101 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Uw' in de Bijbel

Want zij zullen uw hoofd een aangenaam toevoegsel zijn, en ketenen aan uw hals.

Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt;

Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt;

Ja, zo gij tot het verstand roept, uw stem verheft tot de verstandigheid;

Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid.

Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn, en een aangenaamheid voor uw hals.

Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten.

Smeed geen kwaad tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont.

Hij nu leerde mij, en zeide tot mij: Uw hart houde mijn woorden vast, onderhoud mijn geboden, en leef.

Zij zal uw hoofd een aangenaam toevoegsel geven, een sierlijke kroon zal zij u leveren.

In uw gaan zal uw tred niet benauwd worden, en indien gij loopt, zult gij niet struikelen.

Mijn zoon! merk op mijn woorden, neig uw oor tot mijn redenen.

Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten.

Mijn zoon! merk op mijn wijsheid, neig uw oor tot mijn verstand;

Opdat gij alle bedachtzaamheid behoudt, en uw lippen wetenschap bewaren.

Maak uw weg verre van haar, en nader niet tot de deur van haar huis;

Opdat de vreemden zich niet verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid niet kome in het huis des onbekenden;

Mijn zoon! zo gij voor uw naaste borg geworden zijt, voor een vreemde uw hand toegeklapt hebt;

Doe nu dit, mijn zoon! en red u, dewijl gij in de hand uws naasten gekomen zijt; ga, onderwerp uzelven, en sterk uw naaste.

Laat uw ogen geen slaap toe, noch uw oogleden sluimering.

Zo zal uw armoede u overkomen als een wandelaar, en uw gebrek als een gewapend man.

Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend;

Daarom ben ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk te zoeken, en ik heb u gevonden.

Laat uw hart tot haar wegen niet wijken, dwaalt niet op haar paden.

Neig uw oor, en hoor de woorden der wijzen, en stel uw hart tot mijn wetenschap;

Want het is liefelijk, als gij die in uw binnenste bewaart; zij zullen samen op uw lippen gepast worden.

Opdat uw vertrouwen op den HEERE zij, maak ik u die heden bekend; gij ook maak ze bekend.

Zo gij niet hadt om te betalen, waarom zou men uw bed van onder u wegnemen?

Als gij aangezeten zult zijn om met een heerser te eten, zo zult gij scherpelijk letten op dengene, die voor uw aangezicht is.

Uw bete, die gij gegeten hebt, zoudt gij uitspuwen; en gij zoudt uw liefelijke woorden verderven.

En mijn nieren zullen van vreugde opspringen, als uw lippen billijkheden spreken zullen.

Hoor gij, mijn zoon! en word wijs, en richt uw hart op den weg.

Uw ogen zullen naar vreemde vrouwen zien, en uw hart zal verkeerdheden spreken.

Eet honig, mijn zoon! want hij is goed, en honigzeem is zoet voor uw gehemelte.

Zodanig is de kennis der wijsheid voor uw ziel; als gij ze vindt, zo zal er beloning wezen, en uw verwachting zal niet afgesneden worden.

Zo zal uw armoede u overkomen, als een wandelaar, en uw velerlei gebrek als een gewapend man.

Want het is beter, dat men tot u zegge: Kom hier bovenaan, dan dat men u vernedere voor het aangezicht eens prinsen, dien uw ogen gezien hebben.

Vaar niet haastelijk voort om te twisten, opdat gij misschien in het laatste daarvan niet wat doet, als uw naaste u zou mogen beschaamd hebben.

Opdat degene, die het hoort, u niet smade; want uw kwaad gerucht zou niet afgekeerd worden.

De lammeren zullen zijn tot uw kleding, en de bokken de prijs des velds.

Daartoe zult gij genoegzaamheid van geitenmelk hebben tot uw spijze, tot spijze van uw huis, en leeftocht uwer maagden.

Public domain