'Zal' in de Bijbel
Die wijs is, zal horen, en zal in lere toenemen; en die verstandig is, zal wijzen raad bekomen.
Zo zijn de paden van een iegelijk, die gierigheid pleegt; zij zal de ziel van haar meester vangen.
Keert u tot Mijn bestraffing; ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken.
Zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten, wanneer uw vreze komt.
Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden;
Want de afkering der slechten zal hen doden, en de voorspoed der zotten zal hen verderven.
Maar die naar Mij hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust zijn van de vreze des kwaads.
Opdat zij de paden des rechts houden; en Hij zal den weg Zijner gunstgenoten bewaren.
Als de wijsheid in uw hart zal gekomen zijn, en de wetenschap voor uw ziel zal liefelijk zijn;
Zo zal de bedachtzaamheid over u de wacht houden, de verstandigheid zal u behoeden;
Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.
Het zal een medicijn voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen.
Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen.
Want de HEERE zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van gevangen te worden.
Zeg niet tot uw naaste: Ga heen, en kom weder, en morgen zal ik geven, dewijl het bij u is.
De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen.
Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven.
Verlaat ze niet, en zij zal u behoeden; heb ze lief, en zij zal u bewaren.
Verhef ze, en zij zal u verhogen; zij zal u vereren, als gij haar omhelzen zult.
Zij zal uw hoofd een aangenaam toevoegsel geven, een sierlijke kroon zal zij u leveren.
In uw gaan zal uw tred niet benauwd worden, en indien gij loopt, zult gij niet struikelen.
Den goddeloze zullen zijn ongerechtigheden vangen, en met de banden zijner zonden zal hij vastgehouden worden.
Hij zal sterven, omdat hij zonder tucht geweest is, en in de grootheid zijner dwaasheid zal hij verdwalen.
Zo zal uw armoede u overkomen als een wandelaar, en uw gebrek als een gewapend man.
Daarom zal zijn verderf haastelijk komen; hij zal schielijk verbroken worden, dat er geen genezen aan zij.
Als gij wandelt, zal dat u geleiden; als gij nederligt, zal het over u de wacht houden; als gij wakker wordt, zal hetzelve met u spreken.
Zal iemand vuur in zijn boezem nemen, dat zijn klederen niet verbrand worden?
Zal iemand op kolen gaan, dat zijn voeten niet branden?
Alzo die tot zijns naasten huisvrouw ingaat; al wie haar aanroert, zal niet onschuldig gehouden worden.
Plage en schande zal hij vinden, en zijn smaad zal niet uitgewist worden.
Want jaloersheid is een grimmigheid des mans; en in den dag der wraak zal hij niet verschonen.
Hij zal geen verzoening aannemen; en hij zal niet bewilligen, ofschoon gij het geschenk vergroot.
Hij heeft een bundel gelds in zijn hand genomen; ten bestemden dage zal hij naar zijn huis komen.
Hoort, want ik zal vorstelijke dingen spreken, en de opening Mijner lippen zal enkel billijkheid zijn.
Want Mijn gehemelte zal de waarheid bedachtelijk uitspreken, en de goddeloosheid is Mijn lippen een gruwel.
Opdat Ik Mijn liefhebbers doe beerven dat bestendig is, en Ik zal hun schatkameren vervullen.
Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben.
Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen.
De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn; maar de naam der goddelozen zal verrotten.
Die wijs van hart is, neemt de geboden aan; maar die dwaas is van lippen, zal omgeworpen worden.
Die in oprechtheid wandelt, wandelt zeker; maar die zijn wegen verkeert, zal bekend worden.
Die met het oog wenkt, richt smart aan; en een dwaas van lippen zal omgeworpen worden.
De vreze des goddelozen, die zal hem overkomen; maar de begeerte der rechtvaardigen zal God geven.
De hoop der rechtvaardigen is blijdschap; maar de verwachting der goddelozen zal vergaan.
De rechtvaardige zal in eeuwigheid niet bewogen worden; maar de goddelozen zullen de aarde niet bewonen.
De mond des rechtvaardigen brengt overvloediglijk wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid worden.
Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen is wijsheid.
De gerechtigheid der vromen zal hen redden; maar de trouwelozen worden gevangen in hun verkeerdheid.
Als iemand voor een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker.
Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn; maar het zaad der rechtvaardigen zal ontkomen.
De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden.
Wie koren inhoudt, dien vloekt het volk; maar de zegening zal zijn over het hoofd des verkopers.
Wie het goede vroeg nazoekt, zoekt welgevalligheid; maar wie het kwade natracht, dien zal het overkomen.
Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal vallen; maar de rechtvaardigen zullen groenen als loof.
Wie zijn huis beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen, die wijs van hart is.
De goede zal een welgevallen trekken van den HEERE; maar een man van schandelijke verdichtselen zal Hij verdoemen.
De mens zal niet bevestigd worden door goddeloosheid; maar de wortel der rechtvaardigen zal niet bewogen worden.
De woorden der goddelozen zijn om op bloed te loeren; maar de mond der oprechten zal ze redden.
De goddelozen worden omgekeerd, dat zij niet meer zijn; maar het huis der rechtvaardigen zal bestaan.
Een ieder zal geprezen worden, naardat zijn verstandigheid is; maar die verkeerd van hart is, zal tot verachting wezen.
Die zijn land bouwt, zal van brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, is verstandeloos.
De goddeloze begeert het net der bozen; maar de wortel der rechtvaardigen zal uitgeven.
In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar de rechtvaardige zal uit de benauwdheid uitkomen.
Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de vergelding van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen.
Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is maar voor een ogenblik.
Den rechtvaardigen zal geen leed wedervaren; maar de goddelozen zullen met kwaad vervuld worden.
De hand der vlijtigen zal heersen; maar de bedriegers zullen onder cijns wezen.
Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.
Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de ziel der trouwelozen het geweld.
De ziel des luiaards is begerig, doch er is niets; maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden.
De gerechtigheid bewaart den oprechte van weg; maar de goddeloosheid zal den zondaar omkeren.
Het licht der rechtvaardigen zal zich verblijden; maar de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.
Goed, van ijdelheid gekomen, zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen.
Die het woord veracht, die zal verdorven worden; maar wie het gebod vreest, dien zal vergolden worden.
Een goddeloze bode zal in het kwaad vallen; maar een trouw gezant is medicijn.
Armoede en schande is desgenen, die de tucht verwerpt; maar die de bestraffing waarneemt; zal geeerd worden.
Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.
Het kwaad zal de zondaars vervolgen; maar den rechtvaardige zal men goed vergelden.
De goede zal zijner kinders kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor de rechtvaardige weggelegd.
De rechtvaardige eet tot verzadiging zijner ziel toe; maar de buik der goddelozen zal gebrek hebben.
Een waarachtig getuige zal niet liegen; maar een vals getuige blaast leugens.
Elke dwaas zal de schuld verbloemen; maar onder de oprechten is goedwilligheid.
Het hart kent zijn eigen bittere droefheid; en een vreemde zal zich met deszelfs blijdschap niet vermengen.
Het huis der goddelozen zal verdelgd worden; maar de tent der oprechten zal bloeien.
Het hart zal ook in het lachen smart hebben; en het laatste van die blijdschap is droefheid.
Die afkerig van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een goed man van zichzelven.
Die haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke verdichtselen zal gehaat worden.
In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, en Hij zal Zijn kinderen een Toevlucht wezen.
De goddeloze zal heengedreven worden in zijn kwaad; maar de rechtvaardige betrouwt zelfs in zijn dood.
Het welbehagen des konings is over een verstandigen knecht; maar zijn verbolgenheid zal zijn over dengene, die beschaamd maakt.
Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen.
De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben.
De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven.
De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen.
Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen.
Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden.
Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen.
Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder.
De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen.
De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan.
Zoekresultaten vervolgd...
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (216)
- Exodus (310)
- Leviticus (548)
- Numberi (266)
- Deuteronomium (347)
- Jozua (54)
- Richteren (58)
- Ruth (14)
- 1 Samuël (142)
- 2 Samuël (95)
- 1 Koningen (126)
- 2 Koningen (89)
- 1 Kronieken (32)
- 2 Kronieken (69)
- Ezra (11)
- Nehemia (15)
- Esther (17)
- Job (200)
- Psalmen (432)
- Spreuken (230)
- Prediker (41)
- Hooglied (6)
- Jesaja (539)
- Jeremia (455)
- Klaagliederen (8)
- Ezechiël (439)
- Daniël (85)
- Hosea (91)
- Joël (28)
- Amos (78)
- Obadja (7)
- Jona (5)
- Micha (56)
- Nahum (19)
- Habakuk (16)
- Zefanja (31)
- Haggaï (38)
- Zacharia (102)
- Maleachi (24)
- Mattheüs (201)
- Markus (80)
- Lukas (175)
- Johannes (94)
- Handelingen (53)
- Romeinen (58)
- 1 Corinthiërs (54)
- 2 Corinthiër (29)
- Galaten (11)
- Efeziërs (4)
- Filippenzen (15)
- Colossenzen (4)
- 1 Thessalonicenzen (5)
- 2 Thessalonicenzen (6)
- 1 Timotheüs (3)
- 2 Timotheüs (8)
- Titus (1)
- Filémon (2)
- Hebreeën (27)
- Jakobus (17)
- 1 Petrus (7)
- 2 Petrus (6)
- 1 Johannes (5)
- 2 Johannes (1)
- 3 Johannes (1)
- Openbaring (67)
Verwante onderwerpen
- Aframmeling
- Alcohol
- Andere Vertrouwen
- Beslissingen Nemen
- Beslissingen Nemen
- Beste Vrienden
- Bron Van Eer
- De Kracht Van Woorden
- De Rechtvaardigen
- De Schoonheid Van Vrouwen
- Depressie
- Discipline Kind
- Een Gebroken Hart
- Een Gebroken Hart Helen
- Een Goede Man
- Familie Problemen
- Geld Zegeningen
- Gevallen En Verlost Hart
- Gevolgen Van Dwaasheid
- Gezegdes
- Gezondheid En Genezen
- Goede Koningen
- Hard Werken En Niet Lui Zijn
- Hebzucht
- Het Kwaad Van Trots
- Hoop En Heling
- Kanker
- Kenmerken Van Dwazen
- Kinderen Opvoeden
- Kritiek
- Lippen
- Lui Zijn
- Luiaards
- Luiheid Leidt Tot
- Luiheid Leidt Tot
- Menselijk Belang Van Wijsheid
- Mensen Terechtwijzen
- Nederigheid En Trots