'Om' in de Bijbel
Om wijsheid en tucht te weten; om te verstaan redenen des verstands;
Om aan te nemen onderwijs van goed verstand, gerechtigheid, en recht, en billijkheden;
Om den slechten kloekzinnigheid te geven, den jongeling wetenschap en bedachtzaamheid.
Om te verstaan een spreuk en de uitlegging, de woorden der wijzen en hun raadselen.
Want hun voeten lopen ten boze; en zij haasten zich om bloed te storten.
Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt;
Om u te redden van den kwaden weg, van den man, die verkeerdheden spreekt;
Van degenen, die de paden der oprechtheid verlaten, om te gaan in de wegen der duisternis;
Om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende, die met haar redenen vleit;
Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten.
Een Belialsmens, een ondeugdzaam man gaat met verkeerdheid des monds om;
Een hart, dat ondeugdzame gedachten smeedt; voeten, die zich haasten, om tot kwaad te lopen;
Om u te bewaren voor de kwade vrouw, voor het gevlei der vreemde tong.
Men doet een dief geen verachting aan, als hij steelt om zijn ziel te vullen, dewijl hij honger heeft;
Daarom ben ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk te zoeken, en ik heb u gevonden.
Om te roepen degenen, die op den weg voorbijgaan, die hun paden recht maken, zeggende:
De woorden der goddelozen zijn om op bloed te loeren; maar de mond der oprechten zal ze redden.
Des wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
De vreze des HEEREN is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten.
De HEERE heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil; ja, ook den goddeloze tot den dag des kwaads.
Hij sluit zijn ogen, om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende, volbrengt hij het kwaad.
Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft?
De goddeloze zal het geschenk uit den schoot nemen, om de paden des rechts te buigen.
Het is niet goed, den rechtvaardige ook te doen boeten, dat de prinsen iemand slaan zouden om hetgeen recht is.
Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen.
Die verstand bekomt, heeft zijn ziel lief; hij neemt de verstandigheid waar, om het goede te vinden.
Tuchtig uw zoon, als er nog hoop is; maar verhef uw ziel niet, om hem te doden.
Om den winter zal de luiaard niet ploegen; daarom zal hij bedelen in den oogst, maar er zal niet zijn.
Te arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken.
Die den arme verdrukt, om het zijne te vermeerderen, en den rijke geeft, komt zekerlijk tot gebrek.
Om u bekend te maken de zekerheid van de redenen der waarheid; opdat gij de redenen der waarheid antwoorden moogt dengenen, die u zenden.
Vergezelschap u niet met een grammoedige, en ga niet om met een zeer grimmig man;
Zo gij niet hadt om te betalen, waarom zou men uw bed van onder u wegnemen?
Als gij aangezeten zult zijn om met een heerser te eten, zo zult gij scherpelijk letten op dengene, die voor uw aangezicht is.
Vermoei u niet om rijk te worden; sta af van uw vernuft.
Bij degenen, die bij den wijn vertoeven; bij degenen, die komen om gemengde drank na te zoeken.
Zijt niet nijdig over de boze lieden, en laat u niet gelusten, om bij hen te zijn.
Die denkt om kwaad te doen, dien zal men een meester van schandelijke verdichtselen noemen.
Vaar niet haastelijk voort om te twisten, opdat gij misschien in het laatste daarvan niet wat doet, als uw naaste u zou mogen beschaamd hebben.
Een deur keert om op haar herre, alzo de luiaard op zijn bed.
De luiaard verbergt zijn hand in den boezem, hij is te moede, om die weder tot zijn mond te brengen.
De dove kool is om de vurige kool, en het hout om het vuur; alzo is een kijfachtig man, om twist te ontsteken.
Zijt naarstig, om het aangezicht uwer schapen te kennen; zet uw hart op de kudden.
Om de overtreding des lands zijn deszelfs vorsten vele; maar om verstandige en wetende mensen zal insgelijks verlenging wezen.
Een mens, gedrukt om het bloed ener ziel, zal naar den kuil toevlieden; men ondersteune hem niet!
Een gans getrouw man zal veelvoudig zijn in zegeningen; maar die haastig is, om rijk te worden, zal niet onschuldig wezen.
De aangezichten te kennen, is niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden.
Een geslacht, welks tanden zwaarden, en welks baktanden messen zijn, om de ellendigen van de aarde en de nooddruftigen van onder de mensen te verteren.
Om drie dingen ontroert zich de aarde, ja, om vier, die zij niet dragen kan:
Om een knecht, als hij regeert; en een dwaas, als hij van brood verzadigd is;
Om een hatelijke vrouw, als zij getrouwd wordt; en een dienstmaagd, als zij erfgenaam is van haar vrouw.
Geeft aan de vrouwen uw vermogen niet, noch uw wegen, om koningen te verdelgen.
Zain. Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (143)
- Exodus (92)
- Leviticus (63)
- Numberi (77)
- Deuteronomium (136)
- Jozua (39)
- Richteren (67)
- Ruth (15)
- 1 Samuël (84)
- 2 Samuël (86)
- 1 Koningen (101)
- 2 Koningen (77)
- 1 Kronieken (66)
- 2 Kronieken (122)
- Ezra (39)
- Nehemia (41)
- Esther (25)
- Job (41)
- Psalmen (123)
- Spreuken (54)
- Prediker (33)
- Hooglied (5)
- Jesaja (124)
- Jeremia (149)
- Klaagliederen (8)
- Ezechiël (116)
- Daniël (40)
- Hosea (14)
- Joël (5)
- Amos (17)
- Obadja (3)
- Jona (10)
- Micha (11)
- Nahum (1)
- Habakuk (9)
- Zefanja (3)
- Zacharia (15)
- Maleachi (5)
- Mattheüs (75)
- Markus (47)
- Lukas (91)
- Johannes (39)
- Handelingen (73)
- Romeinen (33)
- 1 Corinthiërs (30)
- 2 Corinthiër (28)
- Galaten (5)
- Efeziërs (8)
- Filippenzen (7)
- Colossenzen (5)
- 1 Thessalonicenzen (12)
- 2 Thessalonicenzen (3)
- 1 Timotheüs (4)
- 2 Timotheüs (9)
- Titus (4)
- Filémon (1)
- Hebreeën (30)
- Jakobus (4)
- 1 Petrus (11)
- 2 Petrus (5)
- 1 Johannes (2)
- 2 Johannes (1)
- Judas (3)
- Openbaring (33)