'Maar' in de Bijbel
Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden;
Maar die naar Mij hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust zijn van de vreze des kwaads.
Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.
Mijn zoon! vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn geboden.
Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen.
Want de afwijker is den HEERE een gruwel; maar Zijn verborgenheid is met den oprechte.
De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen.
Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven.
De wijzen zullen eer beerven; maar elkeen der zotten neemt schande op zich.
Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot den vollen dag toe.
Maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard.
Maar die met een vrouw overspel doet, is verstandeloos; hij verderft zijn ziel, die dat doet;
Maar die tegen Mij zondigt, doet zijn ziel geweld aan; allen, die Mij haten, hebben den dood lief.
Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in de diepten der hel.
De spreuken van Salomo. Een wijs zoon verblijdt den vader; maar een zot zoon is zijner moeder droefheid.
Schatten der goddeloosheid doen geen nut; maar de gerechtigheid redt van den dood.
De HEERE laat de ziel des rechtvaardigen niet hongeren; maar de have der goddelozen stoot Hij weg.
Die met een bedriegelijke hand werkt, wordt arm; maar de hand der vlijtigen maakt rijk.
Die in den zomer vergadert, is een verstandig zoon; maar die in den oogst vast slaapt, is een zoon die beschaamd maakt.
Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen.
De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn; maar de naam der goddelozen zal verrotten.
Die wijs van hart is, neemt de geboden aan; maar die dwaas is van lippen, zal omgeworpen worden.
Die in oprechtheid wandelt, wandelt zeker; maar die zijn wegen verkeert, zal bekend worden.
De mond des rechtvaardigen is een springader des levens; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen.
Haat verwekt krakelen; maar de liefde dekt alle overtredingen toe.
In de lippen des verstandigen wordt wijsheid gevonden; maar op den rug des verstandelozen de roede.
De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij.
Het pad tot het leven is desgenen die de tucht bewaart; maar die de bestraffing verlaat, doet dwalen.
In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, is kloek verstandig.
De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.
Het is voor den zot als spel, schandelijkheid te doen; maar voor een man van verstand, wijsheid te plegen.
De vreze des goddelozen, die zal hem overkomen; maar de begeerte der rechtvaardigen zal God geven.
Gelijk een wervelwind voorbijgaat, alzo is de goddeloze niet meer; maar de rechtvaardige is een eeuwige grondvest.
De vreze des HEEREN vermeerdert de dagen; maar de jaren der goddelozen worden verkort.
De hoop der rechtvaardigen is blijdschap; maar de verwachting der goddelozen zal vergaan.
De weg des HEEREN is voor den oprechte sterkte; maar voor de werkers der ongerechtigheid verstoring.
De rechtvaardige zal in eeuwigheid niet bewogen worden; maar de goddelozen zullen de aarde niet bewonen.
De mond des rechtvaardigen brengt overvloediglijk wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid worden.
De lippen des rechtvaardigen weten wat welgevallig is; maar de mond der goddelozen enkel verkeerdheid.
Een bedriegelijke weegschaal is den HEERE een gruwel; maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen.
Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen is wijsheid.
De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheid der trouwelozen verstoort hen.
Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar de gerechtigheid redt van den dood.
De gerechtigheid des oprechten maakt zijn weg recht; maar de goddeloze valt door zijn goddeloosheid.
De gerechtigheid der vromen zal hen redden; maar de trouwelozen worden gevangen in hun verkeerdheid.
De huichelaar verderft zijn naaste door den mond; maar door wetenschap worden de rechtvaardigen bevrijd.
Door den zegen der oprechten wordt een stad verheven; maar door den mond der goddelozen wordt zij verbroken.
Die verstandeloos is, veracht zijn naaste; maar een man van groot verstand zwijgt stil.
Die als een achterklapper wandelt, openbaart het heimelijke; maar die getrouw is van geest, bedekt de zaak.
Als er geen wijze raadslagen zijn, vervalt het volk; maar de behoudenis is in de veelheid der raadslieden.
Als iemand voor een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker.
Een goedertieren mens doet zijn ziel wel; maar die wreed is, beroert zijn vlees.
De goddeloze doet een vals werk; maar voor degene, die gerechtigheid zaait, is trouwe loon.
De verkeerden van hart zijn den HEERE een gruwel; maar de oprechten van weg zijn Zijn welgevallen.
Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn; maar het zaad der rechtvaardigen zal ontkomen.
De begeerte der rechtvaardigen is alleenlijk het goede; maar de verwachting der goddelozen is verbolgenheid.
Er is een, die uitstrooit, denwelken nog meer toegedaan wordt; en een, die meer inhoudt dan recht is, maar het is tot gebrek.
Wie koren inhoudt, dien vloekt het volk; maar de zegening zal zijn over het hoofd des verkopers.
Wie het goede vroeg nazoekt, zoekt welgevalligheid; maar wie het kwade natracht, dien zal het overkomen.
Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal vallen; maar de rechtvaardigen zullen groenen als loof.
Wie de tucht liefheeft, die heeft de wetenschap lief; maar wie de bestraffing haat, is onvernuftig.
De goede zal een welgevallen trekken van den HEERE; maar een man van schandelijke verdichtselen zal Hij verdoemen.
De mens zal niet bevestigd worden door goddeloosheid; maar de wortel der rechtvaardigen zal niet bewogen worden.
Een kloeke huisvrouw is een kroon haars heren; maar die beschaamt maakt, is als verrotting in zijn beenderen.
De woorden der goddelozen zijn om op bloed te loeren; maar de mond der oprechten zal ze redden.
De goddelozen worden omgekeerd, dat zij niet meer zijn; maar het huis der rechtvaardigen zal bestaan.
Een ieder zal geprezen worden, naardat zijn verstandigheid is; maar die verkeerd van hart is, zal tot verachting wezen.
De rechtvaardige kent het leven van zijn beest; maar de barmhartigheden der goddelozen zijn wreed.
Die zijn land bouwt, zal van brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, is verstandeloos.
De goddeloze begeert het net der bozen; maar de wortel der rechtvaardigen zal uitgeven.
In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar de rechtvaardige zal uit de benauwdheid uitkomen.
De weg des dwazen is recht in zijn ogen; maar die naar raad hoort, is wijs.
De toorn des dwazen wordt ten zelven dage bekend; maar die kloekzinnig is, bedekt de schande.
Die waarheid voortbrengt, maakt gerechtigheid bekend; maar een getuige der valsheden, bedrog.
Daar is een, die woorden als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn.
Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is maar voor een ogenblik.
Bedrog is in het hart dergenen, die kwaad smeden; maar degenen die vrede raden, hebben blijdschap.
Den rechtvaardigen zal geen leed wedervaren; maar de goddelozen zullen met kwaad vervuld worden.
Valse lippen zijn den HEERE een gruwel; maar die trouwelijk handelen, zijn Zijn welgevallen.
Een kloekzinnig mens bedekt de wetenschap; maar het hart der zotten roept dwaasheid uit.
De hand der vlijtigen zal heersen; maar de bedriegers zullen onder cijns wezen.
Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder; maar een goed woord verblijdt het.
De rechtvaardige is voortreffelijker dan zijn naaste; maar de weg der goddelozen doet hen dwalen.
Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.
Een wijs zoon hoort de tucht des vaders; maar een spotter hoort de bestraffing niet.
Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de ziel der trouwelozen het geweld.
Die zijn mond bewaart, behoudt zijn ziel; maar voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet.
De ziel des luiaards is begerig, doch er is niets; maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden.
De rechtvaardige haat leugentaal; maar de goddeloze maakt zich stinkende, en doet zich schaamte aan.
De gerechtigheid bewaart den oprechte van weg; maar de goddeloosheid zal den zondaar omkeren.
Het rantsoen van ieders ziel is zijn rijkdom; maar de arme hoort het schelden niet.
Het licht der rechtvaardigen zal zich verblijden; maar de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.
Door hovaardigheid maakt men niet dan gekijf; maar bij de beradenen is wijsheid.
Goed, van ijdelheid gekomen, zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen.
De uitgestelde hoop krenkt het hart; maar de begeerte, die komt, is een boom des levens.
Die het woord veracht, die zal verdorven worden; maar wie het gebod vreest, dien zal vergolden worden.
Goed verstand geeft aangenaamheid; maar de weg der trouwelozen is streng.
Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit.
Een goddeloze bode zal in het kwaad vallen; maar een trouw gezant is medicijn.
Armoede en schande is desgenen, die de tucht verwerpt; maar die de bestraffing waarneemt; zal geeerd worden.
Zoekresultaten vervolgd...
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (109)
- Exodus (72)
- Leviticus (87)
- Numberi (85)
- Deuteronomium (92)
- Jozua (47)
- Richteren (81)
- Ruth (12)
- 1 Samuël (96)
- 2 Samuël (90)
- 1 Koningen (79)
- 2 Koningen (83)
- 1 Kronieken (51)
- 2 Kronieken (80)
- Ezra (9)
- Nehemia (24)
- Esther (13)
- Job (74)
- Psalmen (151)
- Spreuken (244)
- Prediker (29)
- Hooglied (5)
- Jesaja (140)
- Jeremia (174)
- Klaagliederen (7)
- Ezechiël (108)
- Daniël (41)
- Hosea (35)
- Joël (5)
- Amos (15)
- Obadja (1)
- Jona (8)
- Micha (13)
- Nahum (3)
- Habakuk (2)
- Zefanja (4)
- Zacharia (18)
- Maleachi (12)
- Mattheüs (164)
- Markus (95)
- Lukas (149)
- Johannes (164)
- Handelingen (132)
- Romeinen (116)
- 1 Corinthiërs (128)
- 2 Corinthiër (62)
- Galaten (46)
- Efeziërs (23)
- Filippenzen (21)
- Colossenzen (8)
- 1 Thessalonicenzen (19)
- 2 Thessalonicenzen (8)
- 1 Timotheüs (24)
- 2 Timotheüs (20)
- Titus (10)
- Filémon (3)
- Hebreeën (52)
- Jakobus (18)
- 1 Petrus (33)
- 2 Petrus (13)
- 1 Johannes (18)
- 2 Johannes (4)
- 3 Johannes (4)
- Judas (7)
- Openbaring (16)
Verwante onderwerpen
- Adviseren
- Afkeer
- Afkeer Van God
- Aframmeling
- Begeerte
- Beheersing Van Woede
- Beloningen Van Ijver
- Beschrijving Van Dwazen
- Beslissingen Nemen
- Beslissingen Nemen
- Beste Vrienden
- Betrouwbaarheid
- Burgerrechtvaardigheid
- De Rechtvaardigen
- De Rijken
- De Schoonheid Van Vrouwen
- De tong
- Depressie
- Deugdelijke Vrouw
- Discipline Kind
- Dwazen
- Een Gebroken Hart
- Een Gebroken Hart Helen
- Een Goede Man
- Een Vriend Zijn
- Emoties
- Ethiek Van Zaken Doen
- Geld Sparen
- Geld Zegeningen
- Gevolgen Van Dwaasheid
- Gevolgen Van Zonde
- Gezegdes
- Goddelijke Vrouwen
- Goddeloos Gebruik Van Rijkdom
- Gods Verborgen Dingen
- Gunst
- Hard Werken
- Hard Werken En Niet Lui Zijn
- Hartzeer
- Hebzucht
- Ijver
- Ijver
- In Wijsheid Spreken
- Kanker
- Kenmerken Van Dwazen
- Kennis Waarderen
- Kracht En Betekenis Van Spraak
- Kritiek
- Kwaad Dat Spreekt
- Kwaadspreken
- Langzaam Woedend Worden
- Liefde Vinden
- Lippen
- Luchten
- Lui Zijn
- Luiaards
- Menselijk Belang Van Wijsheid
- Menselijk Hart
- Motieven
- Nederigheid En Trots
- Onbezonnenheid
- Onderscheidende Eigenschappen Van Gerechtigheid
- Onderscheidingsvermogen
- Oorzaken Van Armoede
- Overheid
- Positieve Aspecten Van Spraak
- Rentmeesterschap Over Geld
- Rijkdom En Voorspoed
- Schaamte Over Slecht Gedrag
- Slecht Advies
- Slechte Vrienden
- Spot
- Spotters
- Succes En Hard Werk
- Taal
- Toorn
- Trots
- Val
- Vals Vertrouwen
- Valse Vrienden
- Veiligheid
- Verantwoordelijkheden Van Vaders
- Verenigingen Van Kwaad
- Voorzichtigheid
- Vrienden
- Vrienden Verliezen
- Vriendschap En Liefde
- Vriendschap En Vertrouwen
- Vriendschap Kjv
- Vruchten Van Zonde
- Wegen Van Het Kwaad
- Wijsheid En Leiding
- Wijze Raad
- Winst
- Woede
- Zonde Veroorzaakt Dood
- Zondigheid
- Zuinig
- Zuinigheid