'Mensen' in de Bijbel
En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.
En het geschiedde, als de mensen op den aardbodem begonnen te vermenigvuldigen, en hun dochters geboren werden,
Dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkozen hadden.
In die dagen waren er reuzen op de aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot de dochteren der mensen ingegaan waren, en zich kinderen gewonnen hadden; deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van name.
En de HEERE zag, dat de boosheid des mensen menigvuldig was op de aarde, en al het gedichtsel der gedachten zijns harten te allen dage alleenlijk boos was.
En de HEERE rook dien liefelijken reuk, en de HEERE zeide in Zijn hart: Ik zal voortaan den aardbodem niet meer vervloeken om des mensen wil; want het gedichtsel van 's mensen hart is boos van zijn jeugd aan; en Ik zal voortaan niet meer al het levende slaan, gelijk als Ik gedaan heb.
En voorwaar, Ik zal uw bloed, het bloed uwer zielen eisen; van de hand van alle gedierte zal Ik het eisen; ook van de hand des mensen, van de hand eens iegelijken zijns broeders zal Ik de ziel des mensen eisen.
Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door den mens vergoten worden; want God heeft den mens naar Zijn beeld gemaakt.
Toen kwam de HEERE neder, om te bezien de stad en den toren, die de kinderen der mensen bouwden.
Toen zeide Hij: Uw naam zal voortaan niet Jakob heten, maar Israel; want gij hebt u vorstelijk gedragen met God en met de mensen, en hebt overmocht.
En zij deden alzo; want Aaron strekte zijn hand uit met zijn staf, en sloeg het stof der aarde, en er werden vele luizen aan de mensen, en aan het vee; al het stof der aarde werd luizen, in het ganse Egypteland.
De tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen, opdat zij luizen voortbrachten; doch zij konden niet; zo waren de luizen aan de mensen, en aan het vee.
En zij zal tot klein stof worden over het ganse Egypteland; en zij zal aan de mensen, en aan het vee worden tot zweren, uitbrekende met blaren, in het ganse Egypteland.
En zij namen as uit den oven, en stonden voor Farao's aangezicht; en Mozes strooide die naar den hemel; toen werden er zweren, uitbrekende met blaren, aan de mensen en aan het vee;
Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw hand uit naar den hemel, en er zal hagel zijn in het ganse Egypteland; over de mensen, en over het vee, en over al het kruid des velds in Egypteland.
En de hagel sloeg, in het ganse Egypteland, alles wat op het veld was, van de mensen af tot de beesten toe; ook sloeg de hagel al het kruid des velds, en verbrak al het geboomte des velds.
Maar bij alle kinderen Israels zal niet een hond zijn tong verroeren, van de mensen af tot de beesten toe; opdat gijlieden weet, dat de HEERE tussen de Egyptenaren en tussen de Israelieten een afzondering maakt.
Want Ik zal in dezen nacht door Egypteland gaan, en alle eerstgeborenen in Egypteland slaan, van de mensen af tot de beesten toe; en Ik zal gerichten oefenen aan alle goden der Egyptenaren, Ik, de HEERE!
Heilig Mij alle eerstgeborenen; wat enige baarmoeder opent onder de kinderen Israels, van mensen en van beesten, dat is Mijn.
Doch al wat de baarmoeder der ezelin opent, zult gij lossen met een lam; wanneer gij het nu niet lost, zo zult gij het den nek breken; maar alle eerstgeborenen des mensen onder uw zonen zult gij lossen.
Want het geschiedde, toen Farao zich verhardde ons te laten trekken, zo doodde de HEERE alle eerstgeborenen in Egypteland, van des mensen eerstgeborene af, tot den eerstgeborene der beesten; daarom offer ik den HEERE de mannetjes van alles, wat de baarmoeder opent; doch alle eerstgeborenen mijner zonen los ik.
Op geens mensen vlees zal men ze gieten; gij zult ook naar haar maaksel geen dergelijke maken; het is heiligheid, zij zal ulieden heiligheid zijn.
En wanneer een ziel iets onreins zal aangeroerd hebben, als de onreinigheid des mensen, of het onreine vee, of enig onrein verfoeisel, en zal van het vlees des dankoffers, hetwelk des HEEREN is, gegeten hebben, zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden.
En als iemand enige ziel des mensen zal verslagen hebben, hij zal zekerlijk gedood worden.
Al wat verbannen is, dat van de mensen zal verbannen zijn, zal niet gelost worden; het zal zekerlijk gedood worden.
Want alle eerstgeborene is Mijn; van den dag, dat Ik alle eerstgeborenen in Egypteland sloeg, heb Ik Mij geheiligd alle eerstgeborenen in Israel, van de mensen tot de beesten; zij zullen Mijn zijn; Ik ben de HEERE!
Want alle eerstgeborene onder de kinderen Israels is Mijn, onder de mensen en onder de beesten; ten dage dat Ik alle eerstgeboorte in Egypteland sloeg, heb Ik dezelve Mij geheiligd.
Toen waren er lieden geweest, die over het dode lichaam eens mensen onrein waren, en op denzelven dag het pascha niet hadden kunnen houden; daarom naderden zij voor het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht van Aaron op dienzelven dag.
En diezelve lieden zeiden tot hem: Wij zijn onrein over het dode lichaam eens mensen; waarom zouden wij verkort worden, dat wij de offerande des HEEREN op zijn gezetten tijd niet zouden offeren, in het midden van de kinderen Israels?
Doch de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen, die op den aardbodem waren.
Indien deze zullen sterven, gelijk alle mensen sterven, en over hen een bezoeking zal gedaan worden, naar aller mensen bezoeking, zo heeft mij de HEERE niet gezonden.
En de aarde opende haar mond, en verslond hen met hun huizen, en allen mensen, die Korach toebehoorden, en al de have.
Al wat de baarmoeder opent, van alle vlees, dat zij den HEERE zullen brengen, onder de mensen, en onder de beesten, zal het uwe zijn; doch de eerstgeborenen der mensen zult gij ganselijk lossen; ook zult gij lossen der eerstgeborenen der onreine beesten.
Al wie een dode, het dode lichaam eens mensen, die gestorven zal zijn, aanroert, en zich niet ontzondigd zal hebben, die verontreinigt den tabernakel des HEEREN; daarom zal die ziel uitgeroeid worden uit Israel; omdat het water der afzondering op hem niet gesprengd is, zal hij onrein zijn; zijn onreinigheid is nog in hem.
En al wie in het open veld een, die met het zwaard verslagen is, of een dode, of het gebeente eens mensen, of een graf zal aangeroerd hebben, zal zeven dagen onrein zijn.
God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken, en niet bestendig maken?
En zij namen al den roof, en al den buit, van mensen en van beesten.
Neem op de som van den buit der gevangenen van mensen en van beesten; gij en Eleazar, de priester, en de hoofden van de vaderen der vergadering.
Daarna zult gij een schatting voor den HEERE heffen, van de oorlogsmannen, die tot dezen krijg uitgetogen zijn, van vijfhonderd een ziel, uit de mensen en uit de runderen, en uit de ezelen, en uit de schapen.
Maar van de helft der kinderen Israels zult gij een gevangene van vijftig nemen, uit de mensen, uit de runderen, uit de ezelen, en uit de schapen, uit al de beesten; en gij zult ze aan de Levieten geven, die de wacht van de tabernakel des HEEREN waarnemen.
En der mensen zielen, uit de vrouwen, die geen bijligging des mans bekend hadden, alle zielen waren twee en dertig duizend.
En der mensen zielen waren zestien duizend, en hun schatting voor den HEERE twee en dertig zielen.
Van die helft der kinderen Israels nam Mozes een gevangene uit vijftig, van mensen en van beesten; en hij gaf ze aan de Levieten, die de wacht van den tabernakel des HEEREN waarnamen, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.
En ziet, gijlieden zijt opgestaan in stede van uw vaderen, een menigte van zondige mensen, om de hittigheid van des HEEREN toorn tegen Israel te vermeerderen.
En aldaar zult gij goden dienen, die des mensen handenwerk zijn, hout en steen, die niet zien, noch horen, noch eten, noch rieken.
Wanneer gij een stad vele dagen zult belegeren, strijdende tegen haar, om die in te nemen, zo zult gij haar geboomte niet verderven, de bijl daaraan drijvende; want gij zult daarvan eten; daarom zult gij dat niet afhouwen (want het geboomte van het veld is des mensen spijze), opdat het voor uw aangezicht kome tot een bolwerk.
En gij zult met weinige mensen overgelaten worden, in plaats dat gij geweest zijt als de sterren des hemels in menigte; omdat gij der stem des HEEREN, uws Gods, niet gehoorzaam geweest zijt.
Ik zeide: In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien; Ik zoude hun gedachtenis van onder de mensen doen ophouden;
En al den roof dezer steden, en het vee, roofden de kinderen Israels voor zich; alleenlijk sloegen zij al de mensen met de scherpte des zwaards, totdat zij hen verdelgden; zij lieten niet overblijven wat adem had.
Maar de olijfboom zeide tot hen: Zoude ik mijn vettigheid verlaten, die God en de mensen in mij prijzen? En zoude ik heengaan om te zweven over de bomen?
Maar de wijnstok zeide tot hen: Zou ik mijn most verlaten, die God en mensen vrolijk maakt? En zou ik heengaan om te zweven over de bomen?
Als Gaal dat volk zag, zo zeide hij tot Zebul: Zie, er komt volk af van de hoogten der bergen. Zebul daarentegen zeide tot hem: Gij ziet de schaduw der bergen voor mensen aan.
Zo verklaarde hij haar zijn ganse hart, en zeide tot haar: Er is nooit een scheermes op mijn hoofd gekomen, want ik ben een Nazireer Gods van mijn moeders buik af; indien ik geschoren wierd, zo zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden, en wezen als alle de mensen.
En de jongeling Samuel nam toe, en werd groot en aangenaam beide bij den HEERE en ook bij de mensen.
En de mensen, die niet stierven, werden geslagen met spenen, zodat het geschrei der stad opklom naar den hemel.
En David zeide tot Saul: Waarom hoort gij de woorden der mensen, zeggende: Zie, David zoekt uw kwaad?
Daartoe is dit in Uw ogen nog klein geweest, Heere HEERE, maar Gij hebt ook over het huis Uws knechts gesproken tot van verre heen; en dit naar de wet der mensen, Heere HEERE!
De God Israels heeft gezegd, de Rotssteen Israels heeft tot mij gesproken: Er zal zijn een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser in de vreze Gods.
Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat ons toch in de hand des HEEREN vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij in de hand van mensen niet vallen.
Ja, hij was wijzer dan alle mensen; dan Ethan, de Ezrahiet, en Heman, en Chalcol, en Darda, de zonen van Mahol; en zijn naam was onder alle heidenen rondom.
Hoor Gij dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en doe, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van alle kinderen der mensen;
Zo kwamen zij, en riepen tot den poortier der stad, en boodschapten hun, zeggende: Wij zijn gekomen tot het leger der Syriers, en ziet, niemand was daar, noch eens mensen stem; maar paarden aangebonden, en ezels aangebonden, en tenten, gelijk als zij waren.
En zij voerden hun vee gevankelijk weg; van hun kemelen vijftig duizend, en tweehonderd en vijftig duizend schapen, en twee duizend ezelen, en honderd duizend zielen der mensen.
Als gij weinige mensen in getal waart; ja, weinigen en vreemdelingen daarin.
Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat mij toch in de hand des HEEREN vallen; want Zijn barmhartigheden zijn zeer vele, maar laat mij in de hand der mensen niet vallen.
Maar waarlijk, zou God bij de mensen op de aarde wonen? Ziet de hemelen, ja, de hemel der hemelen, zouden U niet begrijpen, hoeveel te min dit huis, dat ik gebouwd heb?
Hoor Gij dan uit den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van de kinderen der mensen.
Onder de gedachten van de gezichten des nachts, als diepe slaap valt op de mensen;
In Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen.
De wateren vermalen de stenen, het stof der aarde overstelpt het gewas, dat van zelf daaruit voortkomt; alzo verderft Gij de verwachting des mensen.
Och, mocht men rechten voor een man met God, gelijk een kind des mensen voor zijn vriend.
Alle mensen mijns heimelijken raads hebben een gruwel aan mij; en die ik liefhad, zijn tegen mij gekeerd.
Dit is het deel des goddelozen mensen van God, en de erve zijner redenen van God.
De kluiten des dals zijn hem zoet, en hij trekt na zich alle mensen; en dergenen, die voor hem geweest zijn, is geen getal.
Hoeveel te min de mens, die een made is, en des mensen kind, die een worm is!
Dit is het deel des goddelozen mensen bij God, en de erve der tirannen, die zij van den Almachtige ontvangen zullen.
Hij zal de mensen aanschouwen, en zeggen: Ik heb gezondigd, en het recht verkeerd, hetwelk mij niet heeft gebaat;
Want naar het werk des mensen vergeldt Hij hem, en naar eens ieders weg doet Hij het hem vinden.
Uw goddeloosheid zou zijn tegen een man, gelijk gij zijt, en uw gerechtigheid voor eens mensen kind.
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?
[ (Psalms 9:21) O HEERE! jaag hun vreze aan; laat de heidenen weten, dat zij mensen zijn. Sela. ]
Aangaande de handelingen des mensen, ik heb mij, naar het woord Uwer lippen, gewacht voor de paden des inbrekers;
Gij zult hun vrucht van de aarde verdoen, en hun zaad van de kinderen der mensen.
Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen, en veracht van het volk.
Uw gerechtigheid is als de bergen Gods; Uw oordelen zijn een grote afgrond; HEERE! Gij behoudt mensen en beesten.
[ (Psalms 60:13) Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid, want 's mensen heil is ijdelheid. ]
En alle mensen zullen vrezen, en Gods werk verkondigen, en Zijn doen verstandelijk aanmerken.
Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o HEERE God!
Zij zijn niet in de moeite als andere mensen, en worden met andere mensen niet geplaagd.
Want de grimmigheid des mensen zal U loffelijk maken; het overblijfsel der grimmigheden zult Gij opbinden.
Dies verliet Hij den tabernakel te Silo, de tent, die Hij tot een woning gesteld had onder de mensen.
Uw hand zij over den man Uwer rechterhand, over des mensen zoon, dien Gij U gesterkt hebt.
De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn.
De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij.
Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen.
En den wijn, die het hart des mensen verheugt, doende het aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart des mensen sterkt.
Als zij weinig mensen in getal waren, ja, weinig en vreemdelingen daarin;
Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen.
Zoekresultaten vervolgd...
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (10)
- Exodus (12)
- Leviticus (3)
- Numberi (20)
- Deuteronomium (4)
- Jozua (1)
- Richteren (4)
- 1 Samuël (3)
- 2 Samuël (3)
- 1 Koningen (2)
- 2 Koningen (1)
- 1 Kronieken (3)
- 2 Kronieken (2)
- Job (13)
- Psalmen (29)
- Spreuken (24)
- Prediker (13)
- Jesaja (16)
- Jeremia (11)
- Ezechiël (22)
- Daniël (11)
- Hosea (2)
- Jona (1)
- Micha (3)
- Habakuk (3)
- Zefanja (2)
- Zacharia (4)
- Mattheüs (65)
- Markus (25)
- Lukas (46)
- Johannes (19)
- Handelingen (21)
- Romeinen (9)
- 1 Corinthiërs (13)
- 2 Corinthiër (4)
- Galaten (4)
- Efeziërs (4)
- Filippenzen (2)
- Colossenzen (3)
- 1 Thessalonicenzen (4)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (7)
- 2 Timotheüs (4)
- Titus (5)
- Hebreeën (6)
- Jakobus (1)
- 1 Petrus (4)
- 2 Petrus (5)
- 1 Johannes (1)
- Judas (2)
- Openbaring (23)
Verwante onderwerpen
- Aan Mensen Toegekend Gezag
- Aandacht Aan Mensen Besteden
- Aandachtig Naar Mensen Kijken
- Aantal Rechtvaardige Mensen
- Acht Mensen
- Advies Over Het Slaan Van Mensen
- Alle Mensen
- Als Mensen Worden
- Andere Mensen Beledigen
- Andere Mensen Kwaad Berokkenen
- Andere Mensen Nemen
- Andere Mensen Van God
- Andere Mensen Vertrouwen
- Andere Mensen Verwelkomen
- Andere Onbelangrijke Mensen
- Andere Verdrietige Mensen
- Angst Voor Andere Mensen
- Anoniemen Mensen Kwaad Tegen Anderen
- Arme Mensen
- Begeleiding Van Goddelijke Mensen
- Bekeerde Mensen
- Beloning Voor De Mensen Van God
- Beperkingen Van Oude Mensen
- Beslissingen Nemen
- Besteed Aandacht Aan Mensen!
- Christus Die Mensen Verdrijft
- Christus Die Met Mensen Gaat
- Christus Met Mensen In De Geest
- Christus Met Mensen Op Aarde
- Christus Niet Altijd Met Mensen
- Contact Met Mensen
- Dank Aan Mensen
- De Mensen Verspreiden
- De Mensheid
- De Ziel Van Dieren
- Deugden Van Jonge Mensen
- Dingen Zoals Mensen
- Dood Van Gods Mensen
- Duizend Mensen
- Durf, Voor Mensen
- Dwaze Mensen
- Een Goede Man
- Eenheid Tussen Gods Mensen
- Eerste Mensen
- Engelen Die Met Mensen Omgaan
- Engelen Die Voor Mensen Zorgen
- Enig Kind Van Mensen
- Enkel Maar Mannen
- Enkele Mensen
- Etende Mensen
- Gastvrijheid, De Plicht Van Gods Mensen
- Geduldige Mensen
- Geen Mensen Herkennen
- Geen Mensen Opzoeken
- Geen Mensen Verwelkomen
- Geen Mensenkennis Hebben
- Geen Water Voor Mensen
- Gelijkenis Met Mensen
- Gelijkwaardige Mensen
- Genegenheid Voor De Mensen Van God
- Geschoolde Mensen
- Getuigen Voor De Mensen
- Gevaar Van Mannen
- Gezag
- Gezag Van Mensen
- Gezalfd Door Mensen
- Gierige Mensen
- God Bedanken Voor Mensen
- God Die De Mensen Stript
- God Die Mensen Haat
- God Die Mensen Slaat
- God Die Mensen Test
- God Die Zoekt Voor Mensen
- God Dodend
- God Doodde De Mensen
- God Doodde Zijn Mensen
- God Doodt Alle Mensen
- God Draagt Mensen
- God Hernoemt Mensen
- God Kan Mensen Schaden
- God Kent Zijn Mensen
- God Kleedt Mensen
- God Met Specifieke Mensen
- God Noemt Mensen
- God Onthoudt Zijn Mensen
- God Verbergt Mensen
- God Vermenigvuldigt Mensen
- God Versterkt De Mensen
- God Zal De Mensen Doden
- God Zal Zijn Mensen Doden
- God Ziet Alle Mensen
- Goddelijke Mannen
- Gods Handen Op Mensen
- Gods Houding Tot Mensen
- Gods Mensenkennis
- Gods Werk Verhinderen
- Goede Mensen
- Goede Mensen Nabootsen
- Grote Mensen
- Handige Mensen
- Harige Mensen
- Herdenkingen Voor Mensen
- Herstel Van Mensen
- Het Onvermogen Van Mensen Om God Te Dienen
- Het Onvermogen Van Mensen Om Te Begrijpen
- Het Onvermogen Van Mensen Om Te Redden
- Hoe Mensen Eten
- Hoop Voor Oude Mensen
- Houdingen Tegenover Andere Mensen
- Huwelijk Tussen God En Zijn Mensen
- Joden Als De Uitverkoren Mensen Van God
- Jonge Mensen Die Lijden
- Jonge Mensen Trainen
- Juiste Tijd Voor De Mensen
- Kadavers Van Andere Mensen
- Kant Van Mensen
- Kenmerken Van Bekende Mensen
- Kenmerken Van Ouden Mensen
- Kleine Mensen
- Kracht Van Mensen
- Kronen Voor Gods Mensen
- Lege Mensen
- Leren Van Andere Mensen
- Licht Van Gods Mensen
- Liefde Tussen Mensen
- Makkelijk Voor Mensen
- Markeringen Op Mensen
- Mensen
- Mensen Aantikken Met Een Staf
- Mensen Achterlaten
- Mensen Afwijzen
- Mensen Als Rotsen
- Mensen Als Tekenen
- Mensen Beantwoorden
- Mensen Bekend Gemaakt
- Mensen Beschaamd Maken
- Mensen Controleren
- Mensen Die Afdwalen
- Mensen Die Afscheid Nemen
- Mensen Die Aftakelen
- Mensen Die Andere Dingen Bezitten
- Mensen Die Andere Dingen Geven
- Mensen Die Anderen Aanmoedigen
- Mensen Die Anderen Vergeven
- Mensen Die Anderen Vrijlaten
- Mensen Die Anderen Zegenen
- Mensen Die Ascetisme Uitoefenen
- Mensen Die Beginnen
- Mensen Die Behoren Tot God
- Mensen Die Beloven
- Mensen Die Betrokken Zijn Bij Het Oordeel
- Mensen Die Bevolen Worden Door God
- Mensen Die Bevrijd Worden Door Mensen
- Mensen Die Bezoeken
- Mensen Die Bijhouden
- Mensen Die Bloed Drinken
- Mensen Die Demonen Uitdrijven
- Mensen Die Dingen Benoemen
- Mensen Die Dingen Opdrogen
- Mensen Die Door Wormen Gegeten Worden
- Mensen Die Eer Hebben
- Mensen Die Gebonden Zijn Aan Een Eed
- Mensen Die Geen Autoriteit Hebben
- Mensen Die Gehaat Worden
- Mensen Die Gek Handelen
- Mensen Die Genade Tonen
- Mensen Die Getransformeerd Worden
- Mensen Die Gevlucht Zijn
- Mensen Die Helpen
- Mensen Die Herinneren
- Mensen Die Het Juiste Deden
- Mensen Die Hun Eigen Soort Aanvallen
- Mensen Die Kleren Geven
- Mensen Die Kussen
- Mensen Die Kwaad Berokkenen
- Mensen Die Levende Mensen Dragen
- Mensen Die Mensen Andere Namen Geven
- Mensen Die Mensen Benoemen
- Mensen Die Mensen Beschuldigen
- Mensen Die Mensen Sturen
- Mensen Die Mensen Verbergen
- Mensen Die Mensen Verlaten
- Mensen Die Mensen Volgen
- Mensen Die Mogelijk Kwaad Doen
- Mensen Die Neerzitten
- Mensen Die Niet Stierven
- Mensen Die Niet Terugkeren
- Mensen Die Niet Ver Weg Zijn
- Mensen Die Niet Verlaten
- Mensen Die Onderwijzen
- Mensen Die Onrein Zijn
- Mensen Die Opgehangen Worden
- Mensen Die Opstaan
- Mensen Die Overlijden
- Mensen Die Rotten
- Mensen Die Rouwen Om Catastrofe
- Mensen Die Slaven Bevrijden
- Mensen Die Springen
- Mensen Die Stil Zijn
- Mensen Die Strippen
- Mensen Die Strompelen
- Mensen Die Tuimelen
- Mensen Die Van Een Hoogte Vallen
- Mensen Die Van Gedacht Veranderen
- Mensen Die Verbeteren
- Mensen Die Verdord Zijn
- Mensen Die Verontreinigd Worden
- Mensen Die Verscheurd Worden
- Mensen Die Verschijnen
- Mensen Die Versteld Staan
- Mensen Die Vertraagden
- Mensen Die Voorgingen
- Mensen Die Vreemde Naties Vernietigen
- Mensen Die Wachten
- Mensen Die Wezen Helpen
- Mensen Die Wezens Sturen
- Mensen Die Zegenen
- Mensen Die Zichzelf Verontreinigen
- Mensen Die Zorgen
- Mensen Die Zorgen Voor Voedsel
- Mensen Dienen
- Mensen Dronken Gemaakt
- Mensen Eindigden
- Mensen Gedenken
- Mensen Gehoorzamen
- Mensen Haten
- Mensen Heilig Maken
- Mensen Herkennen
- Mensen In Grotten
- Mensen In Rechtvaardigheid
- Mensen In Stukken Gehakt
- Mensen Kennen
- Mensen Kiezen
- Mensen Mengen
- Mensen Met Algemene Kennis
- Mensen Met Kennis
- Mensen Met Problemen
- Mensen Met Toepasselijke Namen
- Mensen Naar Beneden Halen
- Mensen Naar Huis Sturen
- Mensen Navolgen
- Mensen Niet Behagen
- Mensen Niet Zien
- Mensen Ontmoeten
- Mensen Overhandigen
- Mensen Overvallen
- Mensen Overwinnen
- Mensen Perfect Gemaakt
- Mensen Redden
- Mensen Schudden
- Mensen Slaan
- Mensen Strippen Mensen
- Mensen Tegen
- Mensen Terechtwijzen
- Mensen Toevoegen
- Mensen Trekken
- Mensen Uit Andere Plaatsen Halen
- Mensen Uit Je Leven Verwijderen
- Mensen Uitputten
- Mensen Van God In NT
- Mensen Van God In OT
- Mensen Van Het Koninkrijk
- Mensen Van Juda
- Mensen Van Ver Weg
- Mensen Verbannen
- Mensen Verbannen
- Mensen Verbranden
- Mensen Vergeten
- Mensen Vernederen
- Mensen Vertrappelen
- Mensen Verwaarlozen
- Mensen Vinden
- Mensen Vullen
- Mensen Werpen
- Mensen Zien
- Mensen Zijn Allemaal Gelijk
- Mensen Zijn Omkoopbaar
- Mensen Zonder Genade
- Mensenetende Dieren
- Met Kwade Bedoelingen Naar Mensen Kijken
- Mindfulness
- Misbruik Van Gods Mensen
- Mogelijk Voor Mensen
- Mogelijkheden Voor Mensen
- Mopperen Tegen Mensen
- Nederig Zijn
- Nederige Mensen
- Nederigheid En Trots
- Nederlaag Van Gods Mensen
- Niet Geloven In Mensen
- Niet Met Mensen
- Niet Verwante Mensen
- Niet Zoals Mensen
- Nutteloze Mensen
- Omgaan Met Jonge Mensen
- Omgaan Met Vele Mensen
- Onbelangrijke Mensen
- Onbezonnen Mensen
- Onderworpen Zijn Aan Mensen
- Ongehuwde Mensen
- Ongewassen Mensen
- Onmogelijk Voor Mensen
- Ontsnappen Aan Mensen
- Onwillige Mensen
- Onzuivere Mensen
- Oordeel Over Oude Mensen
- Op Mensen Schrijven
- Oudtestamentische Mensen Als Types
- Overheid
- Overlast Tegenover Mensen
- Poep
- Pogingen Om Bepaalde Mensen Te Doden
- Prijs Van De Mensen
- Pure Mensen
- Rechtvaardige Mensen
- Regels Over Jonge Mensen
- Respect Voor Mensen
- Respect Voor Mensen
- Respect Voor Oude Mensen
- Rijke Mensen
- Scheiden Van Slechte Mensen
- Slechte Mensen
- Slechte Mensen Nabootsten
- Solitaire Mensen
- Specifieke Mensen Prijzen
- Sterke Mensen
- Stijfkoppige Mensen
- Tien Mensen
- Tiende Voor Mensen
- Tijden Van Mensen
- Trots
- Trotse Mensen
- Twee Mensen
- Valse Mensen
- Valstrik Voor Mensen
- Vastklampen Aan Mensen
- Vele Mensen Doden
- Verachten Van Mensen
- Verbintenis Tot De Mensen Van God
- Verenigde Mensen
- Verfriste Mensen
- Verloren Mensen
- Vermenigvuldigende Mensen
- Vernietiging Van Alle Wezens
- Vernieuwing Van De Mensen Van God
- Verontrustende Groepen Van Mensen
- Vertellen Over Situaties Van Mensen
- Vertellen Over Wat Mensen Gezegd Hebben
- Vertellen Wat Mensen Deden
- Verwarring Onder De Mensen
- Vet Van Mensen
- Vette Mensen
- Vier Mensen
- Vijf Mensen
- Vingers Van Mensen
- Vis
- Volgens Mensen
- Voor Mensen Handelen
- Voorbestemde Mensen
- Vreemdelingen Onder De Mensen
- Waar Wonen Mensen Tot De Dag Van Vandaag
- Waar Zijn Mensen?
- Waardering Van Mensen
- Waardige Mensen
- Waarom Doen Mensen Dit Niet?
- Waarom Mensen Dingen Deden
- Waarschuwing Over Het Vertrouwen Van Mensen
- Wees Niet Bang Van Mensen
- Wegraken Van Mensen
- Wegtrekken Van Mensen
- Welwillende Mensen
- Weten Over Gods Koninkrijk
- Woedende Mensen
- Wormen
- Wrok Tegenover Mensen
- Zes Mensen
- Zeven Mensen
- Zich Verbergen Voor Mensen
- Zij Jaloers Van Mensen
- Zij Jaloers Voor Mensen
- Zij Onderworpen Aan Mensen
- Zij Op Zoek Naar Mensen
- Zoals De Aard Van Mensen
- Zoals De Natuur Van Mensen
- Zoals Goede Mensen
- Zoals Mannen
- Zoals Slechte Mensen
- Zoeken Maar Geen Mensen Vinden
- Zoon Van De Mens
- Zowel Mens Als Dier Gedood
- Zowel Mens Als Dier Getroffen
- Zwarte Mensen