is groot van verstand; maar die haastig is van gemoed, verheft de dwaasheid.
Dwalen zij niet, die kwaad stichten? Maar weldadigheid en trouw is voor degenen, die goed stichten.
Die den arme verdrukt, smaadt deszelfs Maker; maar die zich des nooddruftigen ontfermt, eert Hem.
De vreze des HEEREN is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
Wijsheid rust in het hart des verstandigen; maar wat in het binnenste der zotten is, wordt bekend.
De goddeloze zal heengedreven worden in zijn kwaad; maar de rechtvaardige betrouwt zelfs in zijn dood.
In de menigte des volks is des konings heerlijkheid; maar in gebrek van volk is eens vorsten verstoring.
De arme wordt zelfs van zijn vriend gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele.
De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen.
Elke wijze vrouw bouwt haar huis; maar die zeer dwaas is, breekt het af met haar handen.
Die afkerig van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een goed man van zichzelven.
Die in zijn oprechtheid wandelt, vreest den HEERE; maar die afwijkt in zijn wegen, veracht Hem.
Ga weg van de tegenwoordigheid eens zotten mans; want gij zoudt bij hem geen lippen der wetenschap merken.
De wijsheid des kloekzinnigen is zijn weg te verstaan; maar dwaasheid der zotten is bedriegerij.
Als er geen ossen zijn, zo is de krib rein; maar door de kracht van den os is der inkomsten veel.
De spotter zoekt wijsheid, en er is gene; maar de wetenschap is voor den verstandige licht.
Het hart zal ook in het lachen smart hebben; en het laatste van die blijdschap is droefheid.
Het hart kent zijn eigen bittere droefheid; en een vreemde zal zich met deszelfs blijdschap niet vermengen.
In den mond des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen.
Het huis der goddelozen zal verdelgd worden; maar de tent der oprechten zal bloeien.
Het welbehagen des konings is over een verstandigen knecht; maar zijn verbolgenheid zal zijn over dengene, die beschaamd maakt.