2622 gebeurtenissen

'Om' in de Bijbel

Hij keerde hun hart om, dat zij Zijn volk haatten, dat zij met Zijn knechten listiglijk handelden.

Dies Hij zeide, dat Hij hen verdelgen zou, ten ware Mozes, Zijn uitverkorene, in de scheure voor Zijn aangezicht gestaan had, om Zijn grimmigheid af te keren, dat Hij hen niet verdierf.

Zij maakten Hem ook zeer toornig aan het twistwater, en het ging Mozes kwalijk om hunnentwil.

En Hij leidde hen op een rechten weg, om te gaan tot een stad ter woning.

Het vruchtbaar land tot zouten grond, om de boosheid dergenen, die daarin wonen.

Omdat hij niet gedacht heeft weldadigheid te doen, maar heeft den ellendigen en den nooddruftigen man vervolgd, en den verslagene van hart, om hem te doden.

Maar Gij, o HEERE Heere! maak het met mij om Uws Naams wil; dewijl Uw goedertierenheid goed is, verlos mij.

Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks.

Niet ons, o HEERE! niet ons, maar Uw Naam geef eer, om Uwer goedertierenheid, om Uwer waarheid wil.

Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht.

De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen.

Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe.

Waarheen de stammen opgaan, de stammen des HEEREN, tot de getuigenis Israels, om den Naam des HEEREN te danken.

Om mijner broederen en mijner vrienden wil, zal ik nu spreken, vrede zij in u!

Om des huizes des HEEREN, onzes Gods wil, zal ik het goede voor u zoeken.

Ik zal mij nederbuigen naar het paleis Uwer heiligheid, en ik zal Uw Naam loven, om Uw goedertierenheid en om Uw waarheid; want Gij hebt vanwege Uw gansen Naam Uw woord groot gemaakt.

Indien ik zeide: De duisternis zal mij immers bedekken; dan is de nacht een licht om mij.

Neig mijn hart niet tot een kwade zaak, om enigen handel in goddeloosheid te handelen, met mannen, die ongerechtigheid werken; en dat ik niet ete van hun lekkernijen.

[ (Psalms 142:8) Voer mijn ziel uit de gevangenis, om Uw Naam te loven; de rechtvaardigen zullen mij omringen, wanneer Gij wel bij mij zult gedaan hebben. ]

O HEERE! maak mij levend, om Uws Naams wil; voer mijn ziel uit de benauwdheid, om Uw gerechtigheid.

En roei mijn vijanden uit, om Uw goedertierenheid, en breng hen om, allen, die mijn ziel beangstigen; want ik ben Uw knecht.

Lamed. Om de mensenkinderen bekend te maken Zijn mogendheden, en de eer der heerlijkheid Zijns Koninkrijks.

Dat Zijn gunstgenoten van vreugde opspringen, om die eer; dat zij juichen op hun legers.

Om wraak te doen over de heidenen, en bestraffingen over de volken;

Om hun koningen te binden met ketenen, en hun achtbaren met ijzeren boeien;

Om aan te nemen onderwijs van goed verstand, gerechtigheid, en recht, en billijkheden;

Om te verstaan een spreuk en de uitlegging, de woorden der wijzen en hun raadselen.

Want hun voeten lopen ten boze; en zij haasten zich om bloed te storten.

Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt;

Om u te redden van den kwaden weg, van den man, die verkeerdheden spreekt;

Van degenen, die de paden der oprechtheid verlaten, om te gaan in de wegen der duisternis;

Om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende, die met haar redenen vleit;

Een Belialsmens, een ondeugdzaam man gaat met verkeerdheid des monds om;

Daarom ben ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk te zoeken, en ik heb u gevonden.

Om te roepen degenen, die op den weg voorbijgaan, die hun paden recht maken, zeggende:

De woorden der goddelozen zijn om op bloed te loeren; maar de mond der oprechten zal ze redden.

Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten.

Hij sluit zijn ogen, om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende, volbrengt hij het kwaad.

Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft?

Het is niet goed, den rechtvaardige ook te doen boeten, dat de prinsen iemand slaan zouden om hetgeen recht is.

Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen.

Om u bekend te maken de zekerheid van de redenen der waarheid; opdat gij de redenen der waarheid antwoorden moogt dengenen, die u zenden.

Zo gij niet hadt om te betalen, waarom zou men uw bed van onder u wegnemen?

Als gij aangezeten zult zijn om met een heerser te eten, zo zult gij scherpelijk letten op dengene, die voor uw aangezicht is.

Bij degenen, die bij den wijn vertoeven; bij degenen, die komen om gemengde drank na te zoeken.

Die denkt om kwaad te doen, dien zal men een meester van schandelijke verdichtselen noemen.

Vaar niet haastelijk voort om te twisten, opdat gij misschien in het laatste daarvan niet wat doet, als uw naaste u zou mogen beschaamd hebben.

De luiaard verbergt zijn hand in den boezem, hij is te moede, om die weder tot zijn mond te brengen.

De dove kool is om de vurige kool, en het hout om het vuur; alzo is een kijfachtig man, om twist te ontsteken.

Om de overtreding des lands zijn deszelfs vorsten vele; maar om verstandige en wetende mensen zal insgelijks verlenging wezen.

De aangezichten te kennen, is niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden.

Een geslacht, welks tanden zwaarden, en welks baktanden messen zijn, om de ellendigen van de aarde en de nooddruftigen van onder de mensen te verteren.

Om drie dingen ontroert zich de aarde, ja, om vier, die zij niet dragen kan:

Om een hatelijke vrouw, als zij getrouwd wordt; en een dienstmaagd, als zij erfgenaam is van haar vrouw.

Zij gaat naar het zuiden, en zij gaat om naar het noorden; de wind gaat steeds omgaande, en de wind keert weder tot zijn omgangen.

En ik begaf mijn hart om met wijsheid te onderzoeken, en na te speuren al wat er geschiedt onder den hemel. Deze moeilijke bezigheid heeft God den kinderen der mensen gegeven, om zich daarin te bekommeren.

En ik begaf mijn hart om wijsheid en wetenschap te weten, onzinnigheden en dwaasheid; ik ben gewaar geworden, dat ook dit een kwelling des geestes is.

Ik heb in mijn hart nagespeurd, om mijn vlees op te houden in den wijn, (nochtans leidende mijn hart in wijsheid) en om de dwaasheid vast te houden, totdat ik zou zien wat den kinderen der mensen het best ware, dat zij doen zouden onder den hemel, gedurende het getal der dagen huns levens.

Ik maakte mij vijvers van wateren, om daarmede te bewateren het woud, dat met bomen groende.

Daarna wendde ik mij, om te zien wijsheid, ook onzinnigheden en dwaasheid; want hoe zou een mens, die den koning nakomen zal, doen hetgeen alrede gedaan is?

Daarom keerde ik mij om, om mijn hart te doen wanhopen over al den arbeid, dien ik bearbeid heb onder de zon.

Want Hij geeft wijsheid, en wetenschap, en vreugde den mens, die goed is voor Zijn aangezicht; maar den zondaar geeft Hij bezigheid om te verzamelen en te vergaderen, opdat Hij het geve dien, die goed is voor Gods aangezicht. Dit is ook ijdelheid en kwelling des geestes.

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain